20,21,22 GES Flashcards

(13 cards)

1
Q

Latifundia

A

grote landbouwbedrijven in het romeinse rijk, gericht op veeteelt en op de productie van olie, wijn en graan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

optimates

A

deze willen dat de macht bij de Senaat blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

populares

A

deze volkspartij wil de volksvergadering alle macht geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tiberius gracchus

A

Volkstribuun die met een landwet de landbouwgrond probeert te herverdelen onder de armen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Equites of ridders

A

Deze Romeinen verdienen geld met handel en bankzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Brood en spelen

A

via spektakels als wagenrennen, gevechten,…proberen ze de armen bezig te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

triumviraat

A

Driemanschap dat het Romeinse Rijk bestuurde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Princeps senatus

A

eerste van de senaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Augustus

A

de verhevene, eerste keizer van het Romeinse rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vogelvrijverklaarde

A

personen die niet meer door de wet worden beschermd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Autocratie

A

een regeervorm waarbij de macht wordt uitgeoefend door één persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Imperator

A

keizer en opperbevelhebber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pater patriae

A

Vader des vaderlands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly