Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Welke 3 soorten werkende zijn er?

A

Werknemers
Zelfstandigen
Ambtenaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het brutoloon?

A

Hetgene wat je verdiend op papier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar staat RSZ voor?

A

Rijks Sociale Zekerheidsbijdrage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het RSZ?

A

bijdrage die automatisch van je loon wordt afgehouden ter voordelen van oa sociale zekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel is het RSZ?

A

% is afhankelijk van je inkomen, gezinssamenstelling, etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het belastbaar inkomen?

A

Brutoloon - RSZ

Op dit inkomen betaal je belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is nettoloon?

A

Het geld dat je effectief als geld krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanner geen loon?

A
Werkloos
Zwanger
Overlijden
Ziekte
Invaliditeit
Zorgen voor..
Pensioen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat ontvang je als je thuis zit door een ziekte of ongeval?

A

Korte termijn: loon van werkgever (=100%)

lange termijn 2-12 mnd: Verplichte ziekteverzekering van 60% van het brutoloon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt arbeidongeval in?

A

Ongeval dat werknemer overkomt tijdens of door d euitvoering van de arbeidsovereenkomst

  • op werk
  • van en naar werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk verlof krijgen moeders?

A
  • Moederschapsrust –> 15 weken
  • Borstvoedingsverlof –> max 5 maanden
  • Ouderschapsverlof –> max 4 maanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoeveel verlof krijgt de vader van een pasgeboren kind?

A

10 dagen
1-3 dagen volledig loon
4-10 uitkering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly