1.5 Rechtvaardigheid Flashcards

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is formele rechtvaardigheid?

A

gelijke gevallen gelijk behandelen en ongelijke gevallen ongelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn rechtvaardigheid vraagstukken?

A

verdelingsvraagstukken -> hebben betrekking op gewilde goederen die schaars aanwezig zijn, zoals opnameplekken, aantal verplegers en medicijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent onrechtvaardigheid?

A

Als je de belangen van een groep mensen secundair maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 verdelingsvraagstukken zijn er?

A
  1. micro: afspraak huisarts, specialist
  2. meso: ziekenhuis verdeling middelen over verschillende domeinen
  3. macro: afspraken basispakket, budget gezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent utilisme?

A

je handelt juist, wanneer zoveel mogelijk geluk (niet meetbaar) of welzijn (meetbaar) voor een zo groot mogelijke groep kan creeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zien we utilisme terug in de geneeskunde?

A

De utilisme theorie is vertaalbaar in kosteneffectiviteit: zoveel mogelijk gezondheidswinst voor zoveel mogelijk patienten tegen een zo laag mogelijke prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zou een utilist zeggen over hoe je de ic-bedden moet verdelen?

A

De mensen waarbij de meeste gezondheid te winnen valt moeten een IC-bed krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is utilisme niet altijd rechtvaardig?

A

Deze theorie gaat uit van “zoveel mogelijk” -> mensen met een zeldzame ziekte die met een bepaald duur medicijn een niet zo’n grote gezondheidswinst ervaren, zouden worden uitgesloten. Er is slechts een kleine groep die voor veel geld een kleine gezondheidswinst ervaren (andere voorbeelden: IVF, palliatieve zorg en langdurige zorg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

als utilist bent, zal je dan coronapatienten voorrang geven op de ic?

A

Nee: coronapatienten hebben een langere ligtijd op de IC dan niet-corona patienten die zorg nodig hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe kun je preventie verdedigen op basis van utilisme

A

Noodzaak voor preventie → relatief weinig middelen om relatief veel gezondheidswinst te realiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de egalitarisme theorie in?

A

gelijkheid mits ongelijkheid ten goede komt van de meest benadeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de problemen van utilisme en egalitarisme?

A

Het utilisme heeft te weinig oog voor de mensen die het slechtst afzijn en het egalitarisme heeft te weinig oog voor mensen die er niet het aller slechste aan toe zijn, legt te grote nadruk op de mensen die het er slechst vanaf zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is sufficcientarisme?

A

Alle mensen moeten voldoende krijgen en dit is te bepalen door middel van drempelwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is prioritisme?

A

Naarmate mensen slechter af zijn, verdienen zij meer prioriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is procedurele rechtvaardigheid?

A

Aan een criterium wordt een procedure gehaald, zodat het criterium wordt behaald. Mensen gaan allemaal voor hun eigenbelang: we willen allemaal een zo goed mogelijke gezondheidszorg voor onszelf

17
Q

Wat zijn 3 vormen van procedurele rechtvaardigheid?

A
  • pure procedural justice: er is van tevoren geen idee over uitkomst, alleen de procedure is bekend
  • perfect procedural justice: men weet wat een rechtvaardige procedure is, dus hieruit volgt een rechtvaardige uitkomst
  • imperfect procedural justice: men weet wat rechtvaardige uitkomst is, maar niet welke procedure hierbij hoort
18
Q

In welke dingen moet er gelijkheid zijn tussen mensen?

A

Primary social goods (onderwijs, huisvesting en vrijheid van meningsuiting)

19
Q

Door welke 3 principes wordt gestreefd om primary social goods te behalen

A

First principle: elk individu heeft toegang tot de grootst mogelijke set van vrijheden die bij iedereen gelijk is
Second principle: sociale en economische ongelijkheden zijn toelaatbaar, maar iedereen kan elke sociaal-economische status behalen
Maximin principle: maximaliseer de minimaalste middelen verdeling

20
Q

Waarom is gezondheid een belangrijk doel?

A

Zonder een goede gezondheid, heeft men geen fair equality of opportunity