1.A.9 - HC.1 Darmmotoriek en secretie Flashcards
(22 cards)
Hoe heet de slokdarmsluitspier die de oesophagus bovenin en onderin afsluit?
oesophagus sphincter
Hoe heet de sphincter die de maag afsluit?
pylorus sphincter
Wat zijn de hoofdfuncties van het spijsverteringskanaal?
Motoriek: het kneden en voortstuwen van voedsel
Secretie: er wordt water, enzymen en gal uigescheden
Digestie: werking van ezymen en gal
Resorptie: opname van voedingsstoffen
Productie faeces (ontlasting)
Wat zijn de 4 lagen van het duodenum?
- mucosa: binnenste laag bevat klieren voor afscheiding van verteringssappen
- submucosa: bevat klieren, bloedvaten en galgangen maar bestaat voornamelijk uit bindweefsel
- muscularis externa: kringspier laag met daaromheen een lengtespier laag
- serosa: buitenbekleding is bindvlies met bloedvaten
Wat zijn de 3 lagen van de mucosa?
- epitheellaag: binnenste laag met plooien bevat slijmproducerende cellen
- lamina propria: bestaat uit klieren en bindweefsel
- lamina muscularis mucosae: dunne kringspierlaag
Wat zijn de villi?
uitstekende structuren die veel capillair- en lymfevaten bevatten en daarnaast ook een epitheellaag
uit welke lagen bestaat het colon?
- villi
- crypten van Lieberkühn: bevinden zich verschillende soorten cellen
- lamina propria
- muscularis mucosae
- submucosa
- circulaire spierlaag
- longitunale spierlaag
Wat is de functie van de cellen van Paneth?
Ze bieden metabole ondersteuning van de stamcellen
Wat zijn de verschillen tussen gladde spiercellen en dwarsgestreepte spiercellen?
- actine en myosine filamenten zijn anders georganiseerd
- in dwarsgestreepte spiercellen is de structuur van actine en myosine beter te onderscheiden
- samen trekken van een gladde spiercel gaat langzamer
- samen trekken van een gladde spiercel is efficienter want kost minder energie
- proces van contractie bij de gladde spiercel is ingewikkelder
- gladde spiervezel heeft veel transmitter kanalen
Hoe werkt het direct mechanisme van de gladde spiercel?
- calciumconcentratie stijgt –> calcium bind aan eiwit calmoduline
- MLCK wordt geactiveerd
- myosine wordt door MLCK gefosforyleerd
- ATP wordt gehydrolyseerd
- activatie van kruisbrug cyclus
Hoe werkt het secon messenger systeem van de gladde spiercel?
- G-eiwitten worden geactiveerd
- PIP2 wordt gesplitst in IP3 en diacylglycerol
- IP3 bindt aan calciumkanalen in het sacroplasmatisch riticulum
- calciumcanalen gaan openstaan en calcium zal zich verplaatsen naar sacroplasma
Wat zorgt voor beindiging van de contractie?
- verlaging calciumconcentratie: MLCK wordt gedeactiveerd
- defosforylatie: MLfosfatase nodig om fosfaatgroep van eiwit aftehouden
Waar is de ATP-ase activiteit afhankelijk van?
fosforylering van actinefilamenten
Welke 2 soorten gladde spieren onderscheiden we?
- multi-unit: per spiercel/vezel is er één zenuwvezel, meer signalen nodig –> nauwkeurige bewegingen (iris)
- unitary: één zenuw heeft een uiteinde op meerdere spiercellen, één klein signaal veel spiercellen contraheren, niet nauwkeurig (maag-darmkanaal)
De meeste gladde spiercellen kunnen actiepotentialen vuren
!
3 verschillende soorten golven actiepotentiaal gladde spiercellen
- spike: kort en korte depolarisatie
- plateau: vergelijken met hartspiercel
- slow waves: gaan omhoog en omlaag
Hoe krijgen de gladde spieren die geen actipotentiaal kunnen vuren hun signalen?
- koppeling met gap-junctions
- directe neurotransmitter
Hoe ontstaan slow waves contracties?
- calciumkanalen openen doordat de cel depolariseert
- er ontstaat een actiepotentiaal
- calcium stroomt de cel in, calciumconcentratie in de cel stijgt
- Binding aan calcium afhankelijke chloridekanalen
- als chloride-evenwichtspotentiaal vrij negatief is –> cel krijgt meer negatieve potentiaal en gaat hyperpolariseren
- spanningsafhankelijke calciumkanalen sluiten –> daling calciumconcentratie
- Depolarisatie doordat calcium afhankelijke chloridekanalen sluiten –> cel gaat depolariseren
Hoe kun je slow wave omlaag en omhoog brengen?
omlaag: IPSP’s
omhoog: EPSP’s
Via wat vindt de innervatie van gladde spiercellen plaats?
parasympathicus
Waar gaat de informatie over organen naartoe?
nucleus tractus solitarius
Wat zijn plexus entericus?
intrinsieke neuronen van de darnmen