50 Woordjes Flashcards by Suze Braam

Q

Consequenties

A

Gevolgen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Die strategie

A

Een plan van aanpak om je doel te bereiken

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

De periode

A

Een bepaald hoeveelheid tijd

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Nonchalant

A

Slordig

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Deskundige

A

Iemand die veel van iets af weet

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Obstakel

A

Iets wat de voortgang blokeert

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Veelzijdig talent

A

Goed zijn in verschillende dingen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Rangschikking

A

Op volgorde van belangrijkheid

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Categorie

A

Afdeling,soort, groep

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Resterend

A

Overgebleven

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Aarzelen

A

Twijfelen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Argument

A

De reden waaarom je iets vindt

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Weren

A

Tegenhouden

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Initiatief

A

De eerste stap zetten

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Variëren

A

Afwisselen,uiteenlopen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Een hellend vlak

A

Grote kans op een slechte uitkomst

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Financieren

A

Betalen, grote som bijeenbrengen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Calorieën

A

Een maat voor een hoeveelheid energie in voedsel

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Feiten

A

Iets meetbaars wat gewoon zo is

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Mening

A

Iets wat je vindt

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Opsomming

Study These Flashcards

A

Een voor een opnoemen

Q

Voornamelijk

Study These Flashcards

A

Vooral, hoofdzakelijk

Q

Onderstaand

Study These Flashcards

A

Dat wat hieronder staat

Q

Uitsluitend

Study These Flashcards

A

Alleen maar

Voortaan

In het vervolg

Uiterlijk

Op z’n laatst

Verlichten

Verminderen

Voortdurend

Wat voortduurt, aanhoudend

Internationaal

Tussen twee of meer landen

Vereenvoudigen

Makkelijker maken

Standpunt

Mening, wat je vind

Onderling

Onder elkaar

Veroorzaken

De oorzaak zijn van.., aanstichten

Arriveren

Aankomen

Inclusief

Erbij inbegrepen

Transformeren

Veranderen, ontwikkelen

Creëren

Iets scheppen, iets nieuws maken

Perfectioneren

Perfect maken, verbeteren tot perfectie

Spectaculair

Opzienbarend, een groot schouwspel

Bewering

Iets waarvan je zegt dat het zo is

Belemmering

Iets wat je tegenhoudt

Producent

Iemand die iets maakt

Motief

De reden waarom je iets doet, beweegreden

Suggereren

Beweren

Maatregel

Handeling met een bepaald doel

Iets bevestigen

Zeggen dat het klopt

Aantonen

Laten zien dat iets zo is

Selecteren

Kiezen

Vol vuur

Vol enthousiasme

Onverschillig

Om het even