3 _ Pluimveehouderij Flashcards

(32 cards)

1
Q

Welke aanpassingen heeft een kip om zijn soortelijk gewicht te verlagen en het zo mogelijk te maken om te kunnen vliegen?

A
  • Holle beenderen
  • Gebruik van luchtzakken
  • Eierleggend (geen jongeren gaan rondsleuren)
  • Uitgebreid verenkleed (dit is zeer licht!)
  • Hoog metabolisme
  • Hoog energetisch dieet
  • Geen urineblaas
  • Ontwikkeling van slecht 1 eileider
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk(e) been / beenderen zijn belangrijk voor de vleessector?

A
  • Vorkbeen

- Borstbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk(e) been / beenderen zijn belangrijk voor de legsector?

A

Legbeentjes

- Gaan ei naar buiten duwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bespreek het gastro – intestinaal stelsel bij de kip. Welke structuren komen we tegen en wat doen ze?

A

Slokdarm

Krop : geen maag aar verzamelplaats voor voeder

Kliermaag : hier komen een grote hoeveelheid verteringssappen en enzymen bij het voeder

Spiermaag : vermaalt de voedselbrij met behulp van kleine steentjes

Dunne darm & dikke darm : er is een beetje bacteriële vertering in de dunne darm. Af en toe komt er ook een bacteriële brij uit de blinde darm, dit heeft een bruin uitzicht

Beurs van Fabriscus : Dit is een onderdeel van het immuunsysteem bij vogels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de verschillende mogelijkheden van huisvestigingen bij legkippen.

A

Wegens wetgeving is het verboden om nog klassieke legbatterijen in nieuwbouwstallen te zetten, pluimveehouders zijn daarom genoodzaakt te investeren in één van de volgende opties.

  • Verrijkte kooi
  • Volièresysteem
  • Scharrelsysteem zonder uitloop
  • Scharrelsysteem met uitloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek een verrijkte kooi

A
  • Kooioppervlak van minstens 750 cm² per kip
  • Het totale kooioppervlak moet groter zijn dan 2000 cm²
  • Er dient nest – en scharrelruimte aanwezig te zijn
  • Min 12 cm voederbak per kip
  • Minstens 2 drinkbakken of drinknippels per kooi
  • Minstens 15 cm zitstok per kip
  • De tussengang is minimaal 90 cm breed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek een volièresysteem

A
  • Kooioppervlak van minstens 750 cm² per kip
  • Het totale kooioppervlak moet groter zijn dan 2000 cm²
  • Er dient nest – en scharrelruimte aanwezig te zijn
  • Min 12 cm voederbak per kip
  • Minstens 2 drinkbakken of drinknippels per kooi
  • Minstens 15 cm zitstok per kip
  • De tussengang is minimaal 90 cm breed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek een scharrelsysteem zonder uitloop

A
  • Eén derde van het staloppervlak is strooiseloppervlak (minstens 250 cm² per kip)
  • Maximum 9 kippen per m²
  • Minimum 1 nest per 7 kippen
  • 15 cm zitstok per kip en zitstokken 30 cm uit mekaar
  • Drinkgoot van 2,5 cm per kip
  • Voerbak 10 cm per kip
  • Maximum 4 niveaus met minstens 45 cm ertussen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek een scharrelsysteem met uitloop

A
  • Eén derde van het staloppervlak is strooiseloppervlak (minstens 250 cm² per kip)
  • Maximum 9 kippen per m²
  • Minimum 1 nest per 7 kippen
  • 15 cm zitstok per kip en zitstokken 30 cm uit mekaar
  • Drinkgoot van 2,5 cm per kip
  • Voerbak 10 cm per kip
  • Maximum 4 niveaus met minstens 45 cm ertussen
    Uitloopgaten van 35 cm op 40 cm (2 m² per 1000 kippen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek de algemeenheden van de dooier van een ei

A
  • Gele dooier met in het midden witte dooier (verbonden met kiemschijf (groeit kuiken uit))
  • Gele kleur door de carotenoïden die in het voer aanwezig zijn
  • Soortelijk gewicht van witte dooier is kleiner dan gele dooier waardoor de kiemschijf steeds naar boven is gericht
  • Omgeven door dunne dooierzak : dooiervlies (2 hagelsnoeren houden deze op zijn plaats)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek de algemeenheden van het eiwit van een ei

