Begrippen Toetsweek A3

Question 1

Grondstoffen

Answer 1

Onbewerkte, ruwe materialen waar producten van of mee gemaakt kunnen worden.

Question 2

Afzetgebied

Answer 2

Gebied (in het buitenland) waar goederen verkocht worden.

Question 3

Modern imperialisme

Answer 3

Periode in de tweede helft van de negentiende eeuw waarin een aantal West-Europese landen door het veroveren van kolonies in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal wereldrijk (imperium) opbouwden.

Question 4

Nationalisme

Answer 4

• Voorliefde voor en het verheerlijken van het eigen land/volk.
• Het streven van een volk dat nog geen eigen land heeft, naar zelfstandigheid in een eigen land.

Question 5

Conferentie van Berlijn

Answer 5

Vergadering van vertegenwoordigers van Europese landen, in 1884-1885 in Berlijn gehouden, waarbij ze onderling de gebieden in Afrika verdeelden. Hierbij werden de grenzen op een willekeurige manier getrokken. Er werd nauwelijks rekening gehouden met de volkeren die in de te verdelen gebieden woonden.

Question 6

Superioriteitsgevoel

Answer 6

Het idee of gevoel dat een persoon of een groep mensen beter of meerderwaardig is aan een andere persoon of groep mensen.

Question 7

Evolutietheorie

Answer 7

De door Darwin ontwikkelde theorie over de evolutie van het leven op aarde en het ontstaan van verschillende soorten o.a. de mens.

Question 8

Veelvolkerenstaten

Answer 8

Staten waarin meerder volken samenleven.

Question 9

Tsaar

Answer 9

Keizer van Rusland.

Question 10

Wereldoorlog

Answer 10

Grote oorlog waaraan landen uit meerdere continenten deelnemen.

Question 11

Tweefrontenoorlog

Answer 11

Oorlog die wordt uitgevochten op twee fronten tegelijk. Voor Duitsland een oost- en een westfront.

Question 12

Von Schlieffenplan

Answer 12

Duitse strategie om een tweefrontenoorlog te voorkomen door een snelle opmars in Frankrijk, terwijl de Russen nog aan het mobiliseren zijn.

Question 13

Mobilisatie

Answer 13

Het onder de wapenen roepen van een leger.