65 nouns Flashcards
(167 cards)
1
Q
window
A
het raam
2
Q
night
A
de nacht
3
Q
sponge cake
A
de cake
4
Q
clock
A
de klok
5
Q
pen
A
de pen
6
Q
dish washer
A
de afwasmachine
7
Q
eyes
A
de ogen
8
Q
living room
A
de woonkamer
9
Q
paper
A
het papier
10
Q
hospital
A
het ziekenhuis
11
Q
homeless man
A
de dakloze man
12
Q
forest
A
het bos
13
Q
eye
A
het oog
14
Q
table
A
de tafel
15
Q
doctor
A
de arts
16
Q
fridge
A
de koelkast
17
Q
children’s daycare
A
de kinderopvang
het kinderdagverblijf
18
Q
package
A
het pakket
19
Q
candle
A
de kaars
20
Q
factory
A
de fabriek
21
Q
children’s daycare
A
het kinderdagverblijf
de kinderopvang
22
Q
teacher
A
de leraar
23
Q
country
A
het land
24
Q
airport
A
de luchthaven
het vliegveld
25
door
de deur
26
doll
de pop
27
magazine
het tijdschrift
28
airport
het vliegveld
de luchthaven
29
vacuum cleaner
de stofzuiger
30
band aid
de pleister
31
bathroom
de badkamer
32
work
het werk
33
cheese
de kaas
34
woman
de vrouw
35
pan
de pan
36
bank
de bank
37
family (small)
het gezin
38
painting
het schilderij
39
fork
de vork
40
child
het kind
41
pharmacy
de apothek
42
pupil
de leerling
43
girl
het meisje
44
train
de trein
45
dress
het kleed
46
cake
de taart
47
vegetable
de groente
48
floor
de vloer
49
ball
de bal
50
balloon
de ballon
51
sea
de zee
52
light
het licht
53
garden
de tuin
54
shop
de winkel
55
water
het water
56
street
de straat
57
daycare
de crèche
58
game
het spel
59
hill
de heuvel
60
glass
het glas
61
stairs
de trap
62
city
de stad
63
hand
de hand
64
fish
de vis
65
road
de weg
66
man
de man
67
cupboard / closet
de kast
68
doctor
de dokter
de arts
69
village
het dorp
70
pear
de peer
71
life
het leven
72
mirror
de spiegel
73
arm
de arm
74
market
de markt
75
family
de familie
76
bedroom
de slaapkamer
77
beach
het strand
78
pain
de pijn
79
cutlery
het bestek
80
bread
het brood
81
month
de maand
82
fruit
het fruit
83
patient
de patiënt
84
museum
het museum
85
mother
de moeder
86
book
het boek
87
money
het geld
88
problem
het probleem
89
mountain
de berg
90
station
het station
91
cinema
de bioscoop
92
park
het park
93
time
de tijd
94
water
het water
95
egg
het ei
96
bandage
het verband
97
airplane
het vliegtuig
98
heart
het hart
99
curtain
het gordijn
100
kitchen
de keuken
101
hour
het uur
102
dentist
de tandarts
103
knife
het mes
104
year
het jaar
105
spoon
de lepel
106
post office
het postkantoor
107
birthday
de verjaardag
108
number
het nummer
109
toy car
het autootje
110
puzzle
de puzzel
111
bouquet
het bloemetje
112
name
de naam
113
computer
de computer
114
living room
de huiskamer
115
mail man
de postbode
116
dictionary
het woordenboek
117
day
de dag
118
medicine
het medicijn
119
plate
het bord
120
square
het plein
121
wall
de muur
122
foot
de voet
123
envelope
de envelop
124
car
de auto
125
talk
het gesprek
126
carpet
het tapijt
127
father
de vader
128
bridge
de brug
129
sky
de lucht
130
river
de rivier
131
doorbell
de bel
132
harbor
de haven
133
head
het hoofd
134
apple
de appel
135
bouquet
het boeket
136
rope
het touw
137
telephone
de telefoon
138
bathroom
het toilet
139
toy
het speelgoed
140
gift
het cadeau
141
student
de student
142
pencil
het potlood
143
language
de taal
144
newspaper
de krant
145
doorbell
de deurbel
146
spot
de plek
147
house
het huis
148
room
de kamer
149
bed
het bed
150
library
de bibliothek
151
letter
de brief
152
cast
het gips
153
washing machine
de wasmachine
154
church
de kerk
155
meat
het vlees
156
boy
de jongen
157
ceiling
het plafond
158
week
de week
159
bathroom
de wc
160
office
het kantoor
161
party
het feest
162
plant
de plant
163
chair
de stoel
164
cup
de beker
165
roof
het dak
166
building
het gebouw
167
world
de wereld
