NH_H8: Psychotische stoornissen Flashcards

1
Q

5 domeinen van symptomen van schizofrenie belangrijk voor diagnose?

welke positief/negatief?

welk domein niet belangrijk voor diagnose?

A

(1) wanen
(2) hallucinaties
(3) ongeorganiseerd gedachten/taal
(4) ongeorganiseerde bewegingen (katatonie)
(5) beperkte affectiviteit

1-4 = positieve symptomen

5 = negatieve symptomen

niet belangrijk voor diagnose: cognitieve vertekeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn “persecutory delusions”?

(achtervolgingswanen)

A

geloof dat men achtervolgd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn “delusions of reference”?

A

geloof dat toevallige gebeurtenissen betekenisvol zijn

(John Nash - mensen met rode dassen observeren hem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn “grandiose delusions”?

A

geloof dat men bijzonder is of bijzondere vaardigheden bezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn “delusions of thought insertion”?

A

geloof dat gedachten van iemand anders gecontroleerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

in welke stoornis kunnen wanen nog voorkomen?

A

hevige gevallen van depressie/bipolaire stoornis

wanen die overeenkomen met stemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke factor van invloed op inhoud van delusions?

A

cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de meest voorkomende vorm van hallucinaties?

A

akoestische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn “tactile hallucinations”?

verschil met somatische hallucinaties

A

perceptie dat iets aan de buitenkant van je lichaam gebeurt

somatisch: binnenkant van je lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

andere stoornissen met hallucinaties?

A

schizoaffectieve stoornis

depressie

bipolaire stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is “formal thought disorder”?

A

ongeorganiseerd taal/gedachten van iemand met schizofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verschil formal thought disorder bij mannen/vrouwen?

A

mannen sterkere problemen met taal dan vrouwen

brein van vrouwen werkt meer “bilaterally” (beide helften) -> kunnen dus beter compenseren voor problemen in een breinhelft ontstaan door schizofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is katatonie?

A

ongeorganiseerde bewegingen niet geschikt voor omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verschil positieve/negatieve symptomen ivm met uitkomsten van schizofrenie?

A

sterke negatieve symptomen zijn verbonden met een slechtere uitkomst van de ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat houdt “restricted affect” in?

ingeperkte affectiviteit

A

lage emotionele expressie

weinig emotionele gezichtsuitdrukkingen

onemotionele taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zijn emoties van mensen met schizofrenie minder intensief?

A

Nee. ze rapporteren wel dat ze minder emoties hebben, maar in hersenenscans blijken emoties even intensief te zijn als in gezonde mensen

blijkbaar kunnen schizofrene mensen de emoties alleen niet uitdrukken

17
Q

wat is “avolition”?

A

onvermogen om doelgericht gedrag te initieren of vol te houden

fysieke langzaamheid

kan zich manifesteren in asocialiteit, sociale isolatie

18
Q

wat houden cognitieve vertekeningen in?

A

moeite in basale cognitieve processen, zoals

aandacht

geheugen

verwerkingssnelheid

19
Q

wat zijn “prodomal” en “residual” symptomen?

A

fasen van schizofrenie voor (prodomal) en na (residual) de acute fase van schizofrenie

in deze fasen minder positieve symptomen, voornamelijk negatieve symptomen

20
Q

asocialiteit en rare gedragingen van schizofrenie lijken op welke andere stoornis?

hoe beinvloedt dat de diagnose?

A

lijkt op autisme

schizofrenie wordt daarom alleen gediagnosticeerd als hallucinaties/delusions duidelijk voorhanden zijn

21
Q

levensverwachting van mensen met schizofrenie?

A
  • 10 jaren
22
Q

uitleg: schizoaffective stoornis

A

mix uit schizofrenie en stemmingsstoornis

minimaal 2 weken psychotische symptomen zonder stemmingsstoornissymptomen

23
Q

uitleg: schizofreniform disorder

brief psychotic disorder

A

schizofreniform: 1-6 maanden

brief psychotic: max 1 maand

24
Q

uitleg: delusional disorder

A

minimaal 1 maand

delusies, maar geen anderen symptomen van schizofrenie

25
Q

uitleg: schizotypal personality disorder

A

vreemd: zelfconcept, denken, spreken, relaties

ingeperkt emotieuitdrukking

geen psychosen

26
Q

4 hersenenafwijkingen van mensen met schizofrenie?

A

(1) minder grijze/witte materie
(2) veranderde prefrontale cortex
(3) abnormale hippocampus
(4) grotere ventrikels

27
Q

redenen voor breinabnormaliteit van schizo’s

A

(1) complicaties bij geborte
(2) traumatic brain injury
(3) infecties
(4) tekort in voeding
(5) tekort in cognitieve stimulatie

28
Q

wat zijn “phenothiazines/neuroleptics”?

A

medicatie, blokkeert de receptor voor dopamine

29
Q

abnormaliteit qua dopamine bij schizo’s

A

te veel dopamine in mesolimbisch systeem ->positieve symptomen

te weinig dopamine in prefrontale cortex ->negatieve symptomen

30
Q

wat is “social drift”?

A

schizofrenie symptomen beperkten het sociaal functioneren

daarom gaat de SES omlaag voor mensen met schizofrenie ten opzicht van hun familie SES

31
Q

wat is “expressed emotion”?

A

bepaalde manier van interactie binnen gezin

lijkt acute episodes van schizofrenie te bevorderen

32
Q

wat is “tardive dyskinesia”?

A

neurologische stoornis, ongewild bewegen van tong, gezicht, mond etc

bijwerking van antipsychotica