1L Roma Aeterna boekje II 2024-2025 ingevuld. Flashcards

(313 cards)

1
Q

Wat is een fabel?

A

Een kort verhaaltje waarin dieren en soms ook planten de hoofdrol spelen en menselijke eigenschappen hebben.

Fabels bevatten vaak een moraal en kritiek op menselijke eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie zijn de bekendste auteurs van fabels uit de Grieks-Romeinse oudheid?

A

Aesopus en Phaedrus.

Aesopus wordt gezien als de grondlegger van het genre, terwijl Phaedrus de Griekse fabels naar het Latijn bewerkte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn vier kenmerken van een fabel?

A
  • Kort en bondig
  • Dieren of planten hebben menselijke eigenschappen en spelen hoofdrol
  • Humor
  • Maatschappijkritiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de moraal van de fabel van de raaf en de vos?

A

Hecht geen belang aan vleierij.

Vleierij maakt niemand blij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat leert de raaf in de fabel van de raaf en de vos?

A

Dat er een verschil is tussen lof en vleierij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de moraal van de fabel van de haas en de schildpad?

A

Niet alles hangt af van je talent, je moet gewoon sowieso je best doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wilde de hond doen toen hij de andere hond zag in het water?

A

Aliam praedam eripere (een andere buit roven).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurde er met de hond toen hij zijn mond opendeed om de andere hond aan te vallen?

A

Hij liet het voedsel vallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de boodschap van de fabel ‘Ranae et tauri’?

A

Waar groten vechten, lijden kleinen ‘t meest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom maken de kikkers zich zorgen in de fabel ‘Ranae et tauri’?

A

Omdat een van de stieren in hun moeras kan terechtkomen en hen vertrappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat vraagt de hongerige krekel aan de mier?

A

Om voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de reactie van de oudste mier op de vraag van de krekel?

A

Ze vraagt waarom ze de krekel hun graan zouden geven en waar zijn eigen wintervoorraad is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vul de lege plek in: Een fabel bevat altijd een _______ over menselijke eigenschappen.

A

maatschappijkritiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de rol van humor in een fabel?

A

Het maakt het verhaal aantrekkelijk en helpt bij de overdracht van de moraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het belang van de stereotiepe eigenschappen van dieren in fabels?

A

Ze maken het voor de toehoorders of lezers gemakkelijker om zich in te leven in het verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een belangrijk gevolg van de bedekte maatschappijkritiek in fabels?

A

Het stelt slaven in staat om kritiek te uiten zonder directe gevolgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er als de haas in de fabel van de haas en de schildpad zich laat afleiden?

A

De schildpad wint de race.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wie is de auteur van de fabels die de haas en de schildpad en de raaf en de vos bevatten?

A

Aesopus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een voorbeeld van een bekende moderne adaptatie van een fabel?

A

De Disney-versie van de wedstrijd tussen de haas en de schildpad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat vraagt de oudste mier aan de krekel?

A

Waarom zouden we jou ons graan geven?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de reactie van de oudste mier op de krekel?

A

Waar is je eigen wintervoorraad?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat betekent ‘famelica’?

A

Adjectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bij welk woord hoort ‘famelica’?

A

Cicada

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Haal een voorzetselgroep uit de zin: ad formicam

