week 5 FS

Question 1

vormen van pijn (2)

Answer 1

• nociceptief

- niet nociceptief

Question 2

nociceptieve pijn

Answer 2

• somatisch

- visceraal

Question 3

niet nociceptieve pijn

Answer 3

• neuropatisch (zenuw bedrukt maar niet beschadigd)

- psychogeen

Question 4

wat komt binnen bij de dermatoom? (gedeelte van de huid dat uitzonderlijk alleen door rugzenuwen wordt voorzien) (5)

Answer 4

• tast
• propriocepsis
• pijn
• tempratuur
• nocicepsie (beschadeging)

Question 5

viscerale informatie

Answer 5

informatie over je organen, als ze geprikkeld worden is de pijn vaak diffusie. komt doordat er minder nocisensoren zijn

Question 6

somatosensorische informatie

Answer 6

je kan precies aangeven waar en hoelang de pijn is

Question 7

6 kenmerken neuropatische pijn

Answer 7

1. geen of geringe relatie met weefselschade
2. samengaan van pijn en sensibele stoornissen
3. projectie
4. vreemd
5. uitbreiden in tijd en ruimte
6. perifere maatregelen hebben weinig effect

Question 8

neuropatische pijn (10)

Answer 8

• zenuwbeknelling in nek of rug
• diabetes
• kanker
• CVA
• gordelroos (postherpetische neuralgie)
• trigeminusneuralgie
• postoperatieve neuropathie
• multiple sclerose
• amputatiepijn/ fantoompijn
• CRPS 1

Question 9

neuropatische pijn

Answer 9

zenuw bedrukt maar de nocisensoren niet beschadigd

Question 10

perifere sensitisatie

Answer 10

zorgt ervoor dat omliggende plek van een wond ook gevoelig wordt

Question 11

a-delta

Answer 11

unimodaal, kan alle meganische verandering

Question 12

c vezel

Answer 12

polymodaal, chemische verandering zoals uv en tempratuur

Question 13

WDR

Answer 13

Wide Dynamic Range

Question 14

viscero somatische reflexen

Answer 14

referred pain & hypertonie

Question 15

viscero sympatische reflexen

Answer 15

sympatische verschijnselen zoals: wijde pupillen, vasoconstrictie, zweten & kippevel

Question 16

3 segementale disregulaties

Answer 16

1. referred pain (zones van head)
2. hypertonie (zone van MacKenzie)
3. sympatische verschijnselen (sympatische zone andere lokalisatie dan head zone

Question 17

cardiovasculaire pijn

Answer 17

schouder, borst, aan ulnaire zijde hand en arm

Question 18

pulmonale pijn

Answer 18

boven: longaandoening
onder: pneumothorax

Question 19

urogenitale pijn

Answer 19

boven: nier
onder: blaas
zwelling nier duwt tegen diaphragma