11 maart 2024

Question 1

How does she/he/it look like?

Answer 1

Hoe ziet hij/zij/het eruit?

Question 2

He looks in love

Answer 2

Hij ziet er verliefd uit

Question 3

to look like

Answer 3

eruitzien

bu kelime Felemenkce`de 3 parcaya ayrilan tek fiildir.

De vol-au-vent ziet er smakelijk uit

Question 4

complicated

Answer 4

ingewikkeld = gecompliceerd

De formule ziet er ingewikkeld uit

Question 5

towel

Answer 5

de handdoek

Question 6

sleepy

Answer 6

slaperig

Question 7

donkey

Answer 7

de ezel

Question 8

sad, verdrietig, droevig

Answer 8

bedroefd, triestig

Question 9

bored

Answer 9

verveeld

Question 10

shy

Answer 10

verlegen = timide (timido okunur)

Question 11

cup of icecream

Answer 11

de ijscoupe

Question 12

orderly, duzgun

Answer 12

ordelijk

Question 13

folded

Answer 13

gevouwen

De was is schoon en gevouwen, klaar om in de kast te leggen.”
(The laundry is clean and folded, ready to be placed in the closet.)

“Hij heeft het papier netjes gevouwen tot een vliegtuigje.”
(He folded the paper neatly into an airplane.)

Question 14

proper

Answer 14

proper

Question 15

equation (denklem)

Answer 15

de vergelijking

Question 16

this/that/these/those

Answer 16

Het words –> dit (this) / dat ( dat)
dit boek, dat boek
Heb je dat boek gezien?
Did you see that book?

De words –> deze” (this/these)
die (these/those)

Heb je die auto gezien?
Did you see that car?

De” Words: Common gender nouns use “de.”

Example: “de tafel” (the table), “de auto” (the car).

Related demonstrative pronoun: “deze” (this/these), “die” (that/those).

“Het” Words: Neuter gender nouns use “het.”

Example: “het huis” (the house), “het boek” (the book).

Related demonstrative pronoun: “dit” (this), “dat” (that).

So, when choosing the correct demonstrative pronoun or adjective, you’ll follow the gender assigned to the noun. If the noun takes “de,” you’ll use “deze” or “die,” and if it takes “het,” you’ll use “dit” or “dat.”

Question 17

floral X plain

Answer 17

gebloemd X effen

Question 18

stil water X sparkling water

Answer 18

platwater X spuitwater = bruisend water

Question 19

frisse vs verse

Answer 19

Verse:
Meaning: “Verse” translates to “fresh” or “new” in English.
Usage:
Used to describe the freshness of food or products.
Example: “Verse groenten” (Fresh vegetables), “Verse melk” (Fresh milk).
Can also refer to something new or recent.
Example: “Een vers idee” (A fresh idea), “Een vers begin” (A new beginning).

Frisse:
Meaning: “Frisse” also translates to “fresh” but is often associated with a refreshing or invigorating quality.
Usage:
Used to describe something that is cool, refreshing, or invigorating, often related to sensations like a breeze, air, or a feeling.
Example: “Een frisse wind” (A refreshing breeze), “Frisse lucht” (Fresh air).
Can also be used more broadly to describe a fresh and lively quality.
Example: “Een frisse uitstraling” (A fresh appearance), “Een frisse blik” (A fresh perspective).
In summary, “verse” is primarily used for freshness in the context of food or newness in a general sense, while “frisse” often conveys a refreshing or invigorating quality, especially when describing sensations or qualities beyond just being new or fresh.

Question 20

whole milk
semi-skimmed milk
skimmed milk

Answer 20

volle melk
halfvolle melk
magere melk

Question 21

baguette

Answer 21

het stokbrood

Question 22

hot wine

Answer 22

de warme wijn

Question 23

de gelijkenis X het verschil
(identiek) (niet identiek)

Answer 23

de gelijkenis X het verschil
even niet even
dezelfde niet dezelfde
hetzelfde niet hetzelfde
allebei niet allebei

Question 24

alle-bei

Answer 24

bei –> 2 demektir, her zaman 2 insan icin kullanilir, 3 ve uzeri icin kullanilmaz

Question 25

de formula van
“allebei”
“geen van beiden”

Answer 25

verbum + ALLEBEI + adjectief / substantief
verbum + GEEN VAN BIEDEN + adjectief / substantief

Ze hebben allebei blond haar
(They both have blonde hair)

We dragen geen van beiden een broek
(Neither of us is wearing trousers)

Question 26

de formula van “even”

Answer 26

(NIET) EVEN + adjectief
(NIET) EVEN + adjectief + ALS + substantief

Ze zijn (niet) even groot
(They are (not) the same height)

Lidya is even groot als Sanne
(Lidya is as tall as Sanne)

Question 27

de formula van
dezelfde
hetzelfde

Answer 27

(NIET) DEZELFDE + de substantief
(NIET) HETZELFDE + het substantief

Ze hebben (niet) dezelfde neus
(They have (not) the same nose)

Ze hebben (niet) hetzelfde T-shirt
(They have (not) the same nose)

Question 28

Lidya is as tall as Sanne
Lidya and Sanne are the same height

Answer 28

Lidya is even groot als Sanne
Lidya en Sanne zijn even groot

Question 29

They are not both bald

Answer 29

Ze zijn niet allebei kaal

Biri kel, digeri degil demek

Question 30

Neither of them is a student

Answer 30

Ze zijn geen van beiden student

Question 31

None of them speak Dutch.

Answer 31

Geen van beiden spreekt Nederlands
Niemand van hen spreekt Nederlands.

Question 32

to resemble (benzemek)

Answer 32

oplijken

Hij lijkt op zijn vader voor de uiterlijke kenmerken
He resembles his father in terms of physical characteristics

Question 33

They look like each other because they have the same eyes and the same hair

Answer 33

Ze lijken op elkaar omdat ze dezelfde ogen en hetzelfde haar hebben

Question 34

sense of humor

Answer 34

het gevoel voor humor

Zij en haar papa hebben hetzelfde gevoel voor humor

Question 35

Our noses are same

Answer 35

Onze neuzen zijn hetzelfde.

Cumle soninda her zaman hetzelfde kullanilir.