Pathologie week 1 Flashcards

1
Q

Hoeveel % van de klachten is een impingement?

A

60 - 80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke fasen van bindweefselherstel zijn er en hoelang duren deze ongeveer?

A
Ontstekings fase (0-5 dagen)
Proliferatie fase (5-21 dagen)
Remodellerings fase (21-360 dagen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk impingement onstaat door een structurele vernauwing?

A

Primair impingment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heet de buitenste laag van een pees?

A

Paratenon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het doel van vasoconstrictie in de ontstekingsfase?

A

Voorkomen van bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het doel van mechanisch onbelaste prikkels in de proliferatie fase?

A

Voorkomen littekenweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het effect van toename van crosslinks in de remodelleringsfase?

A

Toename treksterkte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het effect van ingroei van zenuwvezels in de remodelleringsfase?

A

Herstel propriocepsis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke beweging maakt de scapula bij retractie?

A

Naar mediaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke beweging wordt gemaakt als de scapula naar caudaal, mediaal beweegt?

A

Neerwaartse rotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kunnen de biceps zorgen voor een impingement?

A

Gebrek aan stabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar staat GIRD voor?

A

Glenohumeral internal rotation deficit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke aandoening volgt de scapula de humerus niet goed?

A

Scapulaire dyskinesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welke aandoening zie je winging van de scapula?

A

SLAP-laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is er aan de hand bij tilting/tipping van de scapula?

A

Verzwakte trapezius, lattisimus dorsi & serratus anterior en een te sterke pectoralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke dyskinesie stabiliseren de spieren de scapula niet?

A
  1. Rotatory winging/ symmetrisch
17
Q

Wat is er aan de hand bij stadium 1 van impingement?

A

Overbelasting

18
Q

Welke leeftijd hoort bij stadium 3?

A

> 40 jaar

19
Q

Bij welk stadium is er sprake van botveranderingen en RC-rupturen?

A

Stadium 3

20
Q

Wat zijn fysiologische kenmerken van tendinitis?

A

Aanwezigheid macrofagen en leukocyten + vrijkomen van bradykinine, histamine en prostaglandine

21
Q

Wat voor behandeling is passend bij een partiele RC-ruptuur?

A

Conservatief of operatief

22
Q

Welke aandoeningen kunnen de oorzaak zijn voor schouderklachten?

A
Impingement
Ruptuur van de rotatorcuff pezen
Frozen shoulder
AC-luxatie
Schouderluxatie
23
Q

Wat gebeurt er bij een impingment + welke structuren kunnen er betrokken zijn?

A

Een van de pezen van de rotatorcuff spieren raakt verknelt. Dit kan zijn doordat: de pees zelf ontstoken is, het slijmbeurs ontstoken is, de pees verknelt raakt onder een vervormd acromiondak, de pees verknelt raakt tussen de humerus en het cavitas glenoidalis.

24
Q

Wanneer spreek je van een extern impingement?

A

Een aangedane rotatorcuff pees in de subacromiale ruimte. (ruimte tussen acromion en humerus)

25
Q

Wanneer spreek je van een intern impimgement?

A

Een aangedane rotatorcuff pees in glenohumerale ruimte. (ruimte tussen cavitas gleoidale en humerus)

Anteriorsuperior zeldzaam
Posterosuerior is veel meer voorkomend. Hierbij zijn vaak de infraspinatus of de supraspinatus (bij overhad atleten) aangedaan

26
Q

Wat is de oorzaak als het gaat om een primair impingement + hoort dit bij intern/extern impingement?

A

Oorzaak bij primair impingement is structurele vervorming. Denk hierbij aan:

Vervorming van het acrimion
Osteofieten
Ontstoken bursa (zwelling)
Ontstoken pees (zwelling)

27
Q

Wat is de oorzaak als het gaat om een secundair impingement + hoort dit bij intern/extern impingement?

A

Oorzaak bij secundair impingement zijn vooral functionele stoornissen. Denk hierbij aan:

Rotator cuff pathologie (partiele of totale ruptuur)
Scapulaire dyskinesie (niet goed functioneren van de spieren die de scapula besturen)
Instabiliteit (van de schouder)
Biceps pathologie / slaplaesie
GIRD (glenohumeral internal rotation deficit)

28
Q

Wat is de indeling van Kibler

A

Indeling van soorten scapulaire dyskinesieen. (1 tilting/tipping, 2 wining scapula alata, 3 scapula elevatie shrugging, 4 rotary winging symmetrisch)

29
Q

Wat is type 1 van de indeling dyskinesie van Kibler + wat is er aan de hand?

A

Type 1: tilting / tipping

Wat gebeurt er?
Angulus inferior steekt uit

Waarom gebeurt het?
Verzwakte trapezius, latisimus dorsi en/of serratus anterior
Te sterke pectoralis minor en major

30
Q

Wat is type 2 van de indeling dyskinesie van Kibler + wat is er aan de hand?

A

Type 2: winging scapula alata

Wat gebeurt er?
Margo medialis komt los van de ribbenkast. Hierdoor lijkt het alsof de schouderbladen ‘vleugels’ zijn.

Waarom gebeurt het?
Verzwakte trapezius, serratus anterior en/of rhomboideus
Te sterke humerale rotatoren

31
Q

Wat is type 3 van de indeling dyskinesie van Kibler + wat is er aan de hand?

A

Type 3: scapula elevatie shrugging

Wat gebeurt er?
Scapula eleveert te veel. waardoor de schouders geshrugged zijn

Waarom gebeurt het?
Levator scapula en trapezius pars descendens overactief

32
Q

Wat is type 4 van de indeling dyskinesie van Kibler + wat is er aan de hand?

A

Type 4: rotary winging symmetrisch

Wat gebeurt er?
Angulus inferior beweegt van mediaal af in vergelijking tot de gezonde zeide

Waarom gebeurt het?
De spieren stabiliseren de scapula niet.

33
Q

Welke 3 impingement stadia volgens Neer en Welsh zijn er + wat betekenen de fasen?

A

Fase 1: <25 jaar: overbelasting (reversibel)
Fase 2: 25 - 40 jaar: fibrose + tendinitis
Fase 3: >40 jaar: botveranderingen + rotatorcuff rupturen

34
Q

Wat is het paratenon?

A

De buitenste laag van een pees.

DIt is het best doorbloedde deel van de pees.

35
Q

Wat is het epitenon?

A

Laag die onder de paratenon ligt

36
Q

Wat is het endotenon?

A

Laag die om de collageen vezels ligt. Deze vormen samen bundels collageen.

37
Q

Van wat voor soort bindweefsel is een pees gemaakt?

A

Strafregelmatig bindweefsel

38
Q

Van wat voor soort weefsel is het paratenon gemaakt?

A

losmazige bindweefsel

39
Q

Wat zijn de kenmerken van een peesontsteking?

A

Aanwezigheid van marcofagen en leukocyten

Vrijkomen bradykinine, histamine en prostaglandine