7. Adhesieve materialen Flashcards

1
Q

adhesie/bonding =

A

het verkleven van 2 materialen d.m.v. lijm of cement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

adhesief =

A

materiaal dat aan een plat opp kan kleven OF 2 platte opp met elkaar kan verkleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

adhesie in de chemie =

A

aantrekkingskracht tussen moleculen van verschillende stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

van welke hechting maken we in de thk gebruik bij adhesieve materialen?

A

micromechanische hechting of bonding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

micromechanische hechting =

A

zeer kleine, onzichtbare onregelmatigheden in het opp gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

macromechanische hechting =

A

zichtbare onregelmatigheden in het opp gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mechanische retentie =

A

lijm of cement vloeit in de onregelmatigheden en wordt hard, zit vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke mechanische hechting is het sterkste?

A

micromechanische hechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarvoor wordt bonding gebruikt in de thk? (3)

A
  • retentie van restauraties
  • reductie van microlekkage
  • reductie van cariësrecidief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

microlekkage =

A

beweging van vloeistof en bacteriën tussen tand en restauratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oorzaak van postoperatieve gevoeligheid

A

beweging van vloeistof en bacteriën in de interface

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

percolatie =

A

vloeistof wordt continu aangezogen/uitgespuwd aan de randen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

nadeel glasionomeercementen

A

esthetiek en sterkte van composieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer krijg je een zwakke hechting?

A

als het adhesief het oppervlak niet genoeg kan bevochtigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

biofilm =

A

laag met mo die het tandopp bedekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

polymeren =

A

hard worden

17
Q

zuur-ets proces op glazuur

A
  • opp reinigen met puimsteen en afspoelen
  • drogen
  • 37% fosforzuur aanbrengen
  • afspoelen en droogblazen
18
Q

wat doet het zuur?

A

neemt een deel van de glazuurprismata weg

19
Q

wat doe je bij contaminatie tijdens het etsen?

A

her etsen gedurende 5 minuten

20
Q

dentine bonding systemen binden aan:

A

glazuur en dentine

21
Q

smeerlaag =

A

laag debris die achter blijft als dentine wordt weg geboord door thk instrumenten (blijft achter op opp)

22
Q

mag dentine geëtst worden?

A

nee, dan kun je de smeerlaag verwijderen die een bescherming vormt voor de pulpa

23
Q

3 staps bonding procedure

A
  • etsen, spoelen en drogen van glazuur en dentine
  • primer aanbrengen
  • adhesief aanbrengen
24
Q

2 staps ets en spoel procedure

A
  • etsen, spoelen en drogen

- adhesief aanbrengen (= primer + adhesief)

25
Q

2 staps zelf-ets procedure

A
  • primer (zelf etsend) aanbrengen

- adhesief aanbrengen

26
Q

1 staps zelf ets procedure

A
  • adhesief