H2: Financiële Sector Sensu Stricto Flashcards

1
Q

Intermediatiefunctie

A

banken die op eigen risico als tussenpersoon of financiële bemiddelaar optreden tussen enerzijds economische actoren met een teveel aan financiële middelen en anderzijds die met een tekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

KI

A

tussenpersonen die de aangetrokken middelen transformeren qua looptijd, bedrag, risico en plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Marktmodel

A

het spaargeld wordt meer en meer rechtstreeks geplaatst in effecten die ondernemingen emitteerden op de kapitaalmarkten in plaats van een lening aan te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fee business

A

provisiegevonden activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geld verhandelen

A

vanken ontvangegn deposito’s van de spaarders of gaan zelf lenen en zetten dit om in kredieten aan bedrijven, particulieren, de overheid of beleggen het op de kapitaalmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Inverse rentecurve

A

LT-rente is lager dan KT-rente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Reservecoëfficiënt

A

Voldoende overhouden om te voldoen aan de geldopvragingen van hun cliënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Transformatie

A

deposito’s worden opgezet voordat ze kredieten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schaalomzetting

A

de kleine deposito’s te groeperen om grote kredieten aan te bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Termijnomzetting

A

kredieten op LT of MLT te financieren met deposito’s op KT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Balanstotaal

A

de som van alle activa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Passiefzijde / Kredietbronnen

A

de middelen van banken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leverage / Hefboom

A

EV / Balanstotaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kapitaal

A

het bedrag dat peramnent door de eigenaars of aandeelhouders aan de bank wordt toevertrouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reserves

A

wettelijke - facultatieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Intradaykredietfaciliteit

A

financiering, tijdens de dag, van debetposities op de rekening in euro die op de naam van de KI in haar boeken is geopend

17
Q

Euribor

A

European Interbank Offered Rate: de interbancaire referentierente voor de eurozone waartegen banken geld van elkaar lenen

18
Q

Rentesprong

A

het wantrouwen van de bankiers stijgt om aan elkaar geld te lenen, waardoor een kredietcrisis kan ontstaan

19
Q

Libor

A

London Interbank Offered Rate: de Lonense interbankenrente

20
Q

Hold to maturity

A

de LT-leningen moeten aan de aankoopwaarde in de boeken blijven staan tot de eindvervaldag

21
Q

Rentemarge

A

het verschil tussen de LT-rente inkomsten uit het krediet en de KT-rentekosten op deposito’s

22
Q

Effecten

A

aandelen of obligaties

23
Q

Branchevervaging

A

een financiële instellingen verlaat haar oorspronkelijke specialiteit en gaat op zoek naar inkomsten uit aanverwante sectoren

24
Q

Bankverzekeren / Bancassurance

A

verzekeringsproducten worden via een banknetwerk verkocht

25
Q

Vrezekeringsbankieren / Assurfinance

A

bankproducten worden via een verzekerings netverkocht

26
Q

Onestopshopping

A

zowel bancaire als verzekeringstransacties afsluiten bij dezelfde financiële tussenpersoon

27
Q

Bankverzekeren

A

een bank treedt op als makelaar voor producten van bestaande verzekeraars

28
Q

Financiële innovaties

A

een constante gold van nieuwe financiële producten die geëmitteerd en verhandeld worden

29
Q

Buiten balans

A

vereisen geen vooraf aantrekken van middelen

30
Q

Rechstreekse participaties

A

de Belgische bank bezit zelf een gedeelte van het kapitaal van een buitenlandse bank of van de consortiumbank

31
Q

Onrechtstreekse participaties

A

de Belgische bank heeft een participatie in een bank of financiële groep die op zijn beurt meerderheis-, of meestal, minderheidsaandeelhouder is van andere buitenlandse banken