A

ad formicam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zegt de oudste mier tegen de krekel over werken?
O cicada, ego per omnem aestatem laboro, sed tu cantas et nihil facis!
26
Wat zegt de mier over de gevolgen van zingen in de zomer?
Wie in de zomer moet zingen, die moet in de winter maar dansen.
27
Wie vormt een bedreiging voor de duiven?
De milvus (wouw)
28
Hoe kunnen de duiven ontsnappen?
Door de celeritate pennarum
29
Wat gebeurt er met de duiven als de wouw de macht heeft?
Ze worden een voor een verorberd door de wouw.
30
Wat zegt een van de duiven over hun situatie?
Eigen schuld dat dit geschiedt. Wie laat zich ook beschermen door een aartsbandiet?
31
Wat is de moraal van de fabel?
Wie in gevaar zich laat beschermen door gespuïs komt vast en zeker van een koude kermis thuis.
32
Wat is een 'hawk' in de Amerikaanse politiek?
Een politicus die de uitbouw van het militaire bestand belangrijk vindt.
33
Wat is een 'dove' in de Amerikaanse politiek?
Een politicus die zich inzet voor vrede en oorlog probeert te vermijden.
34
Link de wijsheid ‘Wie het bezit van een ander wil, verliest zijn eigen bezit’ aan een fabel.
Fabel: Vulpes et corvus
35
Link de wijsheid ‘Wie winnen wil, die staat niet stil’ aan een fabel.
Fabel: Canis et simulacrum suum
36
Link de wijsheid ‘Wie niet vooruitziet, komt in de problemen’ aan een fabel.
Fabel: Cicada et formica
37
Wat is de wetenschappelijke naam voor de wolf?
Canis lupus
38
Wat is de wetenschappelijke naam voor de huiskat?
Felis catus
39
Wat is de wetenschappelijke naam voor de duif?
Columba palumbus
40
Wat is de wetenschappelijke naam voor de vos?
Vulpes vulpes
41
Wat is de genitief van het woord 'penna'?
pennae
42
Wat is de genitief van het woord 'lupa'?
lupae
43
Wat is de genitief van het woord 'cibus'?
cibi
44
Wat is de genitief van het woord 'simulacrum'?
simulacri
45
Wat is de functie van de genitief in een zin?
Bijvoeglijke van-bepaling
46
Wat is de nominatief van het woord 'annus'?
annus
47
Wat is de accusatief van het woord 'lupa'?
lupam
48
Wat is de functie van een lijdend voorwerp?
Ondergaat de handeling van de persoonsvorm.
49
Wat is de betekenis van 'verus'?
Waar
50
Wat is de betekenis van 'stultus'?
Dom, dwaas
51
De genitief van 'arma' is _______.
armorum
52
De vertaling van 'cibum' is _______.
het voedsel
53
De vertaling van 'dolum' is _______.
de list
54
De vertaling van 'aqua' is _______.
het water
55
De vertaling van 'taurus' is _______.
de stier
56
De vertaling van 'pugna' is _______.
het gevecht
57
De vertaling van 'ludi' is _______.
de spelen
58
Wat is de stam van het substantief 'annus'?
ann-
59
Wat is de stam van het substantief 'lupa'?
lup-
60
Wat is de stam van het substantief 'bellum'?
bell-
61
Wat is de genitief van het woord 'oppidum'?
oppidi
62
Wat is de functie van de nominatief in een zin?
Onderwerp
63
Wat is de functie van de accusatief in een zin?
Lijdend voorwerp
64
Wat is de genitief van het woord 'cibum'?
cibi
65
Wat is de genitief van het woord 'signum'?
signi
66
Wat is de genitief van het woord 'armorum'?
armorum
67
Wat is de genitief van het woord 'praeda'?
praedae
68
Wat is de genitief van 'de goden' in het Latijn?
deorum ## Footnote 'De goden' in het genitief is 'deorum'.
69
Wat is de nominatief enkelvoud van 'het voedsel' in het Latijn?
cibus ## Footnote 'Cibus' betekent 'het voedsel'.
70
Wat is de accusatief enkelvoud van 'de roos' in het Latijn?
rosam ## Footnote 'Rosam' is de accusatief enkelvoud van 'rosa'.
71
Wat is de nominatief enkelvoud van 'het water' in het Latijn?
aqua ## Footnote 'Aqua' betekent 'het water'.
72
Wat is de genitief meervoud van 'de vrouwen' in het Latijn?
feminarum ## Footnote 'Feminae' in de genitief meervoud is 'feminarum'.
73
Wat is de accusatief meervoud van 'de wapens' in het Latijn?
arma ## Footnote 'Arma' is de accusatief meervoud van 'arma'.
74
Vul in: 'de snelheid van de wolvin' in het Latijn is _______.
celeritas lupae ## Footnote 'Celeritas lupae' betekent 'de snelheid van de wolvin'.
75
Wat betekent 'Romuli dolus' in het Nederlands?
de list van Romulus ## Footnote 'Dolus' betekent 'list'.
76
Wat is de functie van 'Romuli' in de zin 'Romuli novum oppidum video'?
genitief enkelvoud ## Footnote 'Romuli' is genitief enkelvoud en betekent 'van Romulus'.
77
Wat is de vertaling van 'Numitor avus Romuli est'?
Numitor is de grootvader van Romulus. ## Footnote 'Avus' betekent 'grootvader'.
78
Wat is de nominatief enkelvoud van 'de naam' in het Latijn?
nomen ## Footnote 'Nomen' betekent 'de naam'.
79
Wat is de vertaling van 'Aeneas in patriam Laviniae venit'?
Aeneas gaat naar het vaderland van Lavinia. ## Footnote 'Patriam' betekent 'vaderland'.
80
Wat is de stam van het werkwoord 'tenere'?
tene- ## Footnote 'Tenere' is een e-vervoeging.
81
Wat is de 1e persoon enkelvoud van 'ik roep' in het Latijn?
appell-o ## Footnote 'Appell-o' komt van de a-vervoeging 'appella-re'.
82
Wat is de vertaling van 'mitt-o'?
ik zend ## Footnote 'Mitt-o' is de 1e persoon enkelvoud van de consonantvervoeging.
83
Wat is de 2e persoon meervoud van 'jullie roepen' in het Latijn?
appella-tis ## Footnote 'Appella-tis' is de 2e persoon meervoud van de a-vervoeging.
84
Wat zijn de bindklinkers voor werkwoorden?
-e-, -u-, -i- ## Footnote Bindklinkers helpen bij de uitspraak van werkwoordsvormen.
85
Wat is de 3e persoon meervoud van 'zij kunnen' in het Latijn?
pos-sunt ## Footnote 'Pos-sunt' komt van het werkwoord 'posse'.
86
Wat is de vertaling van 'Bene cantare potestis'?
Jullie kunnen goed zingen. ## Footnote 'Bene' betekent 'goed'.
87
Wat is de functie van 'cibum' in de zin 'Formicae cibum cicada rogat'?
accusatief enkelvoud ## Footnote 'Cibum' betekent 'voedsel'.
88
Wat is de vertaling van 'Ranas taurosque video'?
Ik zie kikkers en stieren. ## Footnote 'Ranas' betekent 'kikkers' en 'taurosque' betekent 'en stieren'.
89
Wat is de vervoeging van 'fugere' voor de 3e persoon enkelvoud?
fugit ## Footnote 'Fugere' is een korte i-vervoeging.
90
Wat is de stam van het werkwoord 'dicere'?
dic- ## Footnote 'Dicere' is een consonantvervoeging.
91
Wat is een substantief?
Een zelfstandig naamwoord dat een persoon, dier of zaak aanduidt. ## Footnote Voorbeelden: vir (de man), bellum (de oorlog), aqua (het water), annos (jaren).
92
Wat is een adjectief?
Een bijvoeglijk naamwoord dat een eigenschap van een substantief geeft. ## Footnote Voorbeeld: novus (nieuw).
93
Wat geeft een werkwoord aan?
Een handeling. ## Footnote Voorbeelden: mittere (zenden), capere (nemen).
94
Wat is de functie van een voorzetsel?
Een klein woordje dat altijd gevolgd wordt door een substantief. ## Footnote Voorbeelden: cum (met), per (gedurende), ab (weg van).
95
Wat is de persoonsvorm (PV) in een zin?
Altijd een werkwoord en duidt de handeling aan. Komt overeen met het onderwerp.
96
Wat doet het onderwerp (O) in een zin?
Het doet de handeling van de persoonsvorm.
97
Wat is een lijdend voorwerp (LV)?
Het ondergaat de handeling van de persoonsvorm.
98
Wat is een voorzetselgroep (VZG)?
Een substantief dat na een voorzetsel komt.
99
Wat is een bijvoeglijke van-bepaling?
Een substantief dat meer uitleg geeft over een ander substantief, vertaald met 'van'.
100
Wat is een meewerkend voorwerp (MV)?
Een substantief dat aangeeft aan/voor wie iets gegeven of gedaan wordt.
101
Wat is een bijwoordelijke bepaling (BWB)?
Een substantief dat aangeeft waardoor, waarmee, wanneer of waar je iets doet.
102
Wat gebeurt er als de PV een vorm van 'esse' is?
Er kan nooit een lijdend voorwerp in de zin staan.
103
Wat is de nominatief naamval?
De functie van onderwerp.
104
Wat is de accusatief naamval?
De functie van lijdend voorwerp.
105
Wat is de genitief naamval?
De functie van bijvoeglijke van-bepaling.
106
Wat is de datief naamval?
De functie van meewerkend voorwerp.
107
Wat is de ablatief naamval?
De functie van bijwoordelijke bepaling.
108
Wat is de o-verbuiging voor mannelijke substantieven?
Model ANNUS.
109
Wat is de a-verbuiging voor vrouwelijke substantieven?
Model LUPA.
110
Wat is de o-verbuiging voor onzijdige substantieven?
Model BELLUM.
111
Wat is de gemengde verbuiging voor mannelijke en vrouwelijke substantieven?
Model LUX.
112
Wat geeft de indicatief presens aan?
De tegenwoordige tijd van werkwoorden.
113
Vul in: De infinitief van 'zijn' is _______.
esse
114
Wat is de vertaling van 'appellare'?
Noemen.
115
Wat is de betekenis van 'aqua'?
Het water.
116
Wat betekent 'amicus'?
De vriend.
117
Wat is de vertaling van 'audacia'?
De moed.
118
Wat is de vertaling van 'ferre'?
Dragen; voeren.
119
Wat is de vertaling van 'flumen'?
De rivier.
120
Wat is de betekenis van 'bellum'?
De oorlog.
121
Wat is de vertaling van 'deus'?
De god.
122
Wat is de betekenis van 'facies'?
het gezicht, het gelaat
123
Wat betekent 'famelicus'?
hongerig
124
Wat is de Latijnse term voor 'de vrouw'?
femina
125
Wat betekent 'ferre'?
dragen; voeren
126
Wat is de betekenis van 'filius'?
de zoon
127
Wat betekent 'finitimus'?
naburig
128
Wat is de Latijnse term voor 'de rivier'?
flumen
129
Wat betekent 'formica'?
de mier
130
Wat is de betekenis van 'fugere'?
vluchten, ontvluchten
131
Wie zijn de 'Gallus'?
de Galliër
132
Wat betekent 'gerere'?
dragen, voeren
133
Wat is de Latijnse term voor 'de Griek'?
Graecus
134
Wat betekent 'habere'?
hebben, houden
135
Wat is de betekenis van 'habitare'?
wonen, leven
136
Vul in: 'hic' betekent _______.
deze; dit
137
Wat betekent 'hostis'?
de vijand
138
Wat is de betekenis van 'ibi'?
daar
139
Wat betekent 'ille'?
hij, zij, het
140
Wat is de Latijnse term voor 'in' met accusatief?
in
141
Wat betekent 'in-ducere'?
uitwrijven, uitvegen
142
Wat is de betekenis van 'in-sidere'?
zitten op
143
Wat betekent 'instituere'?
organiseren
144
Wat is de Latijnse term voor 'tussen' met accusatief?
inter
145
Wat betekent 'inter-ficere'?
doden
146
Wat is de betekenis van 'interim'?
ondertussen
147
Wat betekent 'interpretamentum'?
de toelichting, de opgave
148
Wat is de Latijnse term voor 'binnengaan'?
intro-ire
149
Wat betekent 'invenire'?
vinden
150
Wat is de betekenis van 'invitare'?
uitnodigen
151
Vul in: 'ipse' betekent _______.
hij/zij/het zelf, precies
152
Wat betekent 'ire'?
gaan
153
Wat is de Latijnse term voor 'die, dat'?
is
154
Wat betekent 'ita'?
zo, op die manier
155
Wat is de betekenis van 'Italia'?
Italië
156
Wat betekent 'iubere'?
bevelen
157
Wie is 'Iuno'?
Juno
158
Wat betekent 'iuvenis'?
de jongeman
159
Wat is de Latijnse term voor 'werken'?
laborare
160
Wat betekent 'Latinus'?
Latinus (koning van Latium)
161
Wat is de betekenis van 'lavare'?
wassen
162
Wat betekent 'lectus'?
het bed
163
