1A1 week 4 HC 1 & 2 Zenuwstelsel Flashcards

(39 cards)

1
Q

Wat ontstaat er uit het telencephalon?

A

Cerebrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat ontstaat er uit het diencephalon?

A

(Hypo)thalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat ontstaat er uit het mesencephalon?

A

Middenhersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat ontstaat er uit het metencephalon?

A

Cerebellum & pons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat ontstaat er uit het myelcephalon?

A

Medulla oblongata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat de hersenstam?

A

Middenhersenen, pons en medulla oblongata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de precentrale gyrus?

A

De motorische schors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heet het voorste hersengebied en wat doet deze?

A

De frontalis, deze verzorgt het complexe

denkvermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heet het onderste/ventrale hersengebied en wat doet deze?

A

De temporalis, deze verzorgt herkenning en geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet het achterste hersengebied en wat doet deze?

A

De occipitalis, deze verzorgt het visuele vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heet het dorsale hersengebied en wat doet deze?

A

De parietalis, deze verzorgt ruimtelijk inzicht en zintuigverwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarmee zijn de twee hersenhelften verbonden?

A

Corpus callosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de postcentrale gyrus?

A

De sensorische schors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is afferent?

A

Naar neuron toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is efferent?

A

Van de neuron af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet de limbische schors?

A

Pijn verwerking en emoties

17
Q

Wat vormt de grijze stof?

A

Cellichamen en dendrieten

18
Q

Wat vormt de witte stof?

A

Axonen met myelineschede

19
Q

Wat zijn de vier soorten gliacellen?

A

Oligodendrocyten, astrocyten, microglia en ependymcellen

20
Q

Wat is het receptieve deel van een neuron?

A

Dendriet of soma

21
Q

Waarop classifiseren we neuronen?

A

Projectie (korte of lange afstand), dendritische structuur (pyramide vorm of ster vorm), aantal uitsteeksels (uni, bi of multipolair)

22
Q

Wat is divergent?

23
Q

Wat is convergent?

24
Q

Wat is inhiberend?

25
Wat is exciterend?
Stimulerend
26
Wat is een ganglion?
Cellichaam van een neuron buiten CZS (alleen in visceraal zenuwstelsel)
27
Wat doet een oligodendrocyt?
Myelineseert (meerdere) axonen in het CZS
28
Wat doet een astrocyt?
Vormt een bloed-hersen barriere en geeft steun
29
Wat doet een microglia?
Fagocytose en littekenvorming
30
Wat doet een ependymcel?
Liquor productie
31
Wat is het sympatische zenuwstelsel?
Zenuwstelsel in actie
32
Wat is het parasympatische zenuwstelsel?
Zenuwstelsel in rust
33
Waar liggen de ganglionen bij het sympatische zenuwstelsel en hoe wordt deze geïnnerveerd?
Ganglionen liggen dichtbij het CZS en worden geïnnerveerd door het ruggenmerg/ de grensstreng (T1 tm L3)
34
Waar liggen de ganglionen bij het parasympatische zenuwstelsel en hoe worden deze geïnnerveerd?
Ganglionen liggen dicht bij het target orgaan en worden geïnnerveerd door de hersenstam en het onderste deel van het ruggenmerg (S2 tm S4)
35
Wat is een perikaryon?
Cellichaam van een neuron (ook wel soma)
36
Uit welke lagen bestaat de grijze stof van het cerebellum?
Moleculaire laag, purkinjelaag een granulaire laag
37
Hoe heet de buitenste vlies van de hersenen?
Dura mater (onregelmatig vezelig)
38
Hoe heet de binnenste vlies van de hersenen?
Pia mater
39
Hoe heet de laag tussen de twee vliesen van de hersenen?
Arachnoïdea