1.6 Controleren van inflammatie en modulatie van het immuunsysteem Flashcards

(17 cards)

1
Q

Waar komt inflammatie van het respi systeem vandaan?

A
  • factoren van buitenaf;

- immuunsysteem van de patiënt zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn glucocorticosteroiden?

A

Zeer potente ontstekingsremmers en modulatoren van het immuunsysteem (m.n. lymfocyten)
- uitgebreid werkingsspectrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorbeelden van aandoeningen waarbij je glucocortico’s

A

RAO bij het paard, astma bij de kat, chronische bronchitis bij de hond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Werking van glucocorticos

A
  • Uitgebreid effect op arachidonzuur cascade,
  • remmen transcriptie van legio factoren verantwoordelijk voor ontsteking,
  • remmen van afgifte van ontstekingsmediatoren door immuuncellen,
  • remmen van lymfocytenproliferatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is prednisolon/predison?

A
Predison = prodrug, omzetting verschillend per diersoort; 
Prednisolon = semisynthetische stof met een goede orale biologische beschikbaarheid in alle monogastrische dieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bijwerkingen (lange termijn) prednisolon

A
  • immunosuppressie
  • vertraagde wondgenezing
  • stofwisselingsproblemen (hyoerglycemie, diabetes mellitus).
  • maagdarm ulcera
  • elektrolyten dysbalans
  • osteoporose
  • endogene productie van steroïden door bijnierschors wordt stilgelegd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom niet plotseling stoppen met prednisolon?

A
  • omdat bij langdurige toediening, de productie van endogene steroïden door de bijnierschors wordt stilgelegd, de bijnierschors moet de tijd krijgen om weer actief te worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kun je systemische bijwerkingen van prednisolon vermijden?

A
  • toediening per inhalatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is fluticason?

A
  • zeer poten synthetische glucocorticoïd, per inhalatie toegediend
  • bij paard en GD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bijwerkingen fluticason?

A
  • ook systemisch effect waargenomen: remming endogene cortisol productie door bijnierschors
  • glucocorticosteroiden kunnen membranen passeren en dus een mate van lipofiliteit bezitten, aangrijpingspunt = intracellulair steroïd receptor die na activatie transcriptie procuessen in de nucleus beïnvloedt; fluticason zal daarom ook in zekere mate opgenomen worden in het bloed na lokale toediening in de luchtwegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer zijn glucocortico’s geCONTRAindiceerd?

A

bij patiënten met infectieuze problematiek, vanwege het immunosuppressieve effect

  • uitzondering: éénmalig in een acute situatie met heftige ontsteking en benauwdheid
  • vb. dexamethason eenmalig parenteraal toedienen geen immunosuppressie maar wel uitgebreider effect op ontstekingsreacties dan beschikbare alternatieven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn NSAIDs?

A
  • belangrijke ontstekingsremmers en koortsverlagers

- remmen m.n. COX en daarmee de synthese van prostaglandines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer NSAIDs geïndiceerd?

A
  • om ontstekingsprocessen in de luchtwegen te remmen
  • koorts remmen bij luchtwegpatiënten
  • specifiek: bronchopneumonie bij kalveren –> daarbij veel LOX activiteit , dan terughoudend met NSAIDs omdat het remmen van COX pad mogelijk kan leiden tot meer aanbod van substraat voor LOX en zo nog meer productie van leukotriënen, leukotriënen leiden tot uitgebreide ontstekingsreacties en bronchoconstrictie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen leukotriënen?

A

Potente bronchoconstrictors en ontstekingsmediatoren; daarom kunnen leukotrieen-receptor antagonisten in de toekomst wellicht iets voor luchtwegpatiënten gaan betekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer anti-histaminica / mestcel stabillisatoren toedienen?

A

behandeling van individuele luchtwegpatiënten met overgevoeligheden waarbij histamine afgifte een aanzienlijke rol speelt in de pathogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet cromoglicaat?

A
  • voorbeeld van mestcel stabilisator
  • voorkomt afgifte van ontstekingsmediatoren (o.a. histamine) door mestcellen
  • per inhalatie
17
Q

Toepassing anti-histaminica?

A
  • m.n. H1-receptor antagonisten, systemische toepassing, kan ook per os
  • centrale bijwerkingen door passage BHB