2.3 pathologie 1 Flashcards

(60 cards)

1
Q

Wat is diabetes mellitus?

A

Aandoening waarbij er:

  • geen insuline geproduceerd wordt. of
  • het lichaam weet niet hoe hij insuline moet gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Komt diabetes vaker voor bij mannen of vrouwen?

A

mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk type diabetes komt het vaakst voor?

A

type 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk orgaan monitort de bloedsuikerwaarde?

A

de pancreas/alvleesklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke specifieke cellen van de eilandjes van Langerhans maken insuline?

A

b (beta) cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een normale bloedsuikerspiegel?

A

70-110

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er als de beta cellen insuline afgeven?

A
  • toename snelheid glucosetransport
  • toename snelheid glucoseverbruik
  • toename aminozuuropname
  • toename vetsynthese (vetweefsel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat geen de alfacellen af van de pancreas?

A

glucagon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er als er glucagon word afgegeven?

A
  • toename afbraak van glycogeen in glucose
  • toename afbraak van vetten in vetzuren
  • toename synthese en afgifte van glucose in de lever.
  • bloedsuikerspiegel stijgt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaan de eilandjes van Langerhans?

A

alfa en beta cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een GLUT 2 kanaaltje?

A

kanaaltje wat in de celwand zit waardoor er insuline vrijkomt uit de cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt het GLUT 4 kanaaltje?

A

er komt insuline uit de bloedbaan aan, er vind fosforylering plaats en er ontstaat een GLUT 4 kanaaltje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de normaalwaarde van glucose gedurende de dag?

A

3-8 mmol/l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beschrijf type 1 dm?

A
  • insuline afhankelijk

- jeugddiabetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beschrijf type 2 dm?

A
  • insuline onafhankelijk

- ouderdomsdiabetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kunnen de oorzaken zijn van DM type 1?

A
  • auto-immuundestructie van de beta cellen
  • idiopatisch van de beta cellen
  • infectieus van de beta cellen
  • chemische destructie van de beta cellen
  • algemeen alvleesklierprobleem
  • ijzerstapeling (bronzen diabetes)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar zorgen de beta cellen nog meer voor?

A

humorale stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er als er veel glucose is maar geen insuline om het af te breken?

A
  • spieren gaan afbreken van eiwitten voor energie
  • overschakeling op ketose (verbranding vetten)
  • de ketonen gaan naar de bloedbaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is ketoacidose?

A

ketonen die in de bloedbaan zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is diabetische ketoacidose?

A
  • type 1
  • ernstig verhoogde bloedsuikerspiegel
  • uitdroging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de symptomen van diabetische ketoacidose?

A
  • adem naar aceton of zoete appeltjes
  • droge mond, veel dorst
  • veel plassen
  • diepe en snelle ademhaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat heb je nodig bij een diabetische ketoacidose?

A
  • toediening insuline
  • toediening vocht
  • toediening elektrolyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Symptomen type 1?

A
  • veel plassen, dorst en honger
  • gewichtsverlies
  • vermoeid
  • veel infecties
  • wazig zien
  • misselijk/overgeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke soort cellen hebben geen insuline nodig om suiker op te nemen?

A

zenuwcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat reduceert de kans op diabetes type 2?
afvallen en regelmatig bewegen
26
Wat zijn de risicofactoren voor diabetes type 2?
- lichamelijke inactiviteit - ongezonde voeding - overgewicht - ongezonde vetverdeling - familiaire geschiedenis - genetische factoren - hypertensie
27
Hoelang leven erytrocyten (rode bloedcellen) gemiddeld?
120 dagen
28
Wat zegt de hba1c-waarde?
gemiddelde bloedsuikerwaarde in 2 of 3 maanden.
29
Hoe wordt hba1c gevormd?
glucose bindt zich aan hemoglobine
30
Wat is de normaalwaarde van een hba1c?
lager dan 53 mmol/mol
31
Wat zijn de complicaties van dm dat kan gebeuren in het oog?
- exsudatieve retinopathie - proliferatieve retinopathie - n. abducens parese - cataract
32
Wat zijn de complicaties van dm?
- hersenbloeding - gangreen(blauwe vingers/tenen) - neuropathie - arteriosclerose
33
Welke zenuw innerveert de m. rectus lateralis?
n. abducens (6e)
34
Hoe weten de bloedvaten wanneer ze welke kant op moeten groeien?
tip cellen
35
Hoe groeien bloedvaten?
- IGF-1 | - VEGF
36
Wat is angiogenese?
neovascularisatie
37
Welke dingen zie je bij een diabetische retinopathie?
- bloedingen - neo - aneurysma - cotton wool spots - harde exsudaten
38
Noem de drie complicaties van de bloedvaten bij diabetische retinopathie.
1. lekken 2. afgesloten 3. VEGF
39
Wat zijn de voornaamste functies van pericyten?
- bloedvat stabilisatie | - regulatie van de bloedstroom door capillair
40
Waar zitten de pericyten?
op het basaal membraan
41
Wat zijn de mogelijke oorzaken voor verstoring van de homeostase?
- AGE's (eiwitten beschadigd door de suikers) | - polyol pathway (suiker omgezet in sorbitol)
42
Hoe ontstaan nieuwe AGE's?
verhoogd suikergehalte van het bloed
43
Hoe kan een bloedvat verstopt raken?
- er zijn beschadigde cellen - witte bloedcellen komen - sluiten het bloedvat af
44
Wat is niet proliferatieve DRP?
- microaneurysma - capillairen lekken vocht en vetten - oedeem
45
Wat is proliferatieve DRP?
nieuwe bloedvaten worden gevormd.
46
Waarom hebben mensen met dm meer kans op cataract?
- glucose komt de lensvezel binnen en wordt omgezet in sorbitol - sorbitol kan de cel niet uit - lens wordt troebel
47
Hoe heet het restproduct wat ontstaat als de lens cel glucose afbreekt?
sorbitol
48
Wat is een normale bloeddruk?
120/80 mm Hg
49
Wanneer heb je hypertensie?
- diastrolische druk > 90 mmhg (na 3x meten) - systolische druk > 140 mmhg (na 3x meten) - gebruik antihypertensiva
50
Wat is de streefwaarde voor 80 plussers?
150-160 mmHg
51
Wat voor medicatie is er voor een hoge bloeddruk?
- plasmiddelen - betablokkers (vertragen hartslag) - ACE remmers - centraal werkende bloeddrukverlagende middelen - aliskiren
52
Wat voor oorzaken heeft een secundaire hypertensie?
- nieren | - hormonen
53
Wat zijn de gevolgen van een verhoogde bloeddruk?
- beroerte - hartziekten - hartfalen - nieraandoeningen - netvliesafwijkingen
54
Wat zijn systolische hartfalen?
hartspier is verzwakt en levert onvoldoende kracht om terug te pompen in de aorta.
55
Wat zijn diastolische hartfalen?
hart kan niet meer goed ontspannen. hartspier te stijf
56
Hoe kunnen mensen met hypertensie meer kans hebben op longoedeem?
Door toename in druk is het gevolg vochtuittreding.
57
Wat is graad 1 van hypertensieve retinopathie?
geringe tot matige vernauwing
58
Wat is graad 2 van hypertensieve retnopathie?
matige tot ernstige vernauwing van de retinale arteriën
59
Wat is graad 3 van hypertensieve retinopathie?
bilaterale exsudaten of bloedinkjes van de retina
60
Wat is graad 4 van hypertensieve retinopathie?
bilaterale exsudaten of bloedinkjes van de retina + papiloedeem