Wat is de Latijnse term voor 'de gezant'?
legatus
164
Wat betekent 'legere'?
lezen
165
Vul in: 'lente' betekent _______.
traag, langzaam
166
Wat is de betekenis van 'liberi'?
de kinderen
167
Wat betekent 'licentior'?
nogal uitdagend, ongepast
168
Wat is de Latijnse term voor 'de tong, de taal'?
lingua
169
Wat betekent 'locus'?
de plaats
170
Wat is de betekenis van 'ludus'?
het spel
171
Wat betekent 'lupa'?
de wolvin
172
Wat is de Latijnse term voor 'het licht'?
lux
173
Wie is 'magister'?
de (leer)meester
174
Wat betekent 'magnus'?
groot
175
Wie is 'Manlius'?
Manlius (eigennaam)
176
Wie is 'Mars'?
Mars (god van de oorlog)
177
Wat betekent 'mater'?
de moeder
178
Wat is de betekenis van 'meus'?
mijn
179
Wat betekent 'miles'?
de soldaat
180
Wat is de Latijnse term voor 'de (rode) wouw, de havik'?
milvus
181
Wat betekent 'mittere'?
zenden
182
Wat is de betekenis van 'mons'?
de berg
183
Wat betekent 'multus'?
veel
184
Vul in: 'nam' betekent _______.
want
185
Wat betekent 'necare'?
doden, ombrengen
186
Wie is 'Neptunus'?
Neptunus (eigennaam)
187
Wat is de Latijnse term voor 'de moord, de dood'?
nex
188
Wat betekent 'nihil'?
niets
189
Wat is de betekenis van 'nitor'?
de pracht, de schoonheid, de schittering
190
Wat betekent 'nocte'?
's nachts
191
Wat is de Latijnse term voor 'niet'?
non
192
Wat betekent 'novus'?
nieuw
193
Wat is de betekenis van 'nox'?
de nacht
194
Wie is 'Numitor'?
Numitor (grootvader van Romulus en Remus)
195
Wat betekent 'nunc'?
nu
196
Wat betekent 'o'?
'o' of onvertaald laten
197
Wat is de Latijnse term voor 'de gijzelaar'?
obses
198
Wat betekent 'oculus'?
het oog
199
Wat betekent 'o-mittere'?
laten vallen
200
Wat betekent 'omnis'?
geheel, elk, alle
201
Wat is de Latijnse term voor 'de stad'?
oppidum
202
Wat betekent 'ora'?
de kust
203
Wat is de betekenis van 'osculum'?
de kus
204
Wat betekent 'os-tendere'?
tonen
205
Wie is 'paedagogus'?
de slaaf-opvoeder, de pedagoog
206
Wat is de Latijnse term voor 'een mantel met kap'?
paenula
207
Wat is de betekenis van 'Palatium'?
de Palatijn (één van Romes zeven heuvels)
208
Wat betekent 'palla'?
de mantel
209
Wat is de Latijnse term voor 'het moeras, de poel'?
palus
210
Wat betekent 'parare'?
klaarmaken, voorbereiden
211
Wat is de betekenis van 'pars'?
het deel
212
Wat betekent 'pater'?
de vader
213
Wat is de Latijnse term voor 'het vaderland'?
patria
214
Wat betekent 'paucus'?
weinig, mv: enkele
215
Wat is de betekenis van 'pectinare'?
kammen
216
Wat is de Latijnse term voor 'de veer'?
penna
217
Wat betekent 'per' met accusatief?
gedurende; door; langs
218
Wat is de betekenis van 'ponere'?
plaatsen, zetten, leggen
219
Wat betekent 'populus'?
het volk
220
Wat is de Latijnse term voor 'aanreiken, geven'?
por-rigere
221
Wie is 'Porsenna'?
Porsenna (eigennaam; Etruskische koning)
222
Wat betekent 'poscere'?
vragen, eisen
223
Wat is de betekenis van 'positus'?
geplaatst, gezet, gelegd
224
Vul in: 'posse' betekent _______.
kunnen
225
Wat is de Latijnse term voor 'daarna, nadien, later'?
postea
226
Wat betekent 'porta'?
de deur
227
Wat is de betekenis van 'praeda'?
de buit
228
Wat betekent 'praeter' met accusatief?
naast; behalve
229
Wat is de Latijnse term voor 'het meisje'?
puella
230
Wat betekent 'puer'?
de jongen, slaaf
231
Wat is de betekenis van 'pugna'?
het gevecht, de strijd
232
Wat betekent '-que'?
en
233
Wat is de Latijnse term voor 'de kikker'?
rana
234
Wat betekent 'rapere'?
grijpen, stelen, roven
235
Wat betekent 'red-dere'?
herhalen, verklaren, opzeggen, teruggeven
236
Wat is de betekenis van 'regius'?
koninklijk
