3. Palabras importantes para conversar Flashcards
1
Q
Está bueno
A
Het is lekker of goed van kwaliteit
2
Q
Buen
A
Gelijk aan bueno maar staat voor zelfstandig naamwoord bijv. Este es un buen vino
3
Q
Bien
A
Goed
4
Q
Está bien
A
Het is goed
5
Q
Muy
A
Zeer, erg
6
Q
Agradable
A
Fijn, aangenaam
7
Q
Divertido/-a
A
Leuk, vermakelijk
8
Q
Bonito/-a
A
Mooi (voor dingen)
9
Q
Guapo/-a
A
Knap (voor mensen)
10
Q
Lindo/-a
A
Mooi (voor dingen en mensen)
11
Q
Mucho/-a/-os/-as
A
Veel
12
Q
Demasiado
A
Te, te veel
13
Q
Más
A
Meer
14
Q
Mucho más
A
Veel meer
15
Q
Menos
A
Minder