3.4 begrippen Flashcards
(9 cards)
1
Q
economische crisis
A
lange tijd van economische achteruitgang en werkloosheid
2
Q
gematigd
A
voor beperkte veranderingen
3
Q
nationaalsocialisme
A
antidemocratische, totalitaire, gewelddadige, extreem nationalistische en racistische politieke beweging
4
Q
intimidatie
A
bangmakerij (intimideren = bang maken)
5
Q
nazi
A
afkorting van nationaalsocialist
6
Q
uitkering
A
geld dat iemand krijgt
6
Q
oorlogindrustrie
A
ìndustrie die wapens en andere militaire producten maakt
7
Q
stempelen
A
systeem met stempelkaarten van werklozen
8
Q
indoctrinatie
A
systematische opdringen van ideeën