237
Wat betekent 'regnum'?
de heerschappij
238
Wat is de Latijnse term voor 'terugzenden, terugsturen'?
re-mittere
239
Wie is 'Remus'?
Remus (broer van Romulus)
240
Wat betekent 're-pellere'?
terugdreven, verdrijven
241
Wat is de betekenis van 're-salutare'?
terug groeten
242
Wat betekent 're-vocare'?
terugroepen, herstellen
243
Wie is 'rex'?
de koning
244
Wat betekent 'ridens'?
(al) lachend
245
Wat betekent 'ridere'?
lachen
246
Wat is de Latijnse term voor 'de oever'?
ripa
247
Wat betekent 'rogare'?
vragen
248
Wat is de betekenis van 'Roma'?
Rome
249
Wie is 'Romanus'?
de Romein
250
Wat betekent 'Romanus'?
Romeins
251
Wie is 'Romulus'?
Romulus (mythologische stichter van Rome)
252
Wat betekent 'rosa'?
de roos
253
Wie zijn de 'Sabini'?
de Sabijnen (buurvolk van de Romeinen)
254
Wat betekent 'sacer'?
heilig, gewijd aan
255
Wat is de betekenis van 'saepe'?
vaak, dikwijls
256
Wat betekent 'saevus'?
wild, woest
257
Wat betekent 'salutare'?
groeten, begroeten
258
Wat is de Latijnse term voor 'de rots, de steen'?
saxum
259
Wat betekent 'schola'?
de school
260
Wat betekent 'scribere'?
schrijven
261
Wat betekent 'sed'?
maar
262
Wat is de betekenis van 'sedere'?
zitten, gaan zitten
263
Wat betekent 'sex'?
zes
264
Wat betekent 'sic'?
zo
265
Wat is de Latijnse term voor 'het teken; het signaal'?
signum
266
Wat betekent 'simulacrum'?
het spiegelbeeld
267
Wat is de betekenis van 'somnus'?
de slaap
268
Wat betekent 'spectaculum'?
het spektakel
269
Wat is de Latijnse term voor 'de spiegel, de weerspiegeling'?
speculum
270
Wat betekent 'splendidus'?
schitterend, prachtig
271
Wat is de betekenis van 'statim'?
dadelijk, onmiddellijk
272
Wat is de Latijnse term voor 'het standbeeld'?
statua
273
Wat betekent 'stultus'?
dom, dwaas
274
Wat betekent 'summus'?
hoogst(e), opperst(e)
275
Wat is de betekenis van 'supra'?
erboven, bovenop
276
Wat betekent 'surgere'?
opstaan
277
Wat betekent 'suus'?
zijn, haar, hun
278
Wat is de Latijnse term voor 'het wastafeltje'?
tabula
279
Wat betekent 'talis'?
zo’n, zulke
280
Wat is de betekenis van 'taurus'?
de stier
281
Wat betekent 'telum'?
de speer
282
Wat is de Latijnse term voor 'de tijd; het moment'?
tempus
283
Wat betekent 'tenere'?
hebben, houden, heersen over
284
Wat betekent 'testudo'?
de schildpad
285
Wie is 'Tiberis'?
de Tiber
286
Wat betekent 'tra-dere'?
(zich) overgeven
287
Wat betekent 'trans-ire'?
oversteken
288
Wat betekent 'trepidare'?
beven, bang zijn
289
Wie is 'Troia'?
Troje (antieke stad op de kust van het huidige Turkije)
290
Wat betekent 'tu'?
jij
291
Wat betekent 'tum'?
toen, op dat moment
292
Wat betekent 'tunc'?
toen
293
Wat is de Latijnse term voor 'de tuniek, de tunica'?
tunica
294
Wat betekent 'turba'?
de massa, de menigte
295
Wat betekent 'tutela'?
de voogdij, bescherming
296
Wat betekent 'tuus'?
jouw
297
Wat betekent 'ubi' als bijwoord?
waar
298
Wat betekent 'ubi' als voegwoord?
wanneer
299
Wat betekent 'ungere'?
insmeren, zalven
300
Wat betekent 'unus'?
één
301
Wat is de Latijnse term voor 'de stad'?
urbs
302
Wat betekent 'velle'?
willen
303
Wat betekent 'venire'?
komen, gaan
304
Wat betekent 'verus'?
waar
305
Wat is de Latijnse term voor 'de weg, de straat'?
via
306
Wat betekent 'videre'?
zien
307
Wat betekent 'vigilare'?
wakker worden, ontwaken
308
Wat is de Latijnse term voor 'de man'?
vir
309
Wat betekent 'virgo'?
de maagd, het jong meisje
310
Wat betekent 'vita'?
het leven
311
Wat betekent 'vitare'?
vermijden, ontwijken
312
Wat is de Latijnse term voor 'de vos'?
vulpes
313
Wat betekent 'vultur'?
de gier