2 - Causaliteit Flashcards

1
Q

Wat is causaal verband in het strafrecht en welke leren kennen we?

A

Kern van dit leerstuk is de vraag: bestaat er een strafrechtelijk relevant verband tussen een gedraging en een later ingetreden gebeurtenis, op grond waarvan degene die de gedraging heeft verricht, strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden?

Er zijn 5 leren die elkaar aanvullen:

  • Conditio sine qua non
  • Causa proxima
  • De relevantietheorie
  • Redelijke voorzienbaarheid
  • Redelijke toerekening

De redelijke toerekening is de heersende leer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de leer van de conditio sine qua non?

A

elke gedraging die niet weggedacht kan worden zonder dat het gevolg wegvalt, wordt als
strafrechtelijk relevante veroorzaker van een gevolg gezien. Wordt ook wel equivalentietheorie genoemd
omdat ieder veroorzaker als gelijkwaardig wordt beschouwd (de fabrikant van het mes, de ijzerertsdelver,
etc.). Het gedrag is redelijkerwijs een onmisbare noodzakelijke voorwaarde voor het gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de leer van de causa proxima?

A

De causa proxima beperkt de CSQN door alleen de gedraging welke in tijd het dichtst bij het uiteindelijke gevolg staat (de meest nabije niet weg te denken gedraging) als strafrechtelijk relevant te beschouwen: de causa proxima.
Goed oorzaak aan te wijzen, goede inperking CSQN maar leidt ook tot onrechtvaardigheid. Soms wordt
hierbij gesproken over ‘rechtstreeks gevolg’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de leer van de redelijke voorzienbaarheid?

A

Alleen voorzienbare gevolgen van iemands gedrag worden strafrechtelijk relevant geacht.

Drie versies van de adequatietheorie/redelijke voorzienbaarheid:
a. versie Von Kries: de feitelijke kennis van de dader op het moment van de gedraging: welke de dader
kende of kon kennen
b. versie Rümelin: de feitelijke kennis van de rechter op het moment van zijn beoordeling van de gedraging
(dat is eigenlijk achteraf!) , waarbij hij ook rekening moet houden met de bijzondere kennis die bij de dader
aanwezig was op het moment van diens gedraging
c. versie Träger: de kennis, de voorzienbaarheid die een oppassend (zeer zorgvuldig nadenkende) mens
zou hebben op het moment van de gedraging waarbij tevens rekening moet worden gehouden met de
eventuele extra kennis die bij de concrete dader aanwezig was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de leer van de redelijke toerekening?

A

Heersende causaliteitsleer betreft de toerekenbaarheid.

Het gaat steeds om de toerekening aan de verdachte dat zijn gedrag tot een gevolg heeft geleid. Het gaat in
beginsel om verantwoordelijkheid voor eigen gedrag.

Zie de volgende arresten:

  • Letale longembolie
  • hevige gemoedstoestand
  • Haarlemse doodslag
  • Aortaperforatie arrest
  • Niet behandelde longinfectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rechtsregel van het arrest niet behandelde longinfectie?

(Causaal verband, causa proxima, redelijke toerekening).

A

Rechtsregel:
Dit arrest geeft een goed voorbeeld van de vraag hoe de Hoge Raad omgaat met de leer van de redelijke toerekening. In casu had de vrouw weliswaar zelf besloten om de longinfectie niet te laten behandelen, maar dit deed niet af aan het feit dat haar dood aan de verdachte kon worden toegerekend. De opgelopen longinfectie was namelijk een rechtstreeks gevolg van het letsel dat was veroorzaakt door de verdachte.

Overweging/inhoud:
Het hof stelt dat de longinfectie een rechtstreeks gevolg was van het letsel dat de verdachte aan zijn vriendin had toegebracht. Het feit dat de vriendin had besloten om de longinfectie niet te behandelen, doet hier niet aan af gelet op het feit dat de behandeling, als die al tot enige levensverlening zou hebben geleid, naar verwachting geen menswaardig bestaan zou opleveren. Het hof stelt derhalve dat er sprake is van een causaal verband en veroordeelt de verdachte voor doodslag. De Hoge Raad sluit zich aan bij het oordeel van het hof en stelt dat de dood van de vrouw op basis van de redelijke toerekening aan de verdachte kan worden toegerekend. Het cassatieberoep wordt derhalve verworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de rechtsregel van het letale longembolie arrest?

Causaal verband, redelijke toerekening.

A

Letale Longembolie Rechtsregel:
De Hoge Raad maakte in dit arrest voor het eerst gebruik van de redelijke toerekening en stelde dat de letale longembolie niet van een zodanige aard was dat het overlijden hieraan niet aan de verdachte als gevolg van de aanrijding kon worden toegerekend. De Hoge Raad verwierp derhalve het cassatieberoep. In dit arrest beslist de Hoge Raad op grond van de redelijke toerekening, terwijl in voorgaande arresten werd besloten op grond van de voorzienbaarheid of de zeldzaamheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de rechtsregel van het hevige emotie arrest?

Causaal verband, redelijke toerekening.

A

Bejaarde vrouw vastgebonden en gekneveld. Zij komt te overlijden aan hevige emoties HR gebruikt redelijke toekenning en veroordeelt de verdachten voor doodslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de rechtsregel van het Aortaperforatie-arrest?

Causaal verband, redelijke toerekening.

A

Rechtsregel:
Voor de causaliteit was beslissend dat de dood een redelijkerwijs toe te rekenen gevolg was van de messteek die op zichzelf al tot de dood zou hebben geleid. Voor de vaststelling van het causaal verband tussen de messteek van verdachte en de dood van het slachtoffers, moet worden bepaald of de dood redelijkerwijs als gevolg van die gedragingen aan de dader kan worden toegerekend. De Hoge Raad werkt met het causaliteitscriterium: de redelijke toerekening. Ongeacht de nalatigheid van de arts, heeft de messteek de dood tot gevolg gehad. De Hoge Raad acht voldoende causaal verband tussen de messteek en de dood van het slachtoffer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de rechtsregel van het Haarlemse doodslag arrest?

Causaal verband, redelijke toerekening.

A

Rechtsregel:
De Hoge Raad sluit zich bij het oordeel van het hof aan en stelt dat de steekpartij met opzet op de dood van het slachtoffer was gericht. Als er al sprake was van medisch falen, dan kon dit alsnog aan de verdachte toegerekend worden omdat zonder het gedrag van de verdachte helemaal geen medische zorg nodig was geweest. Bij opzettelijke delicten kunnen de gevolgen op grond van de leer van redelijke toerekening eenvoudig aan de verdachte worden toegerekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de A.C. ’t Hart richtlijn en welke 3 stelregels komen hier uit voort?

A

A.C. ’t Hart richtlijn: Letaal letsel, dood vloeit voort uit niet, niet op tijd, of helemaal niet goed ingrijpen. Er is wel toerekening.

3 gevolgtrekkingen uit de uitspraken over causaliteit; A.C. ’t Hart:

I. Niet letaal letsel: dood vloeit voort uit een (medische) misslag. Er is GEEN TOEREKENING aan veroorzaker van het letsel

II. Niet letaal letsel: dood vloeit voort uit een complicatie bij de (normaal uitgevoerde) medische ingreep. Er is WEL TOEREKENING, zie letale longembolie-arrest

III. Letaal letsel: dood vloeit voort uit niet, niet op tijd, of helemaal niet goed ingrijpen. Er is WEL TOEREKENING, zie Haarlemse doodslag-arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de relevantietheorie?

A

Binnen de relevantietheorie tellen t.a.v. de juridische causaliteit alleen die gedragingen mee, waarop de
wetgever het oog heeft gehad bij het opstellen van de betreffende delictsomschrijving (de strekking van de
delictsomschrijving. Deze bedoeling herleidt men uit het systeem van de wet, de wettekst, memorie van
toelichting en dergelijke.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ziet het stappenplan er uit om te beoordelen of er sprake is van een strafrechtelijke causaal verband?

A

Causaliteitsschema:
1. Feitelijke toets
■ CV op basis van de (feitelijke gegevens)
■ Gebruik o.a. de CSQN

  1. Normatieve toets
    ■ CV op basis van de gedraging en gevolg (interne factoren)
    ■ Gebruik de Causa Proxima / Redelijke voorzienbaarheid
  2. Casuïstische toets
    ■ CV op basis van de (externe factoren)
    ■ DIT IS DE REDELIJKE TOEREKENING
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is facetwederrechtelijkheid?

A

Het bestanddeel wederrechtelijk kan volgens deze leer in diverse delictsomschrijvingen verschillende
betekenissen hebben: soms onbevoegd, of zonder eigen recht, of zonder toestemming van de
rechthebbende. In de delictsomschrijving is een facet van de wederrechtelijkheid neergelegd en niet de
wederrechtelijkheid in algemene zin. Daarom kan de rechter als nu het bestanddeel wederrechtelijk
bewezen is verklaard toch nog ruimte vinden om tot ontslag van rechtsvervolging te komen wegens het
ontbreken van de wederrechtelijkheid als element: zo dacht de HR er ook over bij.

Zie ook de uitspraak van het hof Amsterdam: diefstal in noodtoestand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rechtsregel die voortvloeit uit de uitspraak in de zaak diefstal in noodtoestand door het hof Amsterdam?

(facetwederrechtelijkheid)

A

Diefstal in noodtoestand. Diefstal van elektra t.b.v. onderduikers. verklaart de gedraging bewezen, en kwalificeert deze als diefstal: het bestanddeel wederrechtelijkheid is van toepassing. Maar aldus het Hof, er is terecht sprake van verweer noodtoestand, dus rechtvaardigingsgrond, dus ontslag van alle rechtsvervolging. Dit noemt men facetwederrechtelijkheid maar de HR heeft deze leer verder nooit toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de rechtsregel van het spoorwegovergang arrest?

causaliteit, redelijke voorzienbaarheid.

A

De verdachte heeft de omstandigheden in het leven geroepen en het was te voorzien dat hij deze omstandigheden in het leven riep:

dat – indien al zou kunnen worden aangenomen dat W.J. van Es voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn auto tijdig van de spoorbaan te rijden – in de reeks van gebeurtenissen volgend op de in de bewezenverklaring bedoelde botsing of aanrijding, waardoor, zoals uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid, de auto van W.J. van Es, waarin hij zich met vrouw en kind bevond, naar voren werd gedrukt en gedeeltelijk op de spoorbaan terechtkwam terwijl een trein op korte afstand naderde, de in de stelling vermelde gedragingen van meergenoemde van Es – welke, naar uit de bewijsmiddelen kan volgen, er mede toe hebben geleid dat deze door de trein werd geraakt en dientengevolge het in de bewezenverklaring omschreven letsel heeft bekomen – naar algemene ervaringsregels zijn te rekenen tot hetgeen als gevolg van een botsing of aanrijding, waardoor iemand in de schrikwekkende positie wordt gebracht als even omschreven, en dan ook als gevolg van req.s bovenomschreven hoogst onachtzame, onvoorzichtige, onoplettende wijze van rijden, redelijkerwijze is te voorzien;

17
Q

Welke deelnemingsvormen kennen we?

A

Artikel 47 Sr:

  • Doen plegen
  • Medeplegen
  • Uitlokken

Artikel 48:

  • Medeplichtigheid bij
  • Medeplichtigheid tot
18
Q

Wat is het verplichte accessoriteitsbeginsel bij alle deelnemeingsvormen?

A

Deelneming is alleen maar strafbaar indien er een strafbaar feit (of een poging/voorbereiding daartoe) is gevolgd.

Uitzondering in de wet:
mislukte uitlokking ex art. 46a Sr.

19
Q

Wat is de rechtsregel van het examenarrest?

A

Deelneming aan een deelneming is mogelijk.

Door een tussenschakel in te lassen kan je niet straffeloos blijven is de overtuiging van de HR.

20
Q

Wat is de rechtsregel van het Ijzerdraad arrest?

functioneel daderschap

A

In dit arrest geeft de Hoge Raad de twee criteria voor functioneel daderschap: (ijzerdraadcriteria)

(1) beschikkingsmacht over en
(2) aanvaarding van het verboden fysieke gedrag van een ander.

Beschikkingsmacht betekent dat verdachte de baas is over degene –vaak een werknemer– die de verboden handeling uitvoert.

Aanvaarding betekent dat verdachte wist dat een verboden handeling plaatsvond, of wist dat het in het algemeen op een dergelijke manier gebeurt.
Functioneel daderschap in de zin van het IJzerdraad-arrest betreft het toerekenen van handelingen van derden aan de verantwoordelijke, aan de functionaris die de gebeurtenis in zijn macht heeft. Nauw met elkaar verbonden zijn hierbij steeds de interpretatie van de delictsgedraging (wat betekent bijvoorbeeld invullen of uitvoeren?) en de specifieke vraag naar daderschap in een bepaald geval. Voor het eigen daderschap van de functioneel dader komen andere criteria (beschikkingsmacht en aanvaarding) in plaats van fysieke, waarneembare gedragingen.

21
Q

Wat is functioneel daderschap?

A

Het aanmerken van iemand als pleger van een strafbaar feit, die niet in fysieke de delictsomschrijving heeft verricht, maar omdat hij voor de gedraging verantwoordelijk is.

22
Q

Wat is de rechtsregel uit het Drijfmest arrest?

Aanmerken rechtspersoon als dader.

A

Drijfmest-arrest, 21 oktober 2003 HR: welke criteria moet je hanteren bij het vaststellen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van een rechtspersoon (redelijkerwijs toerekening)?

  1. heeft de gedraging plaatsgevonden, dan wel is deze verricht in ‘de sfeer van de rp’. De sfeer is:
    a. het gaat om een handelen of nalaten van iemand die uit hoofde van een dienstbetrekking of werkzaamheden voor de RP handelt.
    b. de gedraging past binnen de normale bedrijfsvoering van de rp
    c. de gedraging is de rp dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf (baattrekkingscriterium)
    d. de rp vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of
    vergelijkbaar gedrag blijkens de feitelijke gang van zaken door de rp aanvaard of placht te worden
    aanvaard. (beschikkings en aanvaardingscriterium)

Wb zegt: ALS AAN ÉÉN VAN DE
DRIJFMESTCRITERIA IS VOLDAAN DAN VOLDOET DE CASUS AAN DE NU HEERSENDE
JURISPRUDENTIE. Zie hierboven.

23
Q

Wanneer is er volgens het Bijenkorf arrest sprake van toerekening van een culpoos of doleus delict aan een rechtspersoon?

A

HR 14 maart 1950, NJ 1952, 656 (Bijenkorf-arrest). Verkoop van goederen door Bijenkorf verkopers. Op welke wijze kan een doleus delict (opzettelijk boven de max. prijs verkopen) worden toegerekend aan een rp? Bij functioneel daderschap alleen bewijzen indien het voorwaardelijk opzet bij de functionele dader aanwezig is (IJzerdraad-arrest). Maar een NV kan nooit feitelijk opzet hebben, een juridische constructie heeft geen eigen wil. HR: uit de bewijsmiddelen
bleek dat de directie van NV Bijenkorf op de hoogte was van het feit dat haar verkopers goederen tegen te hoge prijzen verkochten. Nu dit opzet aanwezig was bij dit orgaan van de rp kon bewezen worden dat de NV Bijenkorf opzettelijk gehandeld had. Daarbij was niet relevant of de feitelijke verkopers ook opzet hadden. Bij daderschap van rp (en bij functioneel daderschap) gaat het om zelfstandig daderschapsbegrip dat niet afhankelijk moet worden gesteld van de wel
of niet strafbaarheid van diegenen die feitelijk handelen. Indien het (voorwaardelijk) opzet aanwezig is bij organen of natuurlijke personen die feitelijk (een deel van) het beleid van de rp bepalen die opzet aan de rp kan worden toegerekend. Daarbij is niet de formele maar de feitelijke positie van een persoon binnen die rp beslissend. Bij een culpoos delict zal gekeken worden of bij de bedrijfsvoering voldoende controle is uitgeoefend op werkzaamheden t.b.v. de rp. Anders is al gauw verwijt mogelijk