210 t/m 220 Flashcards

(9 cards)

1
Q

Wat is de betekenis van ‘gigno’?

A

voortbrengen, baren

Dit is de betekenis van het werkwoord ‘gigněre’ in het Latijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent ‘libero’ in combinatie met de ablativus?

A

bevrijden van

‘Liberare’ is een werkwoord dat vaak gebruikt wordt in de context van bevrijding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de vertaling van ‘alius, -a, -ud’?

A

(een) ander

Dit is een onbepaald voornaamwoord in het Latijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent ‘a, ab’ in combinatie met de ablativus?

A

van(af), weg van

Deze voorzetsels worden gebruikt om een scheiding of oorsprong aan te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de betekenis van ‘movi’?

A

perf. van moveo (movēre)

‘Movere’ betekent ‘bewegen’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent ‘dives, -es, -es’?

A

rijk

Dit is een bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar overvloed of rijkdom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de vertaling van ‘villa’?

A

landhuis

Een villa is een type woning, vaak op het platteland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de betekenis van ‘habui’?

A

perf. van habeo (habēre)

‘Habere’ betekent ‘hebben’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent ‘crudelis, -is, -e’?

A

wreed

Dit is een bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar wreedheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly