3.1 De Griekse wereld Flashcards
1
Q
geldeconomie
A
economie waarin geld wordt gebruikt
2
Q
invloed
A
als iets verandert door iets anders
3
Q
kolonie
A
gebied waarin een groep mensen zich vestigt
4
Q
kolonisatie (koloniseren)
A
het stichten van kolonies
5
Q
militair
A
1) persoon die in het leger werkt
2) heeft te maken met het leger
6
Q
nijverheid
A
producten maken
7
Q
onderwerpen
A
in je macht krijgen, onder je bestuur brengen
8
Q
stadstaat
A
staat die bestaat uit een stad en het gebied eromheen
9
Q
tijd van Grieken en Romeinen
A
(oudheid) tweede tijdvak (3000 v.Chr. - 500 n.Chr.)
10
Q
zelfstandig
A
als een persoon of gebied voor zichzelf zorgt