5. vaardigheid betrokken confronteren Flashcards

(15 cards)

1
Q

Wat zijn de kenmerken van betrokken confronteren?

A

2 richtingsverkeer:
- confrontatie-gever doet zijn verhaal
- confrontatie-ontvanger reageert op dit verhaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn hindernissen van betrokken confronteren?

A
  • Mensen zijn te voorzichtig met elkaar –> vermijden om moeilijke boodschappen over te brengen
  • spanningen komt vanuit menselijke behoeften
    *zelfontplooiing (leren en ontwikkelen door eigen blinde vlekken te ontdekken)
    *behoefte aan competentie en bekwaamheid (bang van feedback op incompetenties, kuddedieren –> niet uit groep gezet willen worden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn oplossingen voor het betrokken confronteren?

A

én-én denken
- boodschap over de relatie
- inhoudelijk confronterende boodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

functie van betrokken confronteren

A
  • coachee leren omspringen met directe reacties van zijn gesprekspartner
  • gedachten van de coach zijn vrij door transparantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

valkuilen bij betrokken confronteren

A
  • gelijk willen halen
  • gedrag interpreteren
  • uitvergroten tot persoonlijke eigenschappen
  • minimaliseren of overdrijven
  • moraliseren
  • oneigenlijke vragen stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tips voor het betrokken confronteren

A
  • starten vanuit een zorg voor de relatie (meervoudige boodschap)
  • concreet de feiten bespreken
  • kort en krachtig
  • geef voldoende ruimte voor dialoog
  • feedbackgever helpen om boodschap duidelijk te krijgen
  • vragen naar de ander zijn aandeel of bedenkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar komt betrokken confronteren vandaan?

A
  • komt vanuit gedrag dat oorspronkelijk geen betekenis had (is niet goed en niet slecht) maar kan bij sommigen toch leiden tot betrokken confrontaties
  • is een samenspel tussen
    *mijn waarnemingen –> mijn interpretatie
    *mijn aannames, mijn gedachten, mijn waarheid
    *mijn gevoelens
  • kritiek is een verpakte wens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe kan je betrokken confronteren krachtiger maken?

A
  • feedback veelvuldig en onmiddellijk geven
  • in kleine, behapbare porties
  • meervoudige boodschap als het van toepassing is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg het dartsmodel uit

A
  • 1 richtingsverkeer
  • of-of
  • direct of empathisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leg het puzzelmodel uit

A
  • dingen bespreekbaar maken
  • 2 richtingsverkeer
  • op een empathische manier je boodschap brengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de rondpunt methode?

A

kan in verschillende volgordes, is een handvat om eigen behoefte te verduidelijken
- waarneming
*feitelijke beschrijving van wat de trigger is
* neutrale waarneming
- gevoel
- behoefte
- verzoek
nadien ook zelfde vragen aan de ander stellen –> empathisch luisteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de jakhals?

A
  • haalt graag zijn gelijk, oordelen en beschuldigen
  • voelt zich snel aangevallen en gaat snel in de verdediging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de giraffe?

A
  • contact herstellen
  • tot verbinding komen met de ander
  • door te luisteren met empathische oren
  • verpakte behoefte horen
  • streven naar verbinding door eerlijk te vertellen wat je voelt en wat je behoefte is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kritiek ontvangen door empathisch te luisteren

A
  • opmerkingen niet persoonlijk nemen
  • incasseer negatieve feedback
  • laat de ander merken dat je hem probeert te begrijpen
  • interesse tonen om meer te weten te komen
  • geen verantwoording geven of feedback terug spelen
  • samen naar een oplossing zoeken
  • nadien uitleggen hoe jij je voelt en hoe jij het beleeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer tegengas geven?

A
  • inhoudelijk: bedenkingen hebben bij een bepaalde uitspraak/gedrag/opvatting
    –> tijdens elke fase van de GRROW
  • als je bedenkingen hebt over het proces zelf, hier en nu –> metacommunicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly