17.102024 - Seperabel Verbas Flashcards
(37 cards)
Oksana komt uit Oekraine.–> direct
Indrirecet met
–> zeker zijn / weten zeker
2 opties?
Ik ben zeker dat Oksana uit Oekraine komt
Ik weet zeker dat Oksana uit Oekraine komt
I know what country she’s from. –> 2 opties?
Ik weet uit welk land ze komt.
Ik weet waaruit ze komt.
That is the book I use to learn Dutch
Dat is het boek waarmee ik Nederlands leer
I asked that..
I said that..
Ik heb gevraagd dat..
Ik heb gezegd dat..
Ik heb gevraagd dat waar jij woont.
Ik stap in Brussel over –> indirecte met “Ik heb gezegd”
Ik heb gezegd dat ik in Brussel overstap.
KATAPULT ZINLERDE SEPERABEL VERBALAR AYRILMAZ!!
to transfer” or “to change
overstappen
We moeten in Brussel overstappen op een andere trein.
(We need to transfer to another train in Brussels.)
Hij is van baan overgestapt naar een ander bedrijf.
(He switched jobs to another company.)
to record,” “to answer” (a phone), or “to admit” (to a hospital)
opnemen
To record (audio or video):
We gaan de vergadering opnemen zodat iedereen het later kan terugkijken.
(We are going to record the meeting so everyone can watch it later.)
To answer (a phone call):
Kun je de telefoon opnemen, alsjeblieft?
(Can you answer the phone, please?)
To admit (to a hospital):
Hij is in het ziekenhuis opgenomen na het ongeluk.
(He was admitted to the hospital after the accident.)
To withdraw (money from a bank or ATM):
Ik moet wat geld opnemen bij de bank.
(I need to withdraw some money from the bank.)
To absorb:
De spons neemt het water snel op.
(The sponge quickly absorbs the water.)
to hand out” or “to distribute”
uitdelen
De leraar deelde de examens uit aan de leerlingen.
(The teacher handed out the exams to the students.)
Op het feest deelden ze cadeautjes uit aan de kinderen.
(At the party, they distributed gifts to the children.)
to abolish,” “to cancel,” or “to discontinue
Afschaffen
De regering heeft besloten de wet af te schaffen.
(The government has decided to abolish the law.)
Ze hebben de treinverbinding naar dat dorp afgeschaft.
(They have discontinued the train service to that village.)
firm,” “fixed,” or “secure
vast
Common meanings and examples:
Firm or fixed (physically):
De schroef zit vast in de muur.
(The screw is fixed in the wall.)
Secure or stuck:
De deur zit vast, ik kan hem niet openmaken.
(The door is stuck, I can’t open it.)
Certain or sure (figuratively):
Het is nog niet vast of we op vakantie gaan.
(It’s not certain yet if we’re going on vacation.)
Regular or permanent:
Hij heeft een vaste baan.
(He has a permanent job.)
to recommend
aanbevelen
Ik kan dit restaurant echt aanbevelen, het eten is geweldig.
(I can really recommend this restaurant, the food is amazing.)
De leraar heeft dat boek aan ons aanbevolen.
(The teacher recommended that book to us.)
to spend” or “to publish”
uitgeven
To spend (money):
Ik heb veel geld uitgegeven aan nieuwe schoenen.
(I spent a lot of money on new shoes.)
To publish (books, magazines, etc.):
De schrijver heeft vorig jaar zijn nieuwste boek uitgegeven.
(The author published his latest book last year.)
To transfer (money), to copy (by hand):
overschrijven
To transfer (money):
Ik zal het geld naar je rekening overschrijven.
(I will transfer the money to your account.)
To copy (by hand):
Hij moest de tekst netjes overschrijven in zijn schrift.
(He had to neatly copy the text into his notebook.)
to purchase” or “to buy
aankopen
Ik wil een nieuwe auto aankopen.
(I want to purchase a new car.)
Ze heeft gisteren een huis aangekocht.
(She bought a house yesterday.)
to ask back” or “to request back
terugvragen
Ik heb mijn boek teruggevraagd van mijn vriend.
(I asked for my book back from my friend.)
Je kunt de belasting die je te veel hebt betaald terugvragen.
(You can request back the tax you overpaid.)
to contact
contact opnemen
Wie neemt contact met de politie voor buurtlawaai op?
Who contacts the police for neighborhood noise?
to establish,” “to determine, to conclude
vaststellen
Ik stel vast dat er vandaag geen treinen rijden.
I conclude that no trains are running today.
De dokter heeft vastgesteld dat ik een allergie heb.
(The doctor has determined that I have an allergy.)
We moeten de feiten vaststellen voordat we een beslissing nemen.
(We need to establish the facts before making a decision.)
to switch off,” “to disable,” or “to eliminate
uitschakelen
Je moet de computer uitschakelen voordat je hem schoonmaakt.
(You need to switch off the computer before cleaning it.)
Het alarm schakelt automatisch uit als je de juiste code invoert.
(The alarm automatically disables when you enter the correct code.)
Ze hebben de verdachte uitgeschakeld voordat hij schade kon aanrichten.
(They eliminated the suspect before he could cause harm.)
to eat away” or “to consume entirely.
leegeten
Ze hebben de hele pizza leeggegeten.
(They ate the entire pizza.)
Hij kan niet stoppen met snoepen; hij heeft al de koekjes leeggegeten.
(He can’t stop snacking; he has already eaten all the cookies.)
current account” or “checking account
de zichtrekening
Ik heb mijn salaris op mijn zichtrekening laten storten.
(I had my salary deposited into my current account.)
Met een zichtrekening kun je gemakkelijk geld opnemen wanneer je het nodig hebt.
(With a current account, you can easily withdraw money when you need it.)
Als kind ruimde ik nooit mijn kamer op.
indirect 4 opties met “Ik heb gezegd” ?
Ik heb gezegd dat ik als kind nooit mijn kamer opruimde.
Ik heb gezegd dat ik nooit mijn kamer als kind opruimde.
Ik heb gezegd dat ik als kind mijn kamer nooit opruimde.
Ik heb gezegd dat ik nooit mijn kamer opruimde als kind.
Als ik op vakantie vertrek, zet ik mijn valiezen de avond voor mijn vertrek klaar. indirect 2 opties?
“When I go on vacation, I prepare my suitcases the night before my departure.”
Ik geb gezegd dat als ik op vakantie vertrek, ik mijn valiezen de avond voor mijn vertrek klaarzet.
Ik geb gezegd dat ik als ik op vakantie vertrek, mijn valiezen de avond voor mijn vertrek klaarzet.
suitcase(s) in Belgie?
in Nederland?
in Belgie –> de valies (valiezen)
in Nederland –> de koffer(s)
fatigue” or “tiredness
de vermoeidheid
Na een lange werkdag voelde ik veel vermoeidheid.
(After a long day of work, I felt a lot of fatigue.)