§2 Begrippen Flashcards
(14 cards)
Luchtsoort
Grote hoeveelheid lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid
Front
Grensgebied tussen 2 luchtsoorten
Hogedrukgebied
Gebied met een teveel aan lucht waar del Ichtegem wegstroomt over het aardoppervlak en woord aangevuld met dalende lucht van boven: blauwe lucht en zon
Lagedrukgebied
Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen: wolken en neerslag
Depressies
Zie lagedrukgebied
Tornado
Zeer krachtige wervelwind, heet ook twister, wervelwind of windhoos
Orkaan
Tropische storm met minimaal windkracht 12 of de schaal van Beaufort
Hurricane
Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort
Aquifer
Waterdragende laag in de ondergrond
Modderstroom
Kolkende, modderige brij die met hoge snelheid van een helling afstroomt
cycloon
tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort
schaal van Beaufort
schaal om de kracht van de wind aan te duiden
schaal van Saffir-Simpson
schaal om de windkracht van orkanen aan te geven
tyfoon
tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort