Het romeins bestuur na de veroveringen Flashcards

1
Q

Waarom profiteerden de kleine boeren niet van de overwinningen

A

De vijand verwoestte vaak het land van de boer die ging vechten. Ze eisten ook oorlogsbelastingen die ze niet konden betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grootbezitters profiteerden wel van de oorlog

A

Ze konden kleine bezittingen opslorpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie waren de grote oorlogsslachtoffers in Rome

A

De kleine boeren (plebjers) en slaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie werd rijker door de oorlogen?

A
  • grootgrondbezitters
  • handelaars, bankiers en ondernemers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vetorecht

A

Het recht om alle beslissingen van de Senaat en van de magistraten tegen te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Volkstributen

A

Twee personen uit de volksvergadering die over vetorecht beschikken en de belangen van het volk moeten bewaken tegen de elite. Konden later ook wetsvoorstellen indienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Politiek geweld

A

Verwijst naar het gebruik van fysieke kracht of dreiging daarvan om politieke doelen te bereiken of te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De romeinse politiek was ca. 100 v.C. nog altijd het monopolie van patriciërs

Juist of fout?

A

Fout, ook plebejers konden consul worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een beroepsleger kon langer worden ingezet dan een burgerleger

Juist of fout

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De beroepssoldaat vocht vooral voor de eer van de republiek

A

Fout, ze waren vooral trouw aan hun generaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

België heeft een beroepsleger

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly