4. Neuronen Flashcards
Hoe worden neurotransmitters geëxocyteerd?
- Rijping vesikels voor fusering = priming adhv. SNARE-complex (Ca-afhankelijk)
- Ready releasable pool fuseert met PM bij Ca (door synaptotagmin)
Hoe ziet de neuromusculaire junctie er uit?
- verschillende invaginaties en actieve zones
- proteïnes: netwerk voor stabiliteit
- groeifactoren: tijdens ontwikkeling
- agrin (LRP4 en MuSK): clustering AchR
Hoe wordt de AchR activiteit en expressie beïnvloed?
- agrin (neuron) bindt LRP4 bindt MuSK: activatie rapsin via Dok7 -> clustering AchR (spier)
- elektrische activiteit inhibeert synthese, expressie en clustering, maar tegengegaan door agrine
- synaps-specifieke transcriptie: synaptische en non-synaptische nuclei
Hoe is de nAchR opgebouwd?
= ligand-geactiveerd ionenkanaal (niet-selectief kationkanaal) + Cys-loop
- pentameer: elke subeenheid 4 TM domeinen (diversiteit in weefsel en ontwikkelingsstadium)
- N1 (NMJ, tubocurarine gevoelig) en N2 (neuron, resistent)
Het actiepotentiaal ontstaat in de dendrieten of het cellichaam: waar of fout?
Fout, EPSP’s ontstaan in dendrieten of het cellichaam, maar actiepotentialen ontstaan aan de axon hillock. Het drempelpotentiaal wordt bepaald door Nav kanalen: er is enkel een AP waar een concentratie Nav is.
Hoe wordt de synaps gevormd?
- Axonaal transport: kinesine en dyneine
- Assemblering pre-synaps: framework voor docking en fusie
- Assemblering post-synaps: neurexine en neuroligine, S-SCAM, PSD-95, gephyrin, gliacellen
- Transsynaptische communicatie: neurexine en neuroligine, cerebellin, thrombospondin
Hoe worden neurotransmitters selectief vrijgesteld?
Small-molecule NT (lage frequentie): kleine, heldere vesikels
Neuropeptides (hoge frequentie): grote, dense-core vesikels
Gassen (diffusie), ATP (exocytose, transporter, ionenkanaal, …)
Bespreek de glutamaat receptoren.
Metabotrope Glu R: GPCR met specifieke transductiecascade -> modulerend
Ionotrope Glu R: ionotroop (niet-selectief kationkanaal) -> activerend
- NON-NMDA-R: bij weinig Glu eerst activatie, enkel depolarisatie
- NMDA-R: Mg blok, bij veel Glu ook activatie, Ca influx en depolarisatie
Bespreek de glycine en de GABA receptoren.
ligand-geactiveerd Cl selectief ionenkanaal (KCC transporter noodzakelijk)
- hetero-pentameer
- hyperpolarisatie: inhibitie neuronale activiteit
- glycine: Startle disease (epilepsie) -> uitgelokt door strychnine
- GABA: benzodiazepine en barbituraten (verdovend)
Bespreek de acetylcholine receptoren.
Nicotinische receptor: snel ionotroop (exciterend)
- N1 (tubocurarine gevoelig): NMJ
- N2 (tubocurarine resistent): CNS
Muscarinische receptor: traag metabotroop (beide)
- M1/3/5: PLC (hoge calcium) en bindt M-stroom (inhibitie K stroom) -> meer exciteerbaar
- M2/4: inhibitie AC (laag cAMP) en bindt GIRK kanaal (activatie K stroom) -> minder exciteerbaar
Bespreek de serotonine receptoren.
Gemoed, eetlust, slaap, darmmotiliteit, …
Ionotroop: niet-selectieve pentameer (zoals nAchR)
Metabotroop: 7-TM, effect afhankelijk van receptor (modulerend)
- trage EPSP via 5-HT4-R door sluiten S-stroom K-kanalen (meer exciteerbaar)
Wat is de synaptische sterkte?
= de grootte van een post-synaptische respons op 1 AP
Wat is plasticiteit?
= synaptische eigenschappen veranderen oiv. stimulus of synaptische activiteit, waardoor synaptische sterkte verandert
Korte termijn plasticiteit: pre-synaptisch
- facilitatie: repetitieve prikkels (veel Ca) -> verhoogde respons
- potentiatie: veel Ca en NCX (Ca accumulatie) -> langdurig post-synaptische respons
- depressie: uitputting vesikels door langdurige en frequente prikkels -> kleine post-synaptische respons
Lange termijn plasticiteit: post-synaptisch
- LTP: high frequency stimulation presynaptische cel -> activatie CaMKII (RaB11a) en meer AMPA-R
- LTD: low frequency stimulation presynaptische cel -> acitvatie calcineurine (PP1) en minder AMPA-R
Hoe worden vesikels gerecycleerd na het vrijzetten van neurotransmitters?
Kiss-and-stay: vesikel blijft docked in actieve zone en wordt daar hervuld (lage stimulus)
Kiss-and-run: vesikels wordt hervuld en dan naar docking site geleid (lage stimulus)
Endosomal recycling: via lysosomale weg of direct naar docking state (hoge stimulus)