2 Flashcards

(33 cards)

1
Q

leenmannen waren

A

bisschoppen abten graven en hertogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

karel de grote was een

A

leenman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

koning of keizer was een leenheer …

A

hoogste gezag, opperrechter en wetgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zendgraaf

A

lokale besturen controleren, wetten en bevelen overbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leenmannen

A

delen van het rijk besturen, soldaten leveren en rechtspreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat kregen de leemannen ruil voor hun werk

A

inkomsten uit tollen en boetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wrm koos de koning voor bischoppen

A

geen wettige kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

nomaden

A

geen vaste woonplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sedentair

A

vaste woonplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

met de veroveringen wilden de arabieren

A

de islam opleggen, buit en prestige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de arabieren kregen de gebieden op 2 manieren onder controle

A

militaire verovering en afdwingen van vrijwillige overgave om een oorlog te vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mengcultuur

A

meerdere geloven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 functies van de arabische taal

A

religieuze taal, gemeenschappelijke taal en cultuurtaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

religieuze taal

A

de koran en de islamitische gelden waren in het Arabisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gemeenschappelijke taal

A

de bewoners van de uitgestrekt gebieden die door de arabieren veroverd waren konden in het Arabisch met elkaar praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

cultuurtaal

A

onderwijs literatuur en wetenschap

17
Q

wrm verhoogde de keerploeg de efficiëntie

A

veel sneller en dieper geploegd + omdraaien van de grond

18
Q

vruchtwisseling

19
Q

open landbouwsamenleving

A

landbouwoverschotten en beroepsspecialisatie

20
Q

vaklui

A

timmerman smeden en molenaars

21
Q

nadelen van de groei 1

A

ontginnen van bossen leidde tot een tekort aan constructiehout

22
Q

nadeel 2

A

adel klaagde door jagen

23
Q

nadeel 3

A

grote impact op volksgezondheid, eenzijdige voeding

24
Q

territoriale verdeeldheid

A

het koninkrijk van de franken de crisis van het romeinse grootijk leidde in west europa tot grote territoriale verdeeldheid

25
hoe maakten de boeren meer landbouwgronden
bossen, heiden en overstromingsgebieden te ontginnen of migreren naar midden europa en ook ontginnen
26
polders
lager gelegen dan de zee
27
natuurlijk overstromingslandschap
droog krijgen door waterwerken
28
beter produceren
meer gronden ontginnen volstond niet de boeren moesten hun akkers efficiënter bewerken. ze ontwikkelden betere landbouwwerktuigen zoals de keerploeg.
29
bemesting
voor de akkers bevruchtbaarder te krijgen
30
drieslagstelsel
voorkwam de snelle uitputting van de grond
31
haakploeg
openrijten van de grond, os, ploeg aan de hoorns en gemaakt van hout
32
keerploeg
openrijten en omdraaien van de grond, muilezel, ploeg aan de borst en is gemaakt van hout en ijzer
33
wrm waste keerploeg beter
dieper geploegd en omdraaien van de grond