hoofdstuk 8: subjectieve assessment post-CI Flashcards

1
Q

audiologische evaluatie volw
initiele evaluatie van spraaprocessor

A

tonale toonaudiometrie uitvoeren aan geimplanteerde oor
dit geeft beeld van de chirurgie op het restgehoor
bepalen van luchtgeleidingsdrempel is essentieel! –> en beengeleiding geeft indicatie over eventuele conductieve component door chirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verschil verificatie en validatie?

A

verificatie = controle of er optimale hoorbaarheid is
validatie = controle of communicatieve doeleinden bereikt worden

na fitting –> verificatie
nadien is er nog nood aan validatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe wordt spraakverstaan geevalueerd? (volw)

A
  • op woordniveau
  • adhv vocale audiometrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe subjectieve evaluatie door volw?

A

vragenlijsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tonale drempel verwacht van ci (volw)

A

= drempel van 20 tot 30 dBHL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef veelgebruikte subjectieve vragenlijst (volw)

A

= HISQUI
= hearing implant sond quality index van Med-El
= info over subjectieve geluidskwaliteit CI-gebruiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is rol van psycholoog? (volw)

A
  • vragenlijst problemen in aanpassen naar functioneren door CI
  • onrealistische verwachtingen
  • post-operatieve psychol stress bij CLen omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

audiologische evaluatie bij kids

A
  • tonale audiometrie die aantonen dat zachte spraak hoorbaar is ifv S,T en algemene ontw
  • drempel van 20 tot 25 dBHL
  • restgehoor opmeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

spraakaudiometrie bij kids

A
  • noodzakelijk
  • zowel matige spraak, zachte spraak en zelfs SV in ruis
  • op welke manier is afh van leeftijd
  • vanaf 6 maand –> ACE is bel test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe auditieve vaardigheden nagaan bij kids?

A
  • spraak- en taalonderzoek
  • auditieve vragenlijsten
  • observatie ouders
    voorbeelden –> little ears, CAP (onderdeel NEAP)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

rol van psycholoog bij kids

A

wanneer kind toch achterstand blijft hebben, psychologische evaluatie voorzien
–> assessment cognitieve ontw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rol logo kids

A
  • S&T ontw evalueren
  • schoolse vaardigheden evalueren bv TL en BL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Auditory speech and sound evaluation (ACE)

A

= fijne spectrale discriminatie na te gaan bij personen HT en CI
- zowel kids en volw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

NEAP

A

= nottingham early assessment package
= testbatterij om na te gaan hoe het (zeer jonge) kind en de familie functioneert en evolueert in niet-klinische settings
–> beeld verkrijgen KT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 delen van NEAP

A

1) auditieve perceptie (CAP, ILIP, MAIS)
2) communicatie en taalvaardigheden
3) spraakproductie (SIR en PASS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Little ears

A

= vragenlijst voor ouders ifv onderzoek naar auditieve gedrag bij kids
= ontw om leeftijdsspecfiek gedrag te onderzoeken bij kids in preverbale ontw fase
eerst gebruikt worden om niveau auditieve ontw te bepalen en daarna ontw tijdens therapie te beschrijven

17
Q

EARS

A

= evaluating auditory responses to speech
= evalueert het auditief functioneren van kids op LT
= versch leeftijden vanaf 1 jaar en op versch taalniveaus

18
Q

waarom beengeleiding bij volw

A
  • idee geven van eventuele conductieve component door chirurgie (middenoor)
19
Q

waar of niet waar
luchtgeleidingsdrempel bij volw is niet van belang

A

fout, is essentieel

20
Q

waar of niet waar
bij initiele activatie van spraakprocessor kan nuttig zijn om tonale audiometrie uit te voeren aan niet-geimplanteerde oor

A

niet waar, aan geimplanteerde oor

21
Q

waar of niet waar
Tonale drempel bij volw is anders dan bij kids

A

waar
volw: 20-30 dBHL
kids: 20-25 dBHL –> belangrijk om stille spraak te horen ifv s&t ontwikkeling

22
Q

waar of niet waar
de spraakaudiometrie wordt live aangeboden

A

niet waar, altijd via opname

23
Q

waar of niet waar
bij volw die alheel lang doof zijn, kan eventueel bij spraakaudiometrie ook live speech worden afgenomen

A

waar

24
Q

tijdstippen wanneer de testen moeten worden afgenomen van geimplanteerd oor bij volw?
post-operatieve tesing

A

alleen geimplanteerd oor
1,3,6,12 maanden + jaarlijks

25
Q

tijdstippen wanneer de testen moeten worden afgenomen van niet geimplanteerd oor bij volw?
post-operatieve testing

A

12 maand en jaarlijks

26
Q

tijdstippen wanneer de testen moeten worden afgenomen van best aided bij volw?
post operatieve testing

A

CI+HA of bilaterale CI
1,3,6,12 maand en jaarlijks

27
Q

wat is een beinvloedende factor van de geluidskwaliteit van CI-gebruiker en waarom?

A

insertiediepte van elektrode
korte –> hoger signaal (basale regio)
langere –> lage freq wat geluidskwaliteit ten goede komt (apicale regio)

28
Q

waar of niet waar
kinderen met bilaterale CI worden best oorspecifiek getest in vrij veld door audioloog

A

waar

29
Q

waar of niet waar
restgehoor is niet bel bij kids

A

niet waar, wordt opgemeten in geimpl oor (of bilat CI) dit gebeurt best bij de initiele activatie en wordt minimum jaarlijks herhaald

30
Q

vanaf welke leeftijd is ACE mogelijk om af te nemen?

A

vanaf 6 maanden