3.1 Flashcards

(38 cards)

1
Q

Waterkringloop

A

Het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag (korte) en via grondwater en rivieren (lange) weer terugstroomt naar zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zoet water

A

Water waarin weinig zout is opgelost. Drinkwater is zoet water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zout water

A

Water waarin veel zout is opgelost. Zeewater is zout water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oppervalktewater

A

Water dat je kunt zien zoals meren, vennen, rivieren en zeeën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Grondwater

A

Water dat niet meer zichtbaar is omdat het in de bodem en in gesteenten getrokken is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Landijs

A

ijsmassa’s die op het vaste land liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Glestjers

A

Groot ijspakket in de bergen dat ontstaat door opeenhoping van sneeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waterbalans

A

De hoeveelheid water die een gebied in en uit komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nuttige neerslag

A

Het verschil tussen neerslag en verdamping dus wat je aan het water overhoudt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Infiltratie

A

Het in de grond indringen van water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fosielwater

A

Water in de grond dat stamt uit eerdere tijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aquifer

A

Waterhoudende laag in de ondergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vernieuwbaar water

A

Water dat in het tempo aangevuld wordt waarin het verbruikt wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Niet-vernieuwbaar water

A

Water dat niet of heel langzaam word aangevuld waardoor het opraakt (bijvoorbeeld een aquifer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Duurzaam waterbeheer

A

Waterbeheer waarbij alleen de voorraad vernieuwbaar water word gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Piekafvoer

A

Verhoogde afvoer van de rivier

17
Q

Tropische orkaan

A

Enorme storm met een windsnelheid van wel 200km per uur

18
Q

Bodemdaling

A

Daling van het grondoppervlak

19
Q

Waterstress

A

Alle problemen die zich voordoen als een gevolg van te kort aan schoon water

20
Q

Economisch watertekort

A

Er is in een gebied te weinig geïvesteerd om het wel aanwezige water bij de bewoner te brengen

21
Q

Fysiek watertekort

A

Er is te weinig water in een gebied om aan de wensen van de bewoners te voldoen zonder de natuur te verstoren

22
Q

Wateroorlog

A

Een gewapend conflict tussen staten om water

23
Q

Dijkring

A

Een stelsel van waterkeringen (dijken dammen duinen) en hogere gronden die het ingesloten gebied beschermen tegen overstromingen

24
Q

Polder

A

Een gebied waarbinnen mensen de hoogte van de grondwaterstand regelen

25
Zeepolder
Polder ontstaan door het bedijken van een kwelder (aangeslibt stuk land)
26
Veenpolder
Een veengebied dat zover is ingeklonken dat het nu onder NAP ligt
27
Droogmakerijen
Polder ontstaan door het droogmaken van een plas of een stuk van de zee
28
Ijselmeerpolder
Droogmakkerijen in de voormalige zuiderzee
29
Zeereep
De eerste hoge, min of meer gesloten duinenrij vanuit zee gezien
30
Zandsuppletie
Het opspuiten van zeezand voor of op het strand om de kust te versterken
31
Dynamisch kustbeheer
Kustbeheer in een breed duingebied waar men de natuur meer zijn gang laat gaan
32
Getijdelandschap
Landschap onder invloed van eb en vloed zoals de waddenzee
33
Klimaatadapite
Het landschap aanpassen aan een ander klimaat
34
Buitendijks land
Gebied land de rivier of zee dat niet beschermd word door dijken
35
Binnendijks land
Gebied langs rivier of de zee dat beschermd wordt door dijken
36
Drietrapsstrategie
Drie manieren (vasthouden, bergen, lozen) waarmee de overheid piekafvoer wol bestrijden en overstromingen wil verkomen
37
Uiterwaarden
Het gebied tussen de rivier en de winterdijk dat overstroomt wanneer de ruvier buiten haar oevers treedt
38
Retentiegebieden
Gebied waarbij hoog water tijdelijk water word opgeslagen om de rivierwaterstand stroomafwaarts te verlagen