A

Zit zond dooier

Bestaat uit lagen : dunwit & dikwit (donkere & lichte lagen)

  • Donkere lagen : opname voeder overdag
  • Lichtere lagen : opname voeder ’s nachts

Functie

  • Voeding voor mogelijks embryo
  • Schokdemping & isolatie
  • Bacteriedodend

Omgeven door 2 vliezen : eivlies & schaalvlies (liggen zeer dicht tegen elkaar behalve bij lichtkamer)
- Er zit vocht tussen om wrijving tegen te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek de algemeenheden van de eischaal van een ei

A

Vooral opgebouwd uit Ca – carbonaat

Bevat veel poriën

  • Lucht kan binnen
  • CO2 & waterdamp kan ei verlaten

Kan bedekt zijn met kleurstof

Omgeven door ei huidje : slijmvlies dat na het leggen van het ei direct opdroogt tot een poederige laag
- Sluit meeste poriën of maar laat gassen door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bespreek de algemeenheden van de luchtzak van een ei

A

Plek waar ei & schaalvlies niet meer tegen elkaar liggen

Dient als buffer voor lucht om op te warmen dat via poriën binnen komt
- Groter aantal poriën aan de bolle kant (waar luchtzak zit)

Vormt zicht pas nadat ei is gelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verklaar legserie.

A

De legserie van de kip is de periode van opeenvolgende dagen waarop de kip elke dag een ei legt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de noodzakelijkheden voor een kip om een ei te leggen?

A
  • Licht
  • Voer
  • Water
  • Warme, aangename temperatuur (bij en lage temperatuur zullen kippen minder geneigd zijn om een ei te leggen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de 3 voorwaarden van een kip haar legserie?

A
  • Licht voor ovulatie
  • Vorming van ei duurt ongeveer 24 uur
  • 30 minuten nadat het ei wordt gelegd, vindt er een nieuwe ovulatie plaats
17
Q

Geef het schema van de legserie.

A
Dag 	Ei leggen 	Nieuwe ovulatie 
1	        8.00	             8.30 
2	        8.30	             9.00
3	        9.00	             9.30
… 		
X	        22.00	            Geen ovulatie 
                                    (stel licht gaat uit om 22.00)
X + 1 	   /	                     8.00
18
Q

Waarom kunnen sommige kippen legseries hebben tot 200 dagen?

A
  • Deze kippen zullen er minder dan 24 uur over doen om een ei te vormen en te leggen
  • De ovulatie bij deze kippen zal ook korten zijn dan 30 minuten
19
Q

Op wat gaan we de ei kwaliteit gaan beoordelen?

A
  • Externe kwaliteit

- Interne ei kwaliteit

20
Q

Bespreek de externe ei kwaliteit

A
Schaalkwaliteit 
- Schaaldikte 
Vormindex 
- De verhouding tussen de breedte en de lengte van het ei 
- (Breedte )/(Lengte )*100 ≈73.7

Percentage breuken

Gewicht

Schaalzuiverheid

Schaaldoorbuigbaarheid

  • We gaan een gewicht van 500 gram op het ei leggen en zien of het ei dit gewicht aan kan
  • Hoe meer gewicht ze aankunnen, hoe groter de doorbuigbaarheidsweerstand
  • Weinig schaaldoorbuiging : goed
21
Q

Bespreek de interne ei kwaliteit

A

Eiwitdikte : meest belangrijk
- Goede parameter voor de versheid van het ei
Als je een eitje open doet en het dik eiwit blijft zeer dicht bij de dooier : super vers ei (hoe verder het van het eigeel weg gaat : hoe ouder)
- Eiwit zal langzaam gaan ontbinden

Dooierkleur

Dooiervorm

Geen onzuiverheden
- Geen bloedpunjtes, …

22
Q

Waarom krijgen hanen in de huisvestiging van de ouderdieren aparte voederbakken? Hoe doen ze dit?

A

Hanen krijgen aparte voederbakken omdat ze anders te snel zouden gaan verdikken, de moederdieren hebben voeding nodig met veel energie.

Voor de hennen maken ze gebruik van hennenbakken : het hoofd van de hennen is kleiner waardoor ze met hun hoofd door de openingen geraken. De hanen (met een groter hoofd) zullen er niet door geraken.

Aangezien hanen groter zijn dan de hennen zullen ze hun voederbakken hoger gaan hangen, zo kunnen de hennen er niet aan geraken

Een extra reden waarom hanen het eten van absoluut niet mogen eten is omdat ze dan teveel calcium zouden binnen krijgen. Dit kan als gevolg hebben dat de dieren nierstenen gaan vormen

23
Q

Bespreek de 2 vormen van bevruchting die we bij kippen kunnen terugvinden

A

Competitieve bevruchting : de haan die er als laatste is opgesprongen heeft het meeste kans het ei te bevruchten

Selectieve bevruchting : de haan die genetisch gezien het dichts ligt tegen de hen heeft het meest kans om een geslaagde bevruchting te krijgen

24
Q

Hoe houden ze de hanen in het moederdierbedrijf zo productief mogelijk?

A

Na verloop van tijd wordt er ongeveer 1/5 van de hanen vervangen door jonge dieren voor de bevruchting en competitie hoog te houden.

25
Bespreek de 3 fasen die we terug vinden bij het ontwikkelen van een embryo van een kip.
Fase 1 - Ontwikkeling van de inwendige organen - Dag 1 – 5 - Rond dag 4 – 5 kunnen we microscopische het geslacht gaan bepalen) Fase 2 - Ontwikkeling van uitwendige organen & huid Dag 6 – 15 Fase 3 - Groeiperiode van het embryo - Dag 15 – 21 - Rond dag 18 kunnen eitjes gaan beginnen piepen
26
Verklaar klapeieren
Dit zijn eieren waarvan men origineel dacht dat ze bevrucht waren maar uiteindelijk niet bevrucht leken te zijn. Wanneer deze in de uitkomkasten worden gelegd knallen ze kapot.
27
Wat is het doel van het opfokbedrijf bij kippen? Waarom?
Het opfokbedrijf gaat de kippen gaat de kippen doen opgroeien gedurende een 17 weken. In deze periode gaan de dieren de nodige voeding en ondersteuning geven om gezonde volwassen dieren te worden. Er zullen vooral zeer veel vaccinaties geven worden (New Castle Disease, Infectieuze bronchitis, ..) Ze zullen overmatig gevaccineerd worden omdat een kip gedurende haar leg geen antibiotica mag krijgen.
28
Geef de productiekolom van de legpluimvee.
``` Fokbedrijven met grootouderdieren ↓ Vermeerderingsbedrijven met ouderdieren ↓ Broeierijen ↓ Opfokbedrijven ↓ Leghennenbedrijven ↓ Eierverzamelaars en / of eierveilingen ↓ Pakstations ↓ Groothandel in eieren en / of ei producten ```
29
Geef de productiekolom van de vleespluimvee
``` Fokbedrijven met grootouderdieren ↓ Opfokbedrijven ↓ Vermeerderingsbedrijven met moederdieren ↓ Broeierijen ↓ Vleeskippenbedrijven ↓ Pluimveeslachterijen ↓ Pluimveevleesversnijderijen ↓ Groothandelaars ```
30
Bespreek de formule voor de energiebehoefte bij de kip
OE = 435 x G3/4 +21,5 x W + 12,1 x EM - OE = dagelijkse omzetbare E-behoefte (in kiloJoule) - G = LG (in kg) - W = groei per hen per dag (in gram) - EM = ei – massa per hen per dag (in gram)
31
Bespreek de formule voor de behoefte aan benutbaar eiwit.
re = 1,3 x G3/4 + 0,13 x W + 0,13 x EM - re = dagelijkse behoefte aan benutbaar ruw eiwit  1,26g per - G = lichaamsgewicht (in kg) - W = groei per hen per dag (in gram) - EM = ei - massa per hen per dag (in gram)
32
Bespreek het Haugh systeem
Dit is een systeem dat uitvloei van het ei gaat meten. De uitvloei van het eiwit is een belangrijke paramater voor de versheid. Naarmate het ei ouder wordt, zal het eiwit dunner en vloeibaarder worden en dus verder gaan uitlopen.