2. De VIO heeft kennis en inzicht van de adaptatie van de temperatuurregeling van de neonaat aan de extra-uteriene omgeving. (wanneer houd een kind zich op temperatuur)

Question 1

Hoe houdt de foetus warmte vast

Answer 1

De foetus kent geen actieve thermoregulatie. De temperatuur van de foetus wordt bepaald door de placentaire circulatie. 0,3 tot 0,5 hoger in vergelijking dan de tempratuur van de moeder

Question 2

Hoe ontstaat er warmteverlies bij de neonaat

Answer 2

• radiatie (straling) als gevolg van de temperatuurgradiënt tussen het lichaam en de (koudere) omgeving; bij de voldragen pasgeborene draagt radiatie voor 60% bij aan het totale warmteverlies;
• evaporatie (verdamping), waarbij warmte verloren gaat via de huid en de slijmvliezen; bij voldragen pasgeborenen is verdamping verantwoordelijk voor 25% van het totale warmteverlies; bij zeer kleine vroeggeborenen is het verdampingswarm- teverlies echter aanzienlijk hoger;
• convectie (stroming) via de luchtstroom langs het lichaamsoppervlak en via de uitademingslucht;
• conductie (geleiding) leidt tot warmteverlies door afgifte via de huid aan daaraan grenzend materi- aal (matras, kleding) en via de urine en de feces

Question 3

Hoe wordt het warmteverlies bij de neonaat gecompenseerd?

Answer 3

 Het warmteverlies moet worden gecompenseerd door de warmteproductie. De stofwisselingsactiviteit van een rustig slapend kind ongeveer 1 uur na de voeding in een neutrale omgevingstemperatuur wordt de ruststofwisseling genoemd.

Question 4

Wat is de ruststofwisseling bij de neonaat?

Answer 4

De ruststofwisseling bij de baby is hoog, omdat vier belangrijke organen namelijk de hersenen, lever, nieren en het hart ongeveer 20% van het totale lichaamsgewicht in beslag nemen. Er treedt warmteverlies op als de omgeving van de pasgeborenen kouder is dan de baby zelf en wanneer de vasoconstrictie onvoldoende is om de warmte vast te houden.

Question 5

Hoe wordt in de eerste levensweken van de neonaat warmte vooral geproduceerd?

Answer 5

Deze wordt vooral geproduceerd in bruin vetweefsel, gelokaliseerd tussen de schouderbladen en rond de nieren en de bijnieren. Medunastinum

Question 6

Hoe wordt de ruststofwisseling ook wel genoemd?

Answer 6

Basal metabolic rate

Question 7

Reactie van het sympathische zenuwstelsel neonaat bij warmteverlies

Answer 7

Onder invloed van sympathische stimulatie door koudeprikkels komt een metabool proces op gang waarbij triglyceriden worden afgebroken tot vrije vetzuren en glycerol. Bij dit biochemische proces wordt zuurstof gebruikt en komt warmte vrij, waardoor warmteproductie zelfs kan verdubbelen.

Question 8

Neonaat kan niet warmte produceren door rillen, wat doet die dan? 

Answer 8

Een pasgeborenen kan wel warmte produceren door de ruststofwisseling met 200%-300% te verhogen; bij hypothermie gebruikt het kind dat extra veel glucose. Daarnaast beschikt de pasgeborenen over een extra energiebron: het bruin vet

Question 9

Wat is de functie van bruin vet bij de neonaat?

Answer 9

Bruin vet heeft een unieke structuur, waardoor de lipolyse driemaal hoger is dan in wit vet en er ook veel meer energie bij vrijkomt. Door kou wordt noradrenaline en thyroxine afgegeven en deze stoffen stimuleren de vetverbranding van het bruine vet.

Question 10

Hoeveel procent bestaat het lichaamsgewicht van de neonaat uit bruin vet 

Answer 10

6 tot 7 %

Question 11

Waar bevindt het bruine vet zich

Answer 11

 Bruin vet bevindt zich tussen de schouderbladen, naast het ruggenmerg en rond de nieren en bijnieren.

Question 12

Bij hypothermie zal de neonaat

Answer 12

Door de vasoconstrictie ziet het kind er bleek uit en zijn de handen en voeten blauw. En een hogere stofwisseling

Question 13

Bij hyperthermie zal de neonaat

Answer 13

zal de pasgeborene de warmteafgifte vergroten door vasodilatatie en verlaging van de stofwisseling.

Question 14

Waarom is het belangrijk om moeder en kind beide af te drogen na de bevalling?

Answer 14

Het kind verliest heel veel warmte door nattigheid van de moeder en eigen nattigheid. Daarom voor huid op huid contact eerst huid van moeder en neonaat droog maken.

Question 15

Wat is de neutrale temperatuur van de neonaat

Answer 15

De lichaamstemperatuur wordt het gemakkelijkst gehandhaafd in een omgevingstemperatuur waarbij geen warmteverlies door verdamping optreedt en waarbij het rustmetabolisme minimaal is. Het temperatuurbereik waarin dit het geval is, wordt de neutrale omgevingstemperatuur genoemd. Ze varieert van 35-36 °C voor zeer kleine vroeggeborenen tot 32-34 °C voor voldragen kinderen.

Question 16

Wat is hypoglykemie en wat heeft het voor gevolgen bij de neonaat

Answer 16

De medische benaming voor lage bloedsuikers is hypoglykemie bij hypothermie gebruikt het kind dat extra veel glucose.

Question 17

Wat zijn de symptomen bij hypoglykemie bij de neonaat

Answer 17

Abnormaal huilen (hoog of zwak);
Niet willen drinken;
Aanhoudende onderkoeling (persisterende hypothermie);
Transpireren.

Neurologische tekenen

Fladderen (tremoren);
Slapheid (hypotonie);
Overprikkelbaarheid;
(Extreme) lusteloosheid (apathie/lethargie);
Stuipen (convulsies).
Cardiorespiratoire tekenen 

Blauw zien (cyanose);
Bleekheid;
Verhoogde hartslag (tachycardie);
Versnelde ademhaling (tachypnoe);
Lage zuurstofsaturatie;
Ademhalingsstop (apneu);
Hartstilstand.

Question 18

Hoe wordt glucose omgezet en wat is daarvoor nodig?

Answer 18

Glucose krijgen we vanuit de voeding. Om glucose de cel in te krijgen is er insuline nodig. In de cel wordt de glucose omgezet in energie/ warmte

Question 19

Wanneer er teveel glucose is hoe wordt het dan opgeslagen?

Answer 19

Opgenomen in de vorm van glycogeen. Glycogeen word met name opgeslagen in de lever maar ook in de nieren, het hart spierweefsel en hersenen.

Question 20

Hoe wordt glycogeen omgezet naar glucose

Answer 20

Wanneer er weer behoefte is aan glucose, wordt het glycogeen doormiddel van glucagon omgezet naar glucose

Question 21

Wat is glucogenese

Answer 21

Wanneer er onvoldoende aan glucose is kan er doormiddel van gluconeogenese extra glucose gemaakt worden. Het vormen van glucose uit niet- koolhydraatbronnen als aminozuren en glycerol maar vooral uit pyrodruivenzuur.

Question 22

Een baby zit tussen het voeden door in periodes van vasten en dus zonder glucose, hoe houdt een baby zich dan warm?

Answer 22

Op deze momenten maakt de baby gebruik van:

• gluconeognese
• Glycogeen omzetten in glucose
• vet verbranding (geen bruin vet)