2.1: data Flashcards

(13 cards)

1
Q

data

A

gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

statistiek

A

het verzamelen, verwerken en analyseren van data en het trekken van conclusies uit data.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

populatie

A

een bepaalde groep personen, dieren of objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

steekproef

A

je kunt een deel van de populatie bevragen of observeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

representatief

A

een goed en betrouwbaar voorbeeld van een samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 dingen waar je je aan moet houden bij een steekproef

A
  • steekproef moet aselect (willekeurig) gekozen worden.
  • steekproef moet voldoende groot zijn. hoe groter de steekproefomvang, hoe representatiever de steekproef is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

variabelen

A

verschillende soorten gegevens worden vastgelegd bij het verzamelen van data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kwantitatieve variabelen

A

geven kenmerken aan die je in getallen kunt uitdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

discrete variabelen

A

kunnen alleen specifieke getallen zijn. bijvoorbeeld: 1,2,3,4 kinderen, niet 1.75 kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

continue variabelen

A

kunnen elke waarden nemen, bevatten wel decimalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kwalitatieve variabelen

A

kenmerken die je met woorden uitdrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ordinale variabelen

A

bevatten een rangorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

nominale variabelen

A

volgorde van waarde heeft geen betekenis. er is geen rangorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly