Natuurkunde H9: Trillingen en golven Flashcards

1
Q

Periodieke beweging =

A

Beweging die zichzelf herhaalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Trilling =

A

Periodieke beweging om de evenwichtsstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fase =

A

Aantal verstreken periodes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Harmonische trilling =

A

Trilling waarvan (u,t)-diagram een sinusgrafiek vertoont
→ U=A*sin(…) (in binas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Etril =

A

Ekin + Euitwijking/veer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer veranderd de trillingsenergie niet?

A

Als de amplitude gelijk blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een golf

A

Een trilling die wordt doorgegeven aan hun omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een transversale golf?

A

Wanneer de uitwijking loodrecht op de richting van de golf loopt.
bijv.. golfberg, golfdal in touw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een longitudinale golf?

A

Wanneer de uitwijking evenwijdig met de richting van de golf loop.
bijv. verdichtingen/verdunningen veer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is er nodig om een trilling te kunnen doorgeven?

A

Een medium/tussenstof
bijv. lucht, koord etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat schrijven we op als we geen idee hebben, maar er is een golf?

A

v = f * labda
gegevens omrekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer hoor je een zuivere toon?

A

Als de beweging een harmonische trilling is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bepaalt de hoogte van een toon?

A

De frequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat bepaalt de hardheid van een toon?

A

De amplitude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geluid =

A
  • longitudinale golf
  • samengeperste luchtlaagjes/ tijdelijke verhoging luchtdruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is superpositie?

A

Het bij elkaar optellen van golven.

17
Q

Wat is interferentie?

A

Het verschijnsel dat golven na superpositie worden versterkt of verzwakt.
(Constructief/destructief)

18
Q

Waardoor verliest een trilling energie?

A

Warmte door wrijving

19
Q

Wat is resonantie?

A

Het verschijnsel dat wanneer de aandrijffrequentie gelijk is aan de eigenfrequentie, de amplitude veel groter wordt.

20
Q

Wat is de eigenfrequentie?

A

De frequentie waarin een systeem van nature trilt, waarin het graag wil trillen

21
Q
A