6 De Mens In Het Landschap Flashcards
(40 cards)
Hoe kan je veranderingen die de mens aanbrengt in het landschap beschouwen?
Als landschapsvormende factoren
Bij het beschrijven van de cultuurhistorie van het landschap wordt onderscheid gemaakt in
- Historisch bodemarchief
- Historische geografie
- Historische bouwkunde
Uit welke periode is het merendeel van de vuurstenen werktuigen van jagers-verzamelaars afkomstig?
Uit de laatste periode van de laatste ijstijd
In West-Nederland zijn weinig of geen bewoningsplaatsen uit het mesolithicum bekend, omdat…
Het gebied met dikke lagen sediment bedekt geraakt is.
Waar leefden de gedomesticeerde huisdieren uit het Neolithicum
zowel in het bos als in de open ruimte
Uit het Neolithicum zijn veel sporen bewaard in het bodemarchief. Oorzaak hiervan is voornamelijk
Het feit dat de mensen veel meer een vaste woonplaats kregen
Wanneer ontstonden in Nederland de eerste heidevelden en stuifzanden als gevolg van menselijke ontginningsactiviteiten?
Het Neolithicum
De Bronstijd is gekenmerkt door het gebruik van de relatief harde koper-tin legering brons. In Nederland was men voor de productie van brons aangewezen op
De invoer van grondstoffen over relatief grote afstand
Er zijn betrekkelijk weinig ijzeren voorwerpen uit de IJzertijd in de grond bewaard gebleven. Waardoor komt dat?
De sterkte oxidatie van ijzer als het aan de lucht wordt blootgesteld
In Zuidwest Nederland begon in de IJzertijd de winning van
Zeezout
In het noordelijk zeekleigebied ontstonden in de IJzertijd
Terpen of wierden
Ten noorden van de grote rivieren drong de Romeinse invloed door als gevolg van
Handel
Vanaf de 10e eeuw behoorde het grondgebied van het huidige Nederland tot
Het Duitse rijk
De belangrijkste ontginningsactiviteiten in de Late Middeleeuwen zijn
Kappen van reeds geregenereerd bos op de hoge zandgronden en het ontginnen van veengebieden in West-Nederland
Het gemeenschappelijk agrarisch gebruik van de grond werd vanaf de Late Middeleeuwen geregeld middels de
Marke-organisaties
Tot de 14e eeuw zijn de belangrijkste middeleeuwse verdedigingswerken
Burgen, schansen, ringwallen en landveren
Een landbouwkundige innovatie met cruciale gevolgen voor de inrichting van met name arme zandgebieden is
De introductie van de kunstmest
Laaggelegen, natte gronden zijn vrijwel uitsluitend in gebruik voor
Weidebouw
Boomgaarden in het rivierengebied liggen vaak op oeverwallen. De bodem van de oeverwallen is gunstig voor fruitteelt omdat
De lichte zavelbodems goed doorlatend zijn maar ook een goed vochtleverend vermogen hebben door capillaire opstijging
Bloembollenteelt vindt onder andere plaats op afgegraven strandwallen in de bloembollenstreek op de grens van Noord- en Zuid-Holland. Factoren die een rol spelen in de geschiktheid zijn:
Kalkrijkdom, doorlatendheid, bewerkbaarheid en ligging bij Schiphol
Het akkerland van de hogere mineraalarme zandgronden kon slechts in stand gehouden worden dankzij
Zware bemesting met schapenmest
Het ontstaan van zandverstuivingen is veelal het gevolg van
Overbeweiding
Maatregelen die bij ruilverkaveling en landinrichting doorgaans werden genomen zijn
Verkaveling, ontsluiting, waterbeheersing, schaalvergroting, bedrijfsbeëindiging, boerderijverplaatsing en utiliteitsvoorzieningen
Men erkent inmiddels het ongewilde effect van ruilverkaveling
Het landschap is ecologisch, esthetisch en cultuurhistorisch verarmd