2 wetten van mendel Flashcards
(33 cards)
wat is de geschiedenis van Gregor Mendel ?
Hij studeerde initieel filosofie en vervolgens fysica en botanica. vervolgens werd hij als monnik in het klooster van Moravie toegelaten. In 1868 werd hij benoemd tot abt en staakte zijn wetenschappelijke activiteiten. Hij overleed in 1884.
wie ligt er aan de basis van de hedendaagse genetica ?
Gregor Mendel
hoe komt het dat Mendel wel slaagde in zijn experiment en andere wetenschappers niet ?
- de selectie van een geschikt proefmodel namelijk de tuinerwet ( Pisum sativum), deze heeft een korte generatietijd en levert veel nakomelingen op.
- hij selecteerde een 7tal variabele kenmerken die gemakkelijk te onderscheiden zijn.
- Mendel koos voor varieteiten die zo weinig mogelijk en in duidelijk definieerbare vormen verschilden.
- hij selecteerde stabiele kenmerken en trachtte te vertrekken van zuivere rassen.
- Bij de tuinerwt is het mechanisme van kruisbestuiving ipv. zelfbestuiving mogelijk.
- De hybriede planten die resulteerde uit de kruisingen bleven, vruchtbaar.
wat zijn monohybride kruisingen?
zijn kruisingen met individuen die verschillen in 1 kenmerk.
hoe wordt de parentale generatie genoemd en de resulterende generatie ?
originele parentale generatie: P1 generatie resulterende generatie(s): F1 , F2 , F3 ,... (filiatio)
welke conclusies kunnen getrokken worden uit alle monohybride kruisingen?
1) De resultaten van wederkerige kruisingen zijn identiek.
2) De planten van de F1-generatie zijn allemaal identiek en gelijk aan 1 van de parentale stammen.
3) Na zelfbestuiving van de F1-generatie worden beide parentale vormen terug gevonden en wel in een verhouding van 3:1
factoren ?
Erfelijke kenmerken worden bepaald door factoren die in paar voorkomen.
allelen?
Zijn de vormen van een factor.
waarom zijn alle 1ste generatieplanten identiek ?
wanneer 2 verschillende factoren voorkomen voor een uniek kenmerk, komt 1 van beide tot expressie hetgeen het dominante kenmerk wordt genoemd. Het recessieve kenmerk komt slecht tot expressie als het dominante niet aanwezig is.
waarom is er in de 2de generatie een 3:1 verhouding?
om alle theoretische combinaties van allelen bij een kruising te bekijken kan een Punnet viekant opgemaakt worden. Deze geeft de verhouding weer tussen de verschillende kenmerken die men kan verwachten als beide allelen even frequent worden doorgegeven aan de volgende generatie.
geef de eerste wet van mendel
Is de segregatie wet of splitsingswet: Allelen splitsen en segregeren willekeurig.
wat is een test kruising?
om snel duidelijkheid te krijgen of het individu homozygoot of heterozygoot is voor een kenmerk gaat men deze kruisen met een individu dat recessief is voor dat kenmerk. Als de nakomelingen in een 4:0 verhouding aanwezig zijn is het individu homozygoot. als men een 1:1 verhouding krijgt is het individu heterozygoot.
wat is een dihybride kruising?
Hierbij worden individuen die verschillen in 2 kenmerken met elkaar gekruist.
Welke resultaten kunnen worden waargenomen bij een dihybride kruising ?
- Alle F1 individuen hebben hetzelfde fenotype
- Na zelfbestuiving van de F1 generatie worden 4 verschillende fenotypes waargenomen die in een verhouding 9:3:3:1 voorkomen. dit kon men theoretisch verwachten indien beide kenmerken onafhankelijk van elkaar overerven.
geef de 2de wet van mendel
wet van onafhankelijke segregatie: paren van allelen segregeren onafhankelijk.
wat is co-dominantie ?
hierbij komen beide allelen tot uiting in het fenotype bij een heterozygoot. bv gevlekt dier.
onvolledige of partiële dominantie
hierbij vertoont de heterozygoot een intermediair fenotype.
Bv. bv de roze kleur bij bloemen is een intermediair tussen wit en rood.
wie is Cuenot ?
hij beschreef in 1905 het voorkomen van een letaal allel als het in homozygote toestand voorkomt bij muizen. het betrof het gen dat betrokken was bij de kleur van de vacht.
wat zijn letale genen?
zijn genen waarbij het allel in homozygote toestand dodelijk is.
Bij kruisingsexperimenten zal men een 2:1 verhouding kruigen ipv. de verwachte 3:1
verklaar pelger
dit is een erfelijke afwijking bij konijnen. Deze afwijking wordt gekenmerkt door abnormale witte bloedcellen. In homozygote toestand blijkt deze afwijking letaal te zijn vermits dergelijke dieren ernstige skelet aandoeningen hebben en kort na de geboorte sterven.
wat is multipele allelie ?
in sommige gevallen kunnen meer dan 2 allelen voorkomen voor een genetisch kenmerk.
bespreek de haarpigmentatie bij katten
verschillende allelen:
- C: volle kleurpigmentatie
- Cb: donkerbruine kleur van de burmese kat
- Cs: zoals de Siamese kat met pigmentatie op bepaalde plaatsen
- Cc: albinisme met blauwe ogen
- Ca: albinisme met rode ogen
Genetische eigenschappen:
- C: dominant over de andere 4 allelen
- Cb: partieel dominant over Cs, Cc en Ca
- Cs: dominant over Cc en Ca
- Cc: dominant over Ca
- Ca: recessief ten opzichten van alle anderen
Fenotypen en overeenkomstige genotypen:
- zwart: CC, CCb, CCs, CCc, CCa
- donker burmees: CbCb
- bleek burmees: CbCs, Cb,Cc, CbCa
- bruin siamees: CsCs, CsCc, CsCa
- blauwogig albino: CcCc, CcCa
- roodogig albino: CaCa
wat is penetrantie ?
dit houdt in dat alhoewel het genetisch profiel aanwezig is om dit fenotype tot uiting te brengen, het fenotype toch niet aanwezig is.
Dit wordt ondermeer waargenomen bij een aantal erfelijke aandoeningen waar sommige dieren niet aangetast blijken te zijn alhoewel ze dit op genetische basis zouden moeten zijn.
wat is pleiotropie ?
dit is een verschijnsel waarbij een gen meer dan 1 kenmerk beïnvloed die op het eerste zicht niet in verband met elkaar te brengen zijn.