2,1-2,5 Flashcards

(25 cards)

1
Q

megasteden

A

Stad met meer dan tien miljoen inwoners.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wereldsteden

A

Grote, meestal westerse stad die voor een deel van de wereld belangrijk is op tal van gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoofdsteden

A

Belangrijkste stad van een land waar meestal de regering zetelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

koloniale dubbelstad

A

Stadsopbouw uit de koloniale tijd die bestaat uit een westers en een niet-westers stadsdeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verstedelijkingsgraad

A

Percentage van de bevolking dat in steden woont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verstedelijkings

A

Proces waarbij mensen van het platteland naar de stad trekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verstedelijkingstempo

A

Percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vestegingsovershot

A

Het positieve verschil tussen het aantal mensen dat vertrekt en dat zich vestigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

primate city

A

Een stad die, gelet op aantal inwoners en functies, veel groter en belangrijker is dan de tweede stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stedelijke netwerk

A

Een groep van steden in een land die onderling op tal van terreinen verbonden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

suburbanisatie

A

Proces waarbij mensen en bedrijven vanuit een stad naar het omringende platteland verhuizen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

randstad

A

Op een knooppunt van wegen gelegen nieuwe stad aan de rand van een grote stad. Ook edge city genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

suburbs

A

(Amerikaanse) voorstad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CBD (central business district)

A

Deel van het stadscentrum waar de zakenwereld zit. Vaak herkenbaar aan de hoogbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gentrification

A

Het proces waarbij oude stadsbuurten worden opgeknapt. Wonen wordt er wel duurder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verdichting

A

De toename van de woningdichtheid per hectare. In sloppenwijken gaat dit meestal ook samen met een toename van de bevolkingsdichtheid.

17
Q

transnationale gemeenschappen

A

Een etnische minderheid, vaak met een niet-westerse migratieachtergrond in de westerse stad. De gemeenschap onderhoudt op tal van manieren contact met het moederland.

18
Q

metropolen

A

Grote, meestal westerse stad die voor een deel van de wereld belangrijk is op tal van gebieden.

19
Q

agglomeratie

A

Aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan één gemeente uitstrekt.

20
Q

stadsgewest

A

Gebied waarin de omringende plaatsen op tal van manieren verbonden zijn met de centrale stad.

21
Q

netwerkstad

A

Een stadsgewest waarvan de onderdelen op tal van terreinen met elkaar verbonden zijn.

22
Q

stedelijk gebied

A

Gebied waarin een aantal stadsgewesten liggen die goed met elkaar verbonden zijn.

23
Q

Vinex-wijken

A

Een nieuw stadsdeel (na 1995) dat tegen de oude stad is aangebouwd.

24
Q

verzorgingsgebied

A

Het gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten.

25
reikwijdte
De maximale afstand die een klant wil afleggen om bij een voorziening te komen. De reikwijdte bepaalt de omvang van het verzorgingsgebied.