6.1 - 6.3 begrippen Flashcards
(16 cards)
Elektrische energie
Energie die elektrische apparatuur verbruikt
Spanningsbron
Zorgt voor de energie dat een elektrisch apparaat nodig heeft
Spanning
Aantal volt (V), bepaalt hoeveel energie de spanningsbron levert
Polen
Twee aansluitpunten van een spanningsbron
Voltmeter
Apparaat waarmee je spanning meet. (VOLT)
Meetbereik
De maximale waarde die je kunt meten
Elektrische stroom
Transporteert elektrische energie van de spanningsbron naar elektrische apparaten
Geleider
Stof waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen gaat
Isolator
Stof waar een elektrische stroom niet of heel moeilijk doorheen gaat
Stroomsterkte
Grootte van de elektrische stroom
Amperemeter
Apparaat waarmee je de stroomsterkte in een stroomkring meet
Stroomkring
Apparaat, schakelaar, snoeren en spanningsbronnen samen
Gesloten stroomkring
Niet onderbroken stroomkring; de stroom kan van de plus van de spanningsbron naar de min lopen
Schakeling
Elektrische onderdelen die met elkaar zijn verbonden
Serieschakeling
In een serieschakeling zitten alle apparaten achter elkaar in dezelfde stroomkring
Parallelschakeling
In een parallelschakeling zit ieder apparaat in een aparte stroomkring