6. Customers and sales (Part 1) Flashcards
(32 cards)
De eindgebruikers
The end users
Consumenten
Consumers
De klantendoelgroep
The target customer group
Bestaan uit particulieren
To consist of private individuals
Mogelijke klanten
Potential customers
De klanten segmenteren
To segment the customers
De klantengegevens
The customer data
De evolutie opvolgen
To monitor/follow up the evolution
De belangrijkste product
The core/key product
Een grote groei kennen
To witness a big growth
De groei
The growth
Een drievoudige groei van onze bedrijfswinst
A threefold growth of our operating profit
Verdubbelen/verdrievoudigen
To double/to triple
Een verlies lijden
To suffer a loss
Ongeveer 1000 euro inkomsten verliezen
To lose approximately 1000 euro in turnover
Op de rand van het faillissement
On the edge/verge/brink of bankruptcy
Failliet
Bankrupt
Een bodem bereiken en nadien terug stijgen
To bottom out/to recover
Een lichte/gestadige groei an 2%
A slight/steady growth of 2%
De verhouding van A tot B
The ratio of A to B/the ratio A/B
Rechtevenredig
Directly proportional to
Verlies maken/lijden
To make/suffer a loss
Marktaandeel winnen
To gain market share
Het marktaandeel doen stijgen
To raise/increase the market share
