6 | Begrippen | Pluriforme Samenleving Flashcards

1
Q

dominate cultuur

A

De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

subcultuur

A

De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

etnische subcultuur

A

De cultuur van mensen met een migratie-achtergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pluriforme samenleving

A

Een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stereotype

A

Een overdreven en ongenuanceerd beeld van een groep mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vooroordeel

A

Een oordeel over iemand of iets zonder dat je de feiten of de persoon kent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

discriminatie

A

Als er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

racisme

A

Discriminatie op grond van etnische achtergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

seksisme

A

Dat mensen worden gediscrimineerd op grond van hun sekse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tolerant

A

Dat je accepteert dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

respect

A

Dat je de ander in zijn of haar waarde laat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

immigranten

A

Mensen uit andere landen die in Nederland zijn komen wonen.

immigrant: i van in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

emigreren

A

Dat je verhuist naar een ander land.

emigrant: e van exit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vluchteling

A

Iemand die zijn woonplaats verlaat onder druk van oorlog of geweld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Asiel aanvragen

A

Dat je toestemming vraagt om in Nederland te mogen verblijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Koloniën

A

Gebieden buiten het eigen land die werden gebruikt om winst mee te maken.

17
Q

gezinsvorming

A

Iemand haalt een partner uit het buitenland.

18
Q

gezinshereniging

A

Iemand laat zijn gezin naar Nederland overkomen.

19
Q

illegaal

A

Als je geen toestemming hebt om in Nederland te wonen of te werken.

20
Q

integratie

A

Uitwisseling tussen de subculturen van nieuwkomers en de dominante Nederlandse cultuur.

21
Q

assimilatie

A

Dat je bijna alles van je eigen cultuur vervangt door de dominante cultuur van het land waar je woont.

22
Q

segregatie

A

Als er een sterke scheiding is tussen bevolkingsgroepen.

23
Q

polarisatie

A

Mensen en bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan, doordat tegenstellingen worden benadrukt.

24
Q

xenofobie

A

Als mensen angst hebben voor vreemdelingen.

25
Q

gematigde gelovigen

A

Die vinden dat je de Bijbel en de Koran niet letterlijk moet nemen.

26
Q

fundamentalisten

A

Die vinden dat je alles in de heilige boeken letterlijk moet nemen.

27
Q

individualistische cultuur

A

Dat persoonlijke ontwikkeling en individuele vrijheid belangrijk zijn.

28
Q

collectivistische cultuur

A

Dat familiebanden en gezamenlijke tradities belangrijk zijn.