38 (N-E) + 46 (E-N) Flashcards
(56 cards)
1
Q
Informeren
A
To enquire
2
Q
Verzoek om informatie
A
Enquiry
3
Q
Inlichtingen vragen
A
To make enquiries
4
Q
Regelen
A
To arrange
5
Q
Regeling
A
Arrangement
6
Q
Logeren bij
A
To stay with
7
Q
Aanbevelen
A
To recommend
8
Q
Aanbeveling
A
Recommendation
9
Q
Voornaamste
A
Main
10
Q
Voornamelijk
A
Mainly
11
Q
Camping
A
Campsite
12
Q
Opzetten
A
To put op
13
Q
Uitrusting
A
Equipment
14
Q
Oosters
A
Oriental
15
Q
Vermoeiend
A
Tiring
16
Q
De moeite waard
A
Worth
17
Q
Anders
A
Otherwise
18
Q
De ruimte
A
Space
19
Q
Vastzitten
A
To be stuck
20
Q
Keten
A
Chain
21
Q
Hotelgast
A
Resident
22
Q
Kamer vrij
A
Vacancy
23
Q
Pension
A
Guest house
24
Q
Herberg
A
Inn
25
Tegenkomen
To encounter
26
Ontmoeting
Encounter
27
Voorval
Incident
28
Awful
Afschuwelijk
29
To freeze
Vriezen
30
Below zero
Onder nul
31
Degree
Graad
32
Season
Seizoen
33
Forecast
Voorspelling
34
To forecast
Voorspellen
35
To predict
Voorspellen
36
To improve
Verbeteren
37
Improvement
Verbetering
38
(Un) favourable
(On) gunstig
39
Shower
Regenbui
40
Severe
Streng
41
Gale
Storm
42
Spell
Periode
43
To rely On
Vertrouwen op
44
Reliable
Vertrouwbaar
45
Reliability
Betrouwbaarheid
46
Phenomenon
Verschijnsel
47
Gloomly
Somber
48
To prevall
Heersen
49
To be prevelant
Veel voorkomen
50
(Dis)agreeable
(On)aangenaam
51
Shelter
Schuilplaats
52
Drought
Droogte
53
Ray/Beam
Straal
54
Nasty
Naar
55
To adjust
Zich aanpassen
56
To take advantage of
Gebruik maken van
