7.2 kustzone Flashcards

(19 cards)

1
Q

absolute zeespiegelstijging

A

stijging van de hoogte van de zeespiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

basiskustlijn

A

de positie van de kustlijn zoals die op 1 januari 1990 was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bodemdaling

A

daling van het maaiveld door geologische processen en menselijk handelen, bijvoorbeeld het onttrekken van grondwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bolwerkvorming

A

bebouwing van de kust waardoor deze zijn dynamiek verliest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

doodtij

A

de situatie waarin het verschil tussen vloed en eb minimaal is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

dynamisch kustbeheer

A

het beheer van de kustlijn waarbij zee en wind de ruimte krijgen sediment zoals zand te verplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eb

A

laagste waterstand in de getijdenschommeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

getijdenstromingen

A

stromingen die ontstaan doordat de getijgolven op de bodem van de ondiepe (Noord)zee worden afgeremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

harde kust

A

kust die in Nederland uit dijken, dammen en waterkeringen bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

primaire keringen

A

dijken of dammen die direct aan zee liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

relatieve zeespiegelstijging

A

de combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

slufter

A

gebied waar onder invloed van het getij het zeewater door een geul in de duinen het land kan binnenstromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

springtij

A

een situatie van hoge vloed en lage eb wanneer zon, aarde en maan op een recht lijn staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vloed

A

hoogste waterstand in de getijdenschommeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wadden

A

de onbegrensde delen van de Waddenzee die 2 keer per dag droogvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zachte kust

A

kust die is opgebouwd uit zand

17
Q

zandmotor

A

een door zandsuppletie ontstaan schiereiland in de vorm van een haak voor de kust van Zuid-Holland

18
Q

zandsuppleties

A

het storten van zand uit de Noordzee voor de kust en op het strand

19
Q

zeestroming

A

een constante stroming langs de kust van zuid naar noord