Interpersoonlijke processen (H4) Flashcards

1
Q

Sociale facilitatie

A

De aanwezigheid van soortgenoten blijkt een positieve invloed te hebben op het gedrag. Het versterkt vaak het gedrag, denk aan hengelspoel omwentelen, dit is competitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociale belemmering

A

De aanwezigheid van soortgenoten zorgt ervoor dat de prestaties afnemen. Denk aan een presentatie doen voor een lege klas vs. 200 leerlingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Socialefacilitatiemodel van Robert Zajonc

A

Er is sociale facilitatie bij het uitvoeren van een makkelijke taak en sociale belemmering bij het uitvoeren van een moeilijke/nieuwe taak.

De verklaring hiervoor ligt in deze punten:
- Fysiologische arousal
Aanwezigheid van andere brengt een fysiologische arousal met zich mee. Dit zorgt voor verhoogde actiebereidheid in een individu.
- Dominante reacties
Verhoogde actiebereidheid zorgt voor snellere uitvoer van reflexen en gedrag dat welbekend is.
- Goed gekende reactie zorgt voor een dominante reactie –> sociale facilitatie
- Minder/niet gekende reactie zorgt voor een niet-dominante reactie –> sociale belemmering

Hierbij is een experiment opgesteld met kakkerlakken in een labyrint.
- Kakkerlakken toonde sociale facilitatie bij een simpel labyrint.
- Kakkerlakken toonde sociale belemmering bij een moeilijk labyrint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aanwezigheid van andere brengt een verhoogde ……… , vanwege de onvoorspelbaarheid van anderen.

A

alertheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aandachtsconflict

A

De aanwezigheid van andere neemt ongewild een deel van onze aandachtscapaciteit in beslag. Denk aan iemand die binnen komt in de gym, je kijkt even wie het is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Niet-sociale prikkels

A

Prikkels die niets te maken hebben met het sociale thema. Denk aan lawaai van een vrachtwagen. Dit kan je ook belemmeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Persoonlijkheidsverschillen als invloed op sociale situaties

A
  • Mensen die positief staan tegenover sociale contacten scoren in het algemeen beter dan anderen aanwezig zijn.
  • Het omgekeerde geldt voor wie eerder negatief staat tegenover sociale contacten.
  • Er is onderscheid of een situatie wordt ervaren als een bedreiging of een uitdaging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sociaal parasiteren

A

Sociaal minder presteren over de rug van een ander. Denk aan het touwtrek experiment. Dit heeft 2 factoren die van belang zijn.
- Individuele motivatie
- Identificeren met de groep

Het tegenovergestelde uiterste is sociale compensatie. Dit is het extra presteren, omdat een ander dit misschien niet kan.
Vrouwen tonen minder sociaal parasiteren dan mannen.
Belang van solidariteit en groepsbelang in de cultuur speelt een rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociale durf

A

De groep biedt een kader waarin het individu gemakkelijker risico’s neemt. Dit komt omdat het individu zich kan verschuilen in de groep en niet kan worden afgerekend op zijn prestaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De-individuatie

A

Het opgeven van iemand zijn individualiteit. Innerlijke remmingen worden afgezwakt. Denk aan voetbalhooligans.

Experiment toedienen van schokken:
- In anonieme situatie: meer, sterkere en langdurigere schokken.

Klassieke de-individuatie theorie: anonimiteit laat bepaalde remmingen wegvallen, omdat je als individu minder hoeft te vrezen voor eventuele sancties of sociale afkeuring.
Denk aan experiment met anonimiteit in een chatbox.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Anonimiteit in positief licht

A

Experiment donkere kamer:
- Meer aanrakingen, door anonimiteit en meer persoonlijke gesprekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sociale identiteitstheorie –> SIDE-model

A

Sociale identiteitstheorie: Verklaring van zowel positieve als negatieve effecten van de-individuatie.
SIDE-model:
- Social Identity model of DE-individuation
- Ons zelfbeeld is een mozaïek van persoonlijke en sociale stukjes identiteit.
- Een bepaalde categorie kan door omstandigheden verscherpt onder de aandacht komen.
- Anonimiteit kan dit nog versterken.

Experiment met verpleegstersuniform of KKK-kledij.
- Hoger schokniveau KKK-kledij, nog hoger in anonimiteit.
- Lager schokniveau in verpleegsteruniform, nog lager in anonimiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly