Algemene normatieve ethiek Flashcards
Normatieve ethiek =
een systeem op grond waarvan men mensen, daden en keuzes ethisch kan beoordelen. Bijvoorbeeld kan men binnen de normatieve ethiek beredeneren of liegen onder bepaalde omstandigheden moreel toelaatbaar is
normatieve ethiek bestaat slechts uit:
1 ultiem criterium van moreel gedrag
1 enkele regel of
1 set van principes
Drie verschillende theorieën normatief ethiek:
Deugdtheorie
Plichttheorie
Consequentietheorie
- Deugdtheorie (10)
- Nadruk ligt op het ontwikkelen van goede karaktergewoonten en voorkomen van slechte deugden
- Volwassen zijn verantwoordelijk om jongeren deugd bij te brengen
Aristoteles (445-388 voor het begin van onze jaartelling) heeft een ethiek geformuleerd die tegenwoordig te boek staat als deugdenethiek.
•Visie Aristoteles: het verwerven van goede deugden leidt tot betere controle over emoties (angst-moed). Vermijden extremen (te veel moed-onbezonnenheid)
- Deugden zijn eigenschappen die mensen in staat stellen om juist te handelen
- Volgens Aristoteles kan een mens zich alleen in een gemeenschap ontplooien
- Het geluk van een individu valt samen met het collectieve geluk van een gemeenschap.
- de motieven van een handelende persoon van zijn van groot belang
- motiverende werking; doordat wij deugden waarderen in andere mensen, willen wij ook zo’n goed mens worden
- Drie theologische deugden: geloof / hoop / liefde
Plichttheorie / deontologische ethiek =
• Goed of slecht is onafhankelijk van de menselijke wensen (eerlijk proces gehate massamoordenaar
Filosofen deontologische ethiek (4)
Samuel Plufendorf,
John Locke
Immanuel Kant
William D. Ross
Visie Samuel Plufendorf
Taken in 3 rubrieken:
plichten jegens God
plichten jegens jezelf
plichten jegens een ander
Visie John Locke
3 fundamentele rechten: leven, vrijheid, nastreven geluk
benadering van ethiek zoals de rechtstheorie die hanteert
’ mijn recht om niet te worden geschaad door u’
Visie Immanuel Kant
centraal in de ethiek staat de zedelijkheid
centraal in de zedelijkheid staat de goede wil
Kant stelt dat ons doen en laten steeds moet voldoen aan de categorische imperatief:
:“Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doe dat ook een ander niet.”
Visie William D. Ross
prima facie-plichten = intuitief weten wat je eigenlijke taak is.
zeven prima facie- plichten: trouw, herstel, dankbaarheid, rechtvaardigheid, weldoen, verbetering van jezelf, niet schaden
voorbeeld: je leent van buurman pistool, op een dag vraagt hij pistool terug om iemand te wreken. Aan de ene kant de plicht om pistool terug te geven, aan de andere kant de plicht te voorkomen dat iemand niet gewond raakt.
Consequentietheorie / teleologische ethiek / doelethiek
- Morele verantwoordelijkheid wordt vastgesteld door te letten op de gevolgen van onze handelingen
- Vereist dat we kunnen overzien wat goede en slechte gevolgen zijn van een actie
Wat is utilisme?
utilisme is de ethische overtuiging dat handelingen goed of verkeerd zijn in de mate waarin ze nuttig zijn.
Bij het benoemen van het nut maakt men onderscheid tussen
gebeurtenissen die op zich nut betekenen en daarom al de moeite waard zijn (intrinsiek)
gebeurtenissen die niet nuttig of onnuttig zijn maar die ter zake doen omdat ze op de een of andere manier dingen veroorzaken die als nuttig worden gewaardeerd (instrumenteel)
wat moet worden gewaardeerd als intrinsiek (op zich) nuttig:
- hedonistisch utilisme = plezier
- eudemonistisch utilisme=geluk welzijn
- agathistisch utilisme = het intrinsiek goede
3 onderdelen consequentietheorie:
Ethisch egoisme: actie is moreel juist als het gevolg gunstig is voor de handelend persoon
Ethisch altruisme: actie is moreel juist als het gevolg voor iedereen gunstig is, behalve de voor de handelend persoon
Utilitarisme: actie is moreel juist als het gevolg gunstig is voor iedereen