Anatomie - ademhaling - bloedcirculatie - abdomen Flashcards
1
Q
Dorsaal
A
Naar de rug toe, naar boven toe t.o.v. rechtstaand dier
2
Q
Harde gehemelte
A
Palatum durum
3
Q
Zachte gehemelte
A
Palatum mole
4
Q
Caudaal
A
Naar achteren toe
5
Q
Keel
A
Farynx
6
Q
Strotklepje
A
Epiglottis
7
Q
Strottenhoofd
A
Larynx
8
Q
Luchtpijp
A
Trachea
9
Q
Vomeronasaal orgaan
A
Sensorisch orgaan dat voorkomt in de neusholte of het dak van de mond van meeste amfibieën, reptielen en zoogdieren. Dit orgaan kan bepaalde moleculen, waaronder feromonen, detecteren.
10
Q
Borstholte
A
Thorax
11
Q
Middenrif
A
Diafragma
12
Q
Slokdarm
A
Oesophagus
13
Q
Longen
A
bronchen
14
Q
Hartkamer
A
Ventrikel
VENster in de kamer
15
Q
Hartboezem
A
Atrium