5 Flashcards
1
Q
this afternoon
A
vanmiddag
2
Q
maths
A
wiskunde
3
Q
let’s see
A
een even kijken
4
Q
no problem
A
geen probleem
5
Q
love
A
schatje
6
Q
wheelchair
A
rolstoel
7
Q
box
A
doos
8
Q
Belgian
A
Belgish
9
Q
department
A
afdeling
10
Q
winkelen
A
shop
11
Q
huiswerk
A
homework
12
Q
allebei
A
both
13
Q
mooi
A
beautiful
14
Q
nodig hebben
A
need
15
Q
Gelukkig Kerstfeest
A
Merry Christmas
16
Q
hetzelfde
A
same to you!
17
Q
kosten
A
cost
18
Q
boek
A
book
19
Q
Heb je iets te doen vanavond?
A
Are you busy this evening?
20
Q
Wat dacht je van een drankje bij mij thuis?
A
How about a drink at my place?
21
Q
We kunnen een film kijken als je dat leuk vind?
A
We can watch a movie, if you like
22
Q
zou je op mijn feest willen komen?
A
Would you like to come to my party?
23
Q
Laten we naar de bioscoop gaan
A
Let´s go to the cinema
24
Q
Dat vind ik een geweldig idee!
A
i think that´s a great idea!
25
Ja, dat is goed
Yes, that's fine
26
Ja, dat zou ik leuk vinden
Yes, I'd love to
27
Nee, dank je ik heb het druk vavavond
No,Thanks I'm