H1: Basisbegrippen Flashcards

1
Q

Gelaagde rechtsorde

A

Tegenwoordig maken we als burger deel uit van verschillende overheidsverbanden, zoals de gemeente, het Vlaams Gewest, de Belgische staat, de Europese Unie, … die elk hun eigen bevoegdheden hebben. Het recht heeft meerdere oorsprongen, we kunnen het dus niet meer herleiden tot 1 bestuurslaag of overheidsniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Staatsvorm

A

Dit verwijst naar de organisatie van de verhoudingen en de verdeling van de bevoegdheden tussen de verschillende overheden. In praktijk is een staatsvorm echter niet zo zuiver als in de theorie en bevat ze niet alle kenmerken of kenmerken van andere staatsvormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soevereiniteit

1) externe
2) interne

A

Soeverein is diegene die aan geen hogere macht is onderworpen. (Kompetenz-kompetenz: bevoegdheid van de bevoegdheid: soeverein is het niveau dat de macht heeft over de bevoegdheidsverdeling en dus bevoegdheden kan toekennen/onttrekken aan andere niveau’s.)

1) onafhankelijk van andere staten of bovenstatelijke verbanden
2) het hoogste rechtsbevoegdheid binnen een overheidsverband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eenheidsstaat

A

Soevereiniteit berust bij 1 centraal niveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Deconcentratie

A

Mogelijk in een gecentraliseerde eenheidsstaat: bepaalde taken worden overgedragen naar lagere instanties, die zelf GEEN RECHTSPERSOONLIJKHEID hebben maar deel uitmaken van het centrale bestuur. Hierop wordt HIERARCHISCH toezicht uitgeoefend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Centralisatie

A

Alle overheidsfuncties berusten bij organen die behoren tot een en hetzelfde centrale bestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Decentralisatie

1) territoriale
2) functionele

A

Bepaalde taken worden uitgeoefend door ondergeschikte besturen die geen deel uitmaken van het centrale bestuur en dus wel een eigen RECHTSPERSOONLIJKHEID hebben. Deze besturen zijn onderworpen aan ADMINISTRATIEF toezicht. Ze zijn echter niet volledig autonoom, aangezien ze onderworpen blijven aan de regels van het centrale bestuur en hun regels geen kracht van wet hebben.

1) bevoegdheden worden toegekend aan overheden die bevoegd zijn voor een bepaald grondgebied. De organisatie van die besturen is vaak gebaseerd op politieke vertegenwoordiging en is dus het laagste niveau van democratische inspraak, dicht bij de burger. vb: gemeenten, provincies
2) bevoegdheden worden toegekend aan overheidsdiensten die in een bepaald beleidsdomein beschikken over de nodige expertise voor een efficiënte en politiek onafhankelijke besluitvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Federatie

A

Geografisch afgebakende deelgebieden hebben autonome bevoegdheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Federale staat (= bondsstaat)

A

Naast het centrale niveau zijn er deelstaten die gezag uitoefenen over een bepaald deel van het grondgebied. Deze deelstaten zijn autonoom en kunnen regels aannemen met kracht van wet en ze staan niet onder toezicht, autonoom betekent echt niet soeverein, de bevoegdheidsverdelende regels zijn immers terug te vinden in de federale grondwet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Confederatie (= statenbond)

A

Dit is geen staat, maar een internationaal samenwerkingsverband tussen soevereine staten. De soevereiniteit berust bij de deelnemende staten, niet bij het confederale niveau, zij beslissen om eventueel bevoegdheden over te dragen naar het confedereale niveau. De grondslag is geen grondwet, maar een verdrag. het recht van secessie betekent dat de staten eenzijdig kunnen opstappen uit de confederatie en zo hun bevoegdheden kunnen terugnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Federale unie of federatie van staten

A

Een tussenvorm tussen de federale staat en de confederatie. Het is moeilijk vast te stellen wie over de ultieme beslissingsbevoegdheid beschikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bestuur

A

In beginsel een instelling die behoort tot de uitvoerende macht, MAAR dit schiet tekort, want ook de lokale besturen zijn bestuur. Daarnaast zijn administratieve rechtscolleges geen besturen, aangezien zij een rechtssprekende functie vervullen. Bovendien vervullen besturen niet enkel taken van uitvoerende aard, bepaalde bestuurshandelingen hebben ook een wetgevende inhoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bureaucratie

A

Organisatievorm van de staat waarbij rationaliteit en depersonalisering van onderlinge verhoudingen centraal staan. Het gaat uit van het primaat van de politiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bestuurlijke verzelfstandiging

A

De overdracht van overheidstaken naar interne en externe diensten, instellingen en ondernemingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly