4. sociale hulpverlening Flashcards

1
Q

OCMW /sociaal huis =

A

= openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
= biedt sociale bijstand aan iedereen die onvoldoende
bestaansmiddelen en/of vast woonplaats heeft.
-> waarborgen vh algemeen welzijn v iedereen
-> maatschappelijke dienstverlening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat valt er onder het CAW/JAC ? (5)

A
  1. ambulante hulpverlening
  2. residentiële hulpverlening
  3. crisishulpverlening
  4. straathoekwerk
  5. forensisch welzijnswerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

financiële dienstverlening OCMW = (3)

A
  1. bestaansminimum/ leefloon
  2. bijkomende financiële steun
  3. voorschotten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bedrag v werkeloosheidsuitkering is afhankelijk van (3)

A
  1. loon dat u verdiende toen u werkte
  2. gezinssituatie
  3. beroepsverleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

periode 1 (1e 12 maanden) v werkeloosheidsuitkering =

A

md1 -md 3= 65% v laatst verdiende loon met begrensde hoge bovengrens
md4 - md6= 60% laatst verdiende loon (+idem)
md7 - md12= 60% laatst verdiende loon met begrensde MIDDELste bovengrens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

periode 2 (volgende max 36md) v werkeloosheidsuitkering =

A
  • fase 1 (2md vast+10 variabel) = samenwonende+gezinslast 60%, alleenwonende 55%, samenwonende 40% (allen met bovengrens)
  • fase 2 (mx 24mn in 4 periode) = gradueel zaken tot forfaitaire uitkering (?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

periode 3 (na max 48mnd) v werkeloosheidsuitkering =

A

= forfaitaire uitkering afhankelijk v gezinssituatie

  • Samenwonende + gezinslast = 48,89 euro/dag
  • Alleenwonende = 40,48 p/dag
  • Samenwonende - gezinslast =21,17 p/dag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werkeloosheidsuitkering = degressief betekent?

A

degressief = iets wat daalt naarmate iets anders stijgt

-> bv samenwonend? -> minder uitkering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leefloon vs werkeloosheidsuitkering =

A
  • leefloon = indien geen inkomen/ als aanvulling wanneer inkomen lager is dan bestaansminimum (solidariteitsprincipe)
  • uitkering = 66% v vorige inkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

inschakelingsuitkering =

A

= krijg je in afwachting v/e werkeloosheidsuitkering indien je nog niet voldoende gewerkt hebt
-> beroepsinschakeltijd (310 dagen) = tijd voor je inschakeluitkering krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

IJH =

A

= integrale Jeugdhulp
-> rechtstreeks (CLB, CAW etc) toegankelijk
-> of niet-rechtstreeks toegankelijk (bij langdurig intensieve gespecialiseerde hulpverlening )
bv jeugdrechtbank, gemeenschapsinstellingen etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

DOP =

A

= Diensten OndersteuningsPlan
= helpt personen met een handicap in hun zoektocht naar ondersteuning en zorg op maat
- begeleiding is gratis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voor wie is het DOP? (3)

A
  1. personen jonger dan 65jaar of erkend door VAPH
  2. woonachtig in Vlaanderen of Brussels Hoofstedelijk gewest
  3. aanwezigheid v (vermoeden v) een handicap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

VAPH =

A

= Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

PVF =

A

= PersoonsVolgende Financiering
= trapsysteem (1 en 2):
1. basisondersteuningsbudget (BOB) = zorgbudget voor personen met een handicap (300euro)
2. persoonsvolgend budget (indien BOB niet voldoende is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Trapsysteem PVF =

A

trap 1 = zorgbudget voor mensen met een handicap (BOB)

trap 2= persoonsvolgend budget (PVB)

17
Q

RTH =

A

= Rechtstreeks toegankelijke hulp
= beperkte ondersteuning tegen voordelig tarief (hoofdzakelijk gesprekken/ opvang/ groepsbegeleiding)
- geen goedkeuring v VAPH nodig
- puntensysteem: jaarlijk 8p te spenderen

18
Q

PVB =

A

= persoonsvolgend budget

= budget om zorg en ondersteuning ‘in te kopen’

19
Q

jeugdrechtbank (onder wiens bevoegdheden?)

A
  1. = rechtbank=justitie= onder federale bevoegdheden
  2. jeugdwet/jeugdrecht = gemeenschap = verschillend per gemeenschap
    - heeft subsidiariteitsbeginsel: maatregelen met minste beperking op vrijheid v minderjarige
20
Q

GGC =

A

= Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
= Regelt in het Brussels Hoofdstedelijk gewest persoonsgebonden aangelegenheden ‘gezondheidzorg’ en ‘bijstand aan personen’
= verbindingsschakel tussen Vlaamse en Franse gemeenschapscommisie

21
Q

SDJ =

A

= Sociale Dienst Jeugdrechtbank

= ‘gedwongen hulpverlening’, opgelegd door de jeugdrechter

22
Q

SDJ (sociale dienst jeugdrechtbank) indien: (3)

A
  1. minderjarige strafbare feiten pleegt
  2. minderjarige zich in problematische opvoedingssituatie bevind én vrijwillige hulp niet mogelijk is
  3. acute crisissituatie
  4. ouders niet doen wat v hun verwacht wordt
23
Q

Gezondheidsdoelstellingen Belgie (5)

A
  1. vaccinaties (vaccinatiebeleid tegen 2020)
  2. bevolkingsonderzoeken naar kanker
  3. zelfdoding (20% verminderd in 2020 t.a.v. 2000)
  4. ongevallen privésfeer (vooral focus valpreventie)
  5. gezonder leven (tegen 2025 gezonder t.a.v. sedentair gedrag, eten, lichaamsbeweging, tabak en drugs)
24
Q

LOGO =

A

= Lokaal Gezondheidsoverleg

-> meer kwaliteit en gezonde levensjaren voor iedereen

25
Q

CKG ==

A

= Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning

26
Q

zorgzwaarte =

A

de hoeveelheid ondersteuning of hulp die u als

persoon met een handicap nodig hebt in uw dagelijks leven.