5e Jaar Woorden Flashcards

(66 cards)

1
Q

Aanleiding

A

Omstandigheid die iets onmiddellijk teweegbrengt of ten gevolge heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aantijging

A

Valse beschuldiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aanwenden

A

Gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aanwennen

A

Zich tot een gewoonte maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aberratie

A

Dwaling ; afwijking (ook fysiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Abject

A

Verachtelijk, verwerpelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Abominabel

A

Heel slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Abrupt

A

Plotseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Absorberen

A

Opzuigen, in zich opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Abstinentie

A

Onthouding/ niet meer tot je nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Abstract

A

Zonder bepaalde voorstelling ( tegenover concreet )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Absurd

A

Onzinnig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Accentueren

A

De nadruk op iets leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Accessories

A

Dingen die erbij horen/komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Accidenteel

A

Af en toe, bijkomstig, per ongeluk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Acclimatiseren

A

Wennen aan bepaalde omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Accommodatie

A

Al wat ten behoeve van het bedrijf van personen is aangebracht of aangericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Acculturatie

A

Zich aan elkaar leren aanpassen van verschillende culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Accumulatie

A

Opeenstapeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Achteloos

A

Zonder er speciale aandacht aan te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Acte de présence geven

A

Lijfelijk aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Activeren

A

Aanwakkeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Acuut

A

Plotseling opkomend; om een dringende oplossing vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Adaptatie

A

Aanpassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Additief
Wat erbij toegevoegd is
26
Additioneel
Bijkomend
27
Adept
Leerling, volgeling
28
Adequaat
Goed passend bij de omstandigheden
29
Ad hoc
Speciaal voor dit doel
30
Ad interim
Tijdelijk waarnemend
31
Ad rem
Ter zake, gevat
32
Affectie
Genegenheid, het aanvoelen of begrijpen van iets (personen)
33
Affiniteit
Verwantschap; het aanvoelen of begrijpen van iets ( zaken )
34
Aforisme
Korte, krachtige spreuk
35
Agglomeratie
stad samen met de voorsteden
36
Agitatie
Opwinding; boosheid
37
Agitator
Opruier, relschopper
38
Bagatelliseren
Doen alsof het onbelangrijk is
39
Banaal
Platvloers; alledaags; plat; afgezaagd
40
Beducht
Bang
41
Befaamd
Beroemd
42
Berucht
Slecht bekendstaand
43
Bigamie
Gehuwd zijn met twee personen tegelijkertijd
44
Bilateraal
Tweezijdig
45
Biografie
Levensbeschrijving
46
Bizar
Ongerijmd; vreemd; zonderling
47
Calamiteit
Vreselijke ramp
48
Camoufleren
Iets onzichtbaar maken door het af te dekken of de kleur aan te passen
49
Categorisch
Zonder zweem van twijfel, onvoorwaardelijk
50
Causaal
Oorzakelijk
51
Ceremonieel
Op vastgelegde, plechtige wijze, vol plichtplegingen
52
Chargeren
Extra laten uitkomen, overdrijven
53
Charlatan
Kwakzalver, oplichter
54
Charismatisch
Met veel uitstraling of aantrekkingskracht
55
Chronisch
Langdurig
56
Chronologisch
In de juiste tijdsvolgorde
57
Civilisatie
Beschaving
58
Clandestien
Stiekem, in het geheim
59
Claustrofobie
Angst voor besloten ruimtes
60
Civiel
Burgerlijk, dus niet militair
61
Cognitief
Wat de kennis van de mens betreft
62
Collaboreren
Samenwerken met de vijand
63
Collectief
Met de hele groep, gezamenlijk
64
Collage
Verzameling van uiteenlopende afbeeldingen of voorwerpen
65
Columnist
Iemand die een vaste bijdrage aan een krant of tijdschrift levert
66
Coalitie
Verbond