Long. Flashcards

1
Q

Compliantie = Volumeverandering wordt gevolgd door een drukverandering.
Stelling 63

A

Fout,
Complainte is de verhouding tussen de volumeveranderingen en drukverschillen. Hierbij zal de compilatie afhankelijk zijn van de :
Elasticiteit van de longen en thorax
Oppervlaktespanning.
De elasticiteit zelf wordt bepaalt door de elastieke vezels en de opgerolde collageenvezels die zullen ontrollen bij inademing.
Wanneer de compilatie groot genoeg is, moeten er maar kleine drukveranderingen zorgen voor een grote volumeverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij longfibrose gaat de hellingsgraad van de curve van de longcompleantie minder zijn dan de druk op de x-as.
Stelling 87

A

Juist,
Bij hetzelfde volume zal er een veel grotere druk nodig zijn om dezelfde compliantie te hebben. Longfibrose zaak de weerstand en dus ook de druk in de longen enorm vergroten en zal lucht minder gemakkelijk door het respiratoire zone gaan stromen. Hierdoor zullen bij dezelfde de druk, de longen minder gevuld zijn. Doordat de longen minder gevuld zijn, zal de AV dalen en daarbijgaande de pO2 alv. Een zuurstofbehandeling is dus een noodzaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een individu met stof in de diepe luchtwegen zal het aanbrengen van een zuurstofmasker zeer nuttig zijn.
Stelling 91

A

Juist,
Door deze stof zal de hoeveelheid VERSE lucht die per minuut in de longen gaat stromen gaan dalen, hierdoor daalt de pO2 en zal een zuurstofbehandeling noodzakelijk zijn. De diffusieafstand is namelijk door deze stof vergroot waardoor de diffusie minder efficiënt zal plaatsgrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een individu met ernstige ademhalingsproblemen zal bij zware inspanning last krijgen van acidose.
Stelling 90

A

Juist,
Door de zware ademhalingsproblemen zal het uitdrijven van de lucht en dus de expiratie moeilijk gaan plaatsgrijpen?
Fout,
lagere zuurstofopname?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij een hoestreflex zal de druk in de intrapleurale ruimte dalen (neg).
Stelling 92.

A

Fout,

net het omgekeerde. Het volume zal afnemen, waardoor de druk in dezelfde mate moet gaan toenemen (+ worden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De parasympaticolytica kunnen negatieve gevolgen van de irritoprikkeling verminderen.
Stelling 94

A

Juist,

Het mucociliair transport voor het uitdrijven van de stof en pathogenen wordt gestimuleerd door acetylcholine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij inspanning verhoogt de CO waardoor het transport van zuurstof massaal verhoogt omdat de zuurstofcapaciteit in het bloed enorm stijgt.
Stelling 95

A

Juist
door inspanning zal er de Hb stagnatie curve verschuiven naar rechts ter hoogte van de weefsels waardoor meer 02 afgevoerd wordt. Er zal zo ter hoogte van de long meer 02 kunnen gaan binden aan oxyhb di niet gesauteerd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De alveolaire en de intrapleurale druk zullen het hoogste zijn in de helft van de expiratie.
Stelling 96.

A

Fout
de alveolaire druk is het hoogst iets voor de helft van de expiratie, de intrapleurale druk is het hoogste voor de inspiratie begint of na de expiratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij persen zal de intrapleurale druk stijgen en zal er niet veel veranderen in de intra alveolaire druk.
Stelling 99.

A

Fout

De intra-alveolaire druk wordt nog groter. De intrapleurale druk kan zelfs positief worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij een gezond individu zal de toediening van meer zuurstof de pO2 doen stijgen.
Stelling 101.

A

Fout
De p02 zal niet veranderen door het toedienen van zuurstof omdat de transportcapaciteit ongewijzigd is en de Hb volledig gesatureerd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De pO2 in het bloed is lineair verband met de pO2 van de ingeademde lucht.
Stelling 102.

A

TWIJFEL.

Fout, pO2 in bloed doelt enkel op ongebonden O2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij de inspanning gaat de ventilatie/perfusie verhouding niet veranderen, daardoor blijft de zuurstofspanning in het arterieel bloed gelijk.
Stelling 104

A

Fout,
Bij inspiratie zal de ventilatie verhogen door de hogere noden van de weefsels. De zuurstof spanning zal echter in het bloed gelijk blijven omdat de Hb niet minder of meer gesatureerd zal zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij inspanning is er een efficiëntere gasuitwisseling door het verkleinen van de dode ruimte.
Stelling 105.

A

Fout,
De dode ruimte zal niet gaan veranderen tijdens inspanning. Wel zal er ter hoogte van de weefsels de sympaticus zorgen voor bronchodilatatie. Het hart zal een grotere CO hebben, waardoor meer bloed naar de longen gestuurd worden. Hierop zullen de longen de ‘reserve’ capillairen openen waar het bloed trager gaat stromen maar de diffusie over de gehele lengte zal plaatsvinden. De gasuitwisseling is dus efficiënter Bij diepere AH zal de diffusieafstand nog verkleinen door het uitrekken van de long. Er zijn grotere concentratiegradiënten omdat het veneus bloed een gedaalde p02 heeft en een gestegen pCO2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij longoedeem wordt de oxygenatie van de perifere weefsel in de eerste plaats bedreigd omdat de compleantie en dus de alveolaire ventilatie negatief beïnvloed.
Stelling 106

A

Fout,
Longoedeem doet de diffusie-afstand vergroten, waardoor de uitwisseling met O2 en CO2 minder efficiënt gaat verlopen. De compleantie neemt af, AV daalt, pO2 daalt waardoor de perifere weefsels minder O2 kunnen opnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De affiniteit voor hb thv de longen daalt wanneer de pH in het bloed daalt na sportieve inspanning.
Stelling 112.

A

Fout
pH in het bloed daalt => H+ stapelt op en gaat reageren met Hb. Hierdoor zal de affiniteit van Hb voor O2 dalen ter hoogte van de weefsels en O2 makkelijker afgegeven worden. Maar ter hoogte van de longen zal de affiniteit voor O2 geen invloed hebben omdat H+ een affiniteit heeft voor desoxyhemoglobine en geen oxyhemoglobine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een schaap met anemie door een ernstige worminfectie zal baat hebben bij zuurstoftherapie
Stelling 113.

A

Fout,
Anemie = verlaagde hoeveelheid RBC. Hierdoor zal de transportcapaciteit voor O2 dalen. Het heeft dus geen nut dat er O2 toegediend wordt. Echter zal het toedienen van EPO nuttig zijn om het aantal toe te nemen.

17
Q

Bij rustige inspiratie is aan het eind van de inspiratie de intra-alveolaire druk 0 en de intra-plurale druk het meeste negatief.
Stelling 114

A

Juist.

Manier van ademen uitleggen.

18
Q

De gasuitwisseling over een membraan is afhankelijk van de partiële gasdrukken aan beide zijde van het membraan en niet van de totale hoeveelheid gas.
Stelling 115.

A

Juist.

Het is de partiële gasdruk die telt, nooit de hoeveelheid.

19
Q

Bronchomotie wordt beperkt door kraakbeen.

Stelling 116.

A

Fout
Bronchomotie vindt plaats ter hoogte van de terminale en respiratoire bronchen. Hier zal er echter geen kraakbeen aanwezig meer zijn.

20
Q

Tijdens inspanning daalt de affiniteit van Hb voor zuurstof thv de spieren en de longen .De stijging van de temperatuur heeft dus een rechtsverschuiving van de saturatiecurve als gevolg.
Stelling 118

A

Fout,
De curve zal effectief naar rechts verschuiven maar enkel ter hoogte van de spieren. Door een verhoogde metabolisme is er een hogere temperatuur aanwezig in de spieren. De productie van CO2 stijgt en er is een lagere pH. Deze zal de affiniteit van O2 ter hoogte van de spieren doen dalen, waardoor gemakkelijker O2 afgegeven wordt en zo de spieren geen te korte kennen. Dit heeft geen invloed op de affiniteit ter hoogte van de longen omdat daar de temperatuur niet veranderd en dus de affiniteit van O2 onveranderd blijft ter hoogte van de longen.

21
Q

Toedienen van een parasympaticolytisch middel kan de alveolaire ventilatie verbeteren.
Stelling 119.

A

Juist
Door inhibatie van de muscarine-receptoren die zorgen voor bronchoconstrictie, zal de hoeveelheid lucht die in de longen stromen vergroten. Hierdoor vergroot ook de compliantie.

22
Q

Een baviaan intranasaal zuurstof toedienen leidt tot een betere alveolaire ventilatie.
Stelling 120

A

Fout
AV = Ah frequentie * Vt. In geen van beide gevallen zal het toedienen van zuurstof de AH frequentie doen stijgen of de noden aan zuurstof.

23
Q

Een sportinspanning zal leiden tot Hb sneller H+ gaat opnemen thv de weefsels.
Stelling 121.

A

Juist,
Sportinspanning zal zorgen voor een stijging van de temperatuur. Hierdoor zal er ter hoogte van de weefsels (spieren) en verhoogde affiniteit zijn voor CO2 die door Hb opgenomen wordt als H+. Hierdoor zal O2 makkelijker uit Hb vrijkomen en zal de hoeveelheid CO2 sneller afgeven worden ter hoogte van de longen.

24
Q

Tijdens een sportinspanning is er een rechtsverschuiving van de saturatiecurbe van Hb door een direct effect van een lage partiële zuurstofdruk.
Stelling 123.

A

fout,
Bij een sportinspanning zal de pO2 niet gaan wijzigen. De rechtsverschuiving is te wijten aan ofwel de veranderde pH ofwel toenemende temperatuur.

25
Q

Bij een rund met hoogteziekte wordt er 23PDG aangemaakt om ervoor te zorgen dat er een rechtsverschuiving is van de saturatiecurve van Hb.
Stelling 124.

A

Fout,
Hb van een rund is ongevoelig voor 2,3PDG. Dit is de reden waardoor runderen zo gevoelig zijn voor hoogte ziekte. door de grote hoogte van de ventilatie van de longen dalen. In de longen treedt er een volledige vasoconstrictie op, hierdoor zal de weerstand groter zijn en de doorstroming onder het gedrang komen te staan. Door dit te vermijden zal het hart harder pompen, maar de terugvloei naar het hart blijft gelijk. De v.cava kent daardoor een grotere druk samen met de vena jugularis.
Omdat de HD ter hoogte van de capillairen hoger is, zal er oedeem optreden = Hypnotische pulmonale hypertensie.

26
Q

In onze lage landen hangt de zuurstoftransportcapaciteit af van de hb concentratie.
Stelling 126

A

Juist.
De druk van O2 in de atmosfeer kan wel gaan variëren door de weersomstandigheden maar zal nooit drastog gaan dalen. Hierdoor zal de pO2alv steeds 100mmHg bedragen en zal bij deze druk 98,5% van de Hb gesatureerd zijn.

27
Q

Voor een anemiepatient is het van belang om eerst de alveolaire ventilatie terug te verbeteren
Stelling 127

A

Fout,
Anemie = te lage Hb waardoor het transportcapaciteit van O2 daalt. De AV gaat geen effect hebben op het transport in dit toestand.

28
Q

Bij een anemiepatient zullen de chemosensoren weinig doen om het ziektebeeld te verbeteren. Ze zullen wel de abnormale pCO2 en pH waarde vaststellen maar normale pO2 waarden niet
Stelling 128

A

Juist,
De chemosensoren zullen geen verschil zien in pO2 want deze is onveranderd gebleven. De totale hoeveelheid opgelost in bloed blijft gelijk omdat anemie geen invloed heeft op de diffusie. Wel zal de b-hoeveelheid gebonden aan Hb veranderen.

29
Q

Bij slecht geventileerde delen in de long zullen de BV dilateren, zodat er meer bloed naar deze delen lopen.
Stelling 129

A

Fout,
De long vormt hiervoor een groter uitzondering op alle andere weefsels. Slecht geventileerde delen zullen geen bloed meer krijgen en gaan necrotiseren omdat al het bloed naar goed geventileerde delen zal gaan om een optimale en onveranderde O2 druk te hebben.

30
Q

Bij sportinspanning zal er een efficiëntere gasuitwisseling zijn door een afgenomen dode ruimte
Stelling 130

A

Fout,
Inspanning heeft geen invloed op de dode ruimte. De totaal volume zal wel gaan toenemen. De gasuitwisseling zal efficiënter plaatsvinden door een toegenomen concentratie CO2.

31
Q

de compliantie curve van de foetus long en adult verschilt significant alleen bij de statische compliantiecurve

Stelling 132

A

fout, curve van prematuur babytje ligt lager want er is meer druk nodig om lucht te laten stromen, de compliantie is slechter. Ook longfibrose zorgt voor daling van curve want compliantie daalt waardoor stroom van verse lucht in long bemoeilijkt worden want weinig volumewints. Alveolaire ventilatie zal zakken.

32
Q

De ventilatie perfusie verhouding verandert significant tijdens inspanning waardoor de pO2 arterieel ongeveer gelijk blijft.
Stelling 133

A

fout,
bij de mens is deze 4l/min//5l/min=0,8. Het is de alveolaire ventilatie die je gaat laten toenemen door frequenter en dieper te ademen. 5 aanpassingsmechanismen zijn aanpassing spier, ademhaling, hartwerking, RBC, long. Deze verhouding is hoger in top vd longen en lager in de basis maar wordt uniform bij inspanning. Dit systeem zal door sympaticus zorgen dat slecht geventileerde delen vasoconstrictie ondergaan.

33
Q

Bij longoedeem zal in eerste instantie de compilatie dalen en daardoor ook de alveolaire ventilatie.
Stelling 138.

A

fout,
in eerste instantie zal de gasuitwisseling negatief beïnvloed worden want de diffusiedikte neemt toe. Het kan ook de compliantie negatief beïnvloeden door het waterlaagje ertussen maar niet in eerste instantie.

34
Q

de longcompliantie geeft de verhouding weer tussen drukverschil (deltaP) tovd volumevermeerdering

A